Wedstrijden 2011

Kristel pakt zilver op NK cross
Politietriatlon
NK Atletiek
Maaslandloop
Lange terugweg (april 2010- april 2011)
Familieloopje in Dordrecht


Zilveren cross in Tilburg!
26 november 2011
Dagenlang had ik in dubio gestaan of ik op zaterdag 26 november zou gaan deelnemen aan de derde veldloop van het RunningpOintcircuit óf naar Tilburg af zou reizen om Kristel aan te moedigen bij de NK cross in Tilburg (Warandeloop).
Kristel was vrijdag al met vriendin en moeders die kant op gegaan voor een weekendje Vennenbos, waarvandaan het slechts 15 km was naar de Warandeloop en ik was met Tamar en Norah achter gebleven in Maassluis. Zij deden uiteindelijk de balans doorslaan naar Vlaardingen omdat ze liever zelf wilden crossen dan toe te moeten kijken in het verre Brabant, voor welk argument ik vanzelfsprekend gevoelig was.
's Ochtends sms'te ik succes naar Kristel, die nog even navroeg aan welke kant ze ook al weer moest gaan staan bij de start. Van een ervaren Warandeloopster had ik gehoord dat ze het best de buitenbocht kon nemen en zich dus rechts op moest stellen. Na de vooruitgang die ze de afgelopen maanden geboekt had op de baan met onder andere een vijfde plaats op de 1000 meter bij de D-spelen (pr van 3.14.71), waar alle toppers van haar leeftijd aanwezig waren, had ik ingeschat dat een plaats bij de eerste vijf op het NK cross ook tot de mogelijkheden moest behoren. Het deelnemersveld bij de C-junioren 1e jaars bevatte de namen van Isa Vedeler, Elke Molenaar, Ashley Melcherts en die leken me sterker.
Aan de andere kant had Kristel bij de regiocross in Barendrecht afgelopen weekend een heel goed indruk achtergelaten (eerste met kleine halve minuut voorsprong) en had ze bij recente spannende wedstrijden getoond over een sterk eindschot te beschikken.
Verbetering van haar prestatie van februari bij het NK cross in Hellendoorn (13e) leek in ieder geval zeker.
Om 12:45 u ging in Tilburg de cross voor de meisjes C-junioren (geboortejaar 1998) van start over 2,2 km en om 13:00 u die van de jeugd in Vlaardingen, dus stond ik in de tussentijd in hardloopkledij met mobiel en kleding van de meiden in m'n handen te wachten op de niet te missen kippen-ringtune. Net toen Tamar en Norah (voor het eerst in Fortuna-tenue, ook al kan ze pas volgend jaar lid worden) gereed stonden voor de start lieten de Crazy Chickens toch vrij onverwachts van zich horen.
Kristel op het display.
Het typische geluid van een hardloopwedstrijd, zijnde een luidruchtige speaker en geroezemoes van de toeschouwers, overstemde in eerste instantie de woorden van Kristel maar de toon waarop ze zich uitte verraadde al dat de afloop bevredigend was. In de herhaling verstond ik het wel goed, maar zal ik opnieuw 'wat zeg je' hebben laten vallen ter verwoording van het ongeloof.
Ze had de zilveren medaille gewonnen bij het NK cross!!
Licht nahijgend vertelde ze dat Ashley Melcherts van Energie de cross had gewonnen (8.05) en dat ze zelf achter een Belgisch meisje als tweede Nederlandse gefinisht was (8.12) voor Leonie Glazenborg (8.16). 'Super', 'gefeliciteerd', 'gaaf', veel meer had ik haar op dit moment niet te melden daar de jeugdcross van start ging en ik me zelf moest gereedmaken voor de cross over 9 km. Elke argeloze bekende medeloper die ik hierna tegen het lijf liep moest het zilveren verhaal vervolgens wel aanhoren, want het hart was vol en de mond wilde overstromen :-).
Tamar en Norah bleken allebei hun dag niet te hebben (resp. liesklachten en steken in de zij) en kwamen later binnen dan verwacht maar mijn dag kon al niet meer stuk.
Liefst had ik de feestvreugde vergroot middels een bijzondere prestatie op de derde veldloop van het RunningpOintcircuit maar merkte al gauw dat een overwinning te hoog gegrepen was. Gerard de Lange liep langzaam uit in gezelschap van een jonge loper van Ilion en daarachter moest ik flink forceren om in de groep met Michiel Bovendeert en Marc Meeder te blijven.
Eerste ronde van 4,5 km ging in 15.55 (17 km/u), oftewel ook op de weg een acceptabele tijd.
Direct na de doorkomst probeerde ik Marc te lossen maar die haakte 500m verder weer vrolijk aan om vervolgens ook Michiel te verschalken. Bij km 7 meende ik een verzwakking bij Michiel waar te nemen maar het lukte me niet om daarvan te profiteren, zodat een vierde plek resteerde in 32.39 (tweede ronde nog net boven de 16 km/u).
Na afloop direct de telefoon weer gepakt om wat meer informatie te krijgen uit Tilburg waar de prijsuitreiking nog niet begonnen was.
De start was precies gegaan zoals voorspeld waardoor ze in het eerste rondje meteen goed van voren had gezeten. De tweede ronde ging te langzaam vond ze, waarna ze in de derde ronde initiatief had genomen en zich bij de speaker in de picture had gelopen. In de vierde en laatste ronde had Ashley het meeste over gehad en wist Kristel nog net een podiumplek veilig te stellen tussen twee Belgische loopsters. Met 1 van die 2 had ze net voor de start nog in de clinch gelegen omdat ze letterlijk opzij werd geduwd en liet blijken daar geen prijs op te stellen.
Het was een voorteken van de scherpte die ze bezat op deze 'dag van de doorbraak'.


Zes AVW-trio's in Spijkenisse
10 september 2011
Zaterdag 10 september was Spijkenisse het decor van de jaarlijkse Politietriathlon, die al weer voor de 26e keer werd georganiseerd. Het evenement bestaat uit een aantal onderdelen te weten de Olympische afstand (1500m zwemmen, 41,5 km fietsen en 10 km hardlopen), de NK’s voor brandweer en politie (1000m zwemmen, verder hetzelfde), de Trio’s (zelfde als NK’s maar dan met 3 verschillende personen), de recreanten (als NK’s) en de Sprint (halve Olympische afstand).
De middenlange afstandsgroep (mila) van AV Waterweg wilde in eerste instantie een maand eerder al met een aantal teams mee gaan doen aan de trio-triathlon van Leiderdorp, maar omdat inschrijven daarvoor niet meer mogelijk was werd uitgeweken naar Spijkenisse. Die extra maand bood de beoogde zwemmers en de fietsers wel de gelegenheid om zich wat meer te specialiseren op hun onderdeel wat weer een magneetwerking had op enkele andere clubleden, zodat uiteindelijk zes AVW-trio’s aan de start staan bij wielervereniging PRC Delta aan de Plaatweg.
Die zien om 12:00u het hoofdonderdeel van start gaan, wanneer de regionale top-triatleten in wetsuit beginnen aan de Olympische afstand. In een vloeiende borstcrawlstijl verdwijnen ze langzaam uit zicht en kunnen de AVW-zwemmers Jeroen Kromme, Aart Verburg, Huib Krug, Paul Wolters, Remy Bourquin en Han vd Weck zich naar de denkbeeldige startlijn begeven. Eerstgenoemde twee doen dat in wetsuit, de anderen in traditioneel zwemtenue, passend bij hun schoolslag. Nog voordat het startschot voor de trio’s klinkt (12:20u) zijn de snelste Olympische zwemmers alweer het water uit op weg naar hun ongetwijfeld aerodynamische carbonfiets.
Met een buitentemperatuur van 25 graden Celsius en een watertemperatuur van 18 mag gesproken worden van zwemvriendelijke omstandigheden al moet ik bekennen dat ik verre van jaloers ben op de watertrappelende badmutsen in afwachting van hun 1000 zwemmeters.
Wanneer de meute in beweging is gekomen loop ik naar het wisselpunt in het Parc Fermé om me in gereedheid te brengen voor het fietsonderdeel; schoentjes met plaatjes aan, handschoenen zonder vingers om, verplichte helm op, startnummer aan een band rond de heup vastklikken en bril in de hand om vroegtijdig beslaan te voorkomen. Zie hier het tijdvoordeel dat de trio’s op de individuele triatleet boeken.
De verwachting is dat teamgenoot Aart een minuut of 18 nodig heeft voor zijn 1000 meter dus sta ik na een kwartier op scherp wanneer de eerste trio-zwemmer bij het wisselpunt arriveert. Helaas komt Aart een minuutje of 2 later aanzetten dan gepland en is aan zijn gezicht te zien dat het zwemmen hem zwaar is gevallen. Krijtwit en tollend op zijn benen tikt hij me aan.
De eerste 100 meter moet ik vervolgens met de fiets aan de hand door het gras naar de uitgang van het Parc Fermé lopen waar het beginpunt van het fietsonderdeel ligt. Eenmaal op de fiets en met de ellebogen steunend op de kussentjes van het tijdritstuur gaat het tempo al rap naar de 40 km/u wat ik tot Heenvliet (5 km) probleemloos kan volhouden. Daar maakt het parcours een buiging zuidwaarts en komt de matige zuidenwind op kop te staan. Instinctief ga ik nog wat dieper gebogen op het stuur zitten maar dat kan niet voorkomen dat op de open stukken het tempo terug zakt naar de ‘onderwaarde’ van 35. Omdat er tevens veel meer bochten opdoemen dan ik van tevoren had ingecalculeerd zie ik het gewenste gemiddelde van 38 in gevaar komen. Geruststellend is wel dat ik veel fietsers blijf passeren, die ofwel aan hun Olympische afstand of ook aan een trio bezig zijn. Dat onderscheid is helaas niet te zien.
Na 10 km beuken bereik ik de Krommedijk waar een knik naar het westen zit en het tempo dus weer omhooggaat. Vanaf daar is het nog 5 km tot het keerpunt bij de Zeedijk waarvan een groot deel gelijk is aan de terugweg zodat ik even een imposant zicht heb op snelste individuele triatleten in de wedstrijd.
Na het keerpunt blijkt de wind toch meer schuin op kop te staan dan ik in mijn optimisme (typerend voor elke fietser?) vermoed had en begint de soepele tred plaats te maken voor een harkerige stijl die me bijna doet besluiten om de ketting van de 52/17 te halen. Ook tussen 25 en 30 km is de irritatie die in me opborrelt door het hobbelige wegdek en het gevoelsmatig achterwege blijven van de zo gewenste meewind geen gunstig signaal. Is racefietsen eigenlijk wel leuk?
Daarna volgen echter een paar windrijke rugkilometers en schakel ik voor het eerst op naar 52/15 met bijbehorende snelheden van 43/44 km/u. Bij Heenvliet (35 km) zit de draai naar het oosten en volgen de waarschijnlijk zwaarste kilometers van de tijdrit met de toegenomen wind schuin op kop en een onnoemlijk aantal flauwe en scherpe bochten die het tempo enorm drukken, ook al omdat ik ze niet durf te nemen met de handen aan het remloze tijdritstuur. Bovendien voel ik de verzuring onerbarmelijk toeslaan in de benen. Het 40-kilometerpunt bereik ik na ongeveer 65 minuten wat ik eigenlijk als eindtijd in gedachten had. Dat wordt nu precies 67 minuten (ruim 37 km/u gemiddeld) bij een totaalafstand van 41,5 km. Leeggereden waggel ik 100 meter over het gras op fietsschoentjes naar de gereedstaande Gerard, die de trio mag gaan afronden met 10 km hardlopen. Het startnummer aan de band fungeert bij de wissel als estafettestokje.
Ruim 2 minuten later begint niemand minder dan Thomas Poesiat aan zijn 10 km, die samen met zijn zwemmende broer en fietsende schoonvader ook deelneemt aan het trio-onderdeel. Dat is een minuutje of 2 te weinig om Gerard een kans te geven tegen de nationale hardlooptopper.
De tweede en derde AVW-fietser komen zo’n 10 minuten later binnen in de personen van Ron Kolloffel en Marc Meeder, waarna Marieke en Herbert elkaar kunnen gaan opjagen naar een snelle 10. Ton ten Kate arriveert als vierde fietser in wat achteraf de tweede fietstijd (1.12) blijkt te zijn en schalt ondanks die pittige inspanning als te doen gebruikelijk luide aanmoedigingen over het Parc Fermé naar zijn teamgenoot, in dit geval de vertrekkende Lieuwe van Loon.
Laatstgenoemde is weer lokaas voor Mohammed Kechouh die een minuutje later wordt aangetikt door Martin den Hamer. De laatste AVW-fietser die aan komt hobbelen is Barbara, ingepropt tussen de ‘van der Weckjes’. Frank is de slotloper van dit team.
Na de eerste fiets- en zwemervaringen onderling te hebben uitgewisseld lopen we naar de finish van het laatste onderdeel waar al vele Olympische deelnemers zijn gefinisht als we Thomas Poesiat aan de overkant (paar honderd meter voor de finish) voorbij zien komen met in zijn kielzog… Mohammed! Dat geeft grote consternatie in de AVW-gelederen; welke route heeft de sympathieke Marokkaan bewandeld dat hij tussen Thomas en Gerard is terechtgekomen?
Thomas (met ontbloot bovenlijf, wat hem 2 jaar terug het Westland-klassement kostte ten gunste van schrijver dezes) lijkt met 2.03.18 de eerst aankomende trio-deelnemer te zijn, waarna Mohammed met een verbaasde blik in zijn ogen het teamzilver voorlopig voor zich opeist. Gerard komt naar verwachting 2 minuten na Thomas aan de meet (2.05.31) en heeft voor zijn 10 km zo’n 36 minuten nodig gehad.
Het Mo-mysterie wordt al snel ontrafeld wanneer blijkt dat hij de sprintafstand (5 km) heeft afgelegd. Sportief als hij is meldt hij dit een keer of vier bij de organisatie, die tenslotte het team AVW Smart (hoe toepasselijk) uit het klassement schrapt.
De strijd om de tweede plek van de AVW-teams blijft tot het einde spannend omdat de gelijk gestarte Marieke en Herbert nauwelijks voor elkaar onder doen. Marieke start sneller maar moet in de laatste kilometer toch haar meerdere erkennen in de Hoekenees.
Alle lopers zijn het er na afloop overigens over eens dat de loopomstandigheden vandaag bijzonder zwaar waren door de hoge temperatuur en dito luchtvochtigheid, waardoor de tijden bijna zonder uitzondering 2 minuten trager waren dan op grond van eerdere tijden mogelijk werd geacht.
Tijdens de nazit en in afwachting van de prijsuitreiking komen sowieso veel tongen los bij de triatleten, mede in de hand gewerkt door de verstrekking van gratis tapbier. Opmerkelijk bij een POLITIEtriathlon (geen alcoholcontroles bij de uitgang)!
En er blijkt ook echt wat te vieren te zijn voor AVW: het Rapido-team is inderdaad tweede geworden en mag (zonder de al vertrokken Aart) op het podium plaatsnemen.
Het is een mooie afsluiting van dit sportevenement dat volgend jaar op 8 september wordt georganiseerd en al in onze agenda staat genoteerd. Misschien met nog meer AVW’ers??

Uitslag TRIO-triathlon (1000 m zwemmen, 41,5 km fietsen en 10 km hardlopen):
1 Westland komt Eraan 's-Gravenzande 2:03:17
2 AVW Rapido Maassluis 2:05:31
3 Een tros Bananen Tilburg 2:06:21
4 MaxidiStratio Spijkenisse 2:08:46
5 DiMaRo Spijkenisse 2:12:04
6 The Good, Bad & Ugly Oud-Beijerland 2:14:16
7 Team Euromax Spijkenisse 2:14:34
8 Huizer Spijkenisse 2:15:56
9 Vivendum Hoogvliet Rotterdam 2:19:06
10 AVW Fastest Maassluis 2:20:36
11 AVW Mix Maassluis 2:20:49
12 AVW Jong & Blond Maassluis 2:27:11
18 AVW Bikkels Maassluis 2:37:39


Atletiekfeest in Amsterdam
31 juli 2011
Het laatste weekend van de natte en koude zomermaand juli werden in het Olympisch Stadion in Amsterdam de NK Atletiek voor senioren afgewerkt.
Op zaterdag stonden veel series en enkele finales (verspringen) op het programma, maar publiekstrekker was de zondag die bewolkt en gelukkig droog verliep.
Voorafgaande aan het grote werk werden op zondagochtend in het kader van de 1K-Runaway 8 1000 meterfinales gelopen door jongens en meisjes in de leeftijden 7, 8, 9-10 en 11-12 jaar.De deelnemers hadden zich in het voorjaar voor deze finale kunnen plaatsen bij 1000-meter-wedstrijden, die onderdeel waren van grote wegwedstrijden zoals de Rotterdam- en Utrechtmarathon.
AV Fortuna werd vertegenwoordigd door 3 meisjes die allen de 1 kilometer bij de Rotterdammarathon in hun categorie hadden weten te winnen.
De jongste roodgele, Isabelle Raap, bleek vandaag opnieuw de snelste te zijn bij de 7-jarigen. Van begin tot eind lag ze aan de leiding en bleef ze als enige (net) onder de 4 minuten. Femke Noordam (B-pupil) had de pech dat ze net 9 jaar was geworden en nu dus de jongste loopster was in het veld van 9- en 10-jarigen. Met een persoonlijk record van 3.53 presteerde ze uitstekend.

Kristel liep in de oudste categorie en hoopte vooraf haar pr van 3.19.86 te gaan verbeteren. Zoals gebruikelijk openden de meiden met 34/35 sec erg rap op de 200 meter maar volgde er een relatief rustige eerste volle ronde. Kristel nestelde zich ergens in het midden van het veld op een zesde/zevende plaats en oogde ontspannen. Na 600 meter (1.57) rukte ze op naar een derde plek en begonnen we even te denken aan een Maassluise stunt. Helaas kon ze de daaropvolgende versnelling echter niet beantwoorden en zakte ze terug naar een zevende plek. Het pr zat er net niet in (3.20.45 tegenover 3.14.60 voor de winnares Susan van Weperen) maar teleurgesteld was ze zeker niet na afloop. Ze had de concurrentrijke race in het stadion als erg prettig ervaren en wil nu veel vaker dit soort wedstrijden lopen. Hmm, dat worden dan veel autokilometers komend jaar...
Bij de jongens van 11 en 12 jaar werden duidelijk de snelste tijden gelopen met als winnaar Elias Loukili in 3.02.14.
Na de kinderlopen hebben we uiteraard het echte NK gevolgd.
Van vrijwel alle onderdelen waren vandaag de finales, waarvan de loopnummers in hoog tempo achter elkaar werden afgewerkt en de technische parallel daaraan bekeken konden worden.
Wat betreft het laatste trok het discuswerpen de meeste aandacht dankzij de ook internationaal goed presterende Eric Cadee en Rutger Smith (63.06 om 63.52 meter). Bij het polsstokhoogspringen wist Sintnicolaas de verwachtingen niet waar te maken en won Robert Jansen met 5.40 m. Brenda Baar had even het Nederlands record bij de hinkstapsprong in haar bezit (13.53 m) totdat de windmeter roet in het eten gooide: +2,3 m/s.
Toppers bij de loopnummers waren Martina (winnaar 100 en 200 meter voor Patrick van Luijk), Dafne Schippers (100 m in 11.41, maar vooral groot meerkamptalent), Yvonne Hak (wat teleurstellende tijd van 2.05 met oog op WK), Bram Som (maakte uitstapje naar de 1500m en bleef Rene Stokvis slechts met een neuslengte voor), Ilse Pol (kon net de 16 minuten-barriere niet doorbreken op de 5000 meter), Siem Vroemen (bood 5 jaar geleden nog tegenstand aan Kenianen en is nu op 42-jarige leeftijd nog veel te sterk voor zijn nationale tegenstrevers; prachtige techniek!), Marcel van der Westen (bij afwezigheid van de geschorste Gregory Sedoc verreweg de beste op de 110 m horden) en Robert Lathouwers van RA (met Som en Okken nationale top op de 800 meter en na zijn winst opvallend enthousiast naar het publiek).
Als langeafstandsloper ging mijn aandacht natuurlijk extra uit naar de 5 km bij de mannen waar o.a Thomas Poesiat het strijdtoneel betrad. Het werd een boeiende race die pas na 3000 m echt ontbrandde. Na enkele plaagstootjes van Kalid Choukoud (Haag Atletiek) moest ploeggenoot Thomas Poesiat passen en konden alleen Dennis Licht en Jesper van der Wielen (pas 19!) volgen. De 1 na laatste ronde versnelde Dennis Licht en moest Choukoud eraan geloven. Alleen de 19-jarige weigerde te capituleren en gaf zich pas in de eindsprint gewonnen (14.17,7 om 14.18,0). Toch baalde hij na afloop, net zo als Thomas Poesiat (4e) trouwens die woest vloekend zijn bidon wegsmeet. That's the spirit!
Al met al een heerlijke atletiekdag gezien met een erg gemoedelijke sfeer. Waar maak je mee dat de nationale toppers zich na hun wedstrijden gewoon tussen het publiek begeven. Zo kan je zomaar tegen Rutger Smith oplopen (terugstuiten) of atletiekfenomenen als Ellen van Langen en Gerard Nijboer bij de koffiestand ontmoeten.
Kristel kijkt nu uit naar de D-spelen op zondag 4 september op dezelfde baan!


Zonder busjes gaat het sneller
10/11 juni 2011
Het zal ergens in mijn voorbereiding op de najaarsmarathon zijn geweest dat Ton ten Kate vroeg of ik mee wilde doen met de derde Maaslandloop.
De organisatie van deze hardloopestafette over 360 km voor het goede doel, die altijd in het tweede weekend van juni op de kalender staat, is in handen van de actieve hardloopvereniging Thof Running en Sport en Spel, die dit jaar hadden gekozen om het geld van de estafette ten goede te laten komen aan de plaatselijke zorgboerderij Au Boulot. De opzet is vergelijkbaar met de Roparun (520 km) maar is veel kleinschaliger met een deelname van een handvol teams tegenover inmiddels 275 teams bij de estafette tussen Parijs en Rotterdam.
AVW was de voorgaande twee jaren ook al deelnemer aan de wedstrijd die voert langs Vlaardingen, Delft, Reeuwijk, Wijk bij Duurstede, Rhenen, Zaltbommel, Raamsdonkveer, Stad aan Haringvliet, Rockanje en Rozenburg, maar dit jaar wilde Ton proberen om tien AVW?'ers zo gek te krijgen om het gehele parcours fietsend en lopend af te leggen. Het idee sprak me meteen aan. Ervaring had ik al met de Roparun (7x) en de bevrijdingsestafette vanuit Wageningen (2x) maar daar werd naast het lopen steevast gebruik gemaakt van busjes als vervoermiddel, zodat het verplaatsen per fiets me een leuke nieuwe ervaring leek.
Er bleken snel meer enthousiastelingen te zijn voor deze estafettevorm wat in maart tot een eerste overleg en op 8 mei tot een oefenloop leidde die bestond uit de eerste 24 km van de Maaslandloop. Net als op 10 juni moest gaan gebeuren werd het AVW-team in tweeën gesplitst waarbij team A vanaf de feestlocatie aan de Doelstraat het eerste deel (12 km) ging lopen en team B de kortste weg naar het wisselpunt nam op de fiets. Halverwege werden de rollen omgedraaid. Tijdens deze oefening ervoeren we dat het bij het wisselen van de loper na elke kilometer handig was om 1 vaste afstandsmeter te kiezen. De ene GPS-meter mat immers structureel meer meters dan de ander en daarnaast waren er ook nog eens meer of minder afwijkende fietsmetertjes in omloop... De op de GPS ingeprogrammeerde Maaslandlooproute bleek een hoge toegevoegde waarde te hebben, die het gebruik van routekaarten op 10 en 11 juni zelfs overbodig leek te gaan maken. Deze navigatieapparatuur vormde trouwens wel een opvallend contrast met het gebruik van de ouderwetse, CO2-neutrale tweewieler.
Naarmate vrijdag 10 juni dichterbij kwam begon de spanning bij het AVW-team gezonde vormen aan te nemen. Verontrustende mails over op handen zijnde zware slagregens, GPS-verstorende zonnestormen en labiele brugconstructies werden enthousiast ontvangen omdat ze ten goede zouden komen aan het heroïsche karakter van de aanstaande ultra-inspanning. Vier andere teams gingen bij deze derde Maaslandloop van start te weten drie Thof-teams en een jong Maaslands team met de typische jongehondennaam '?het derde beentje?'.
Zij liepen alle volgens het busjeswisselsysteem en vertrokken mede daarom een uurtje later vanaf de Doelstraat dan het AVW-team dat 8 uur ?s morgens in uniform tenue klaar stond voor de start. Voor team A en B betekende dat respectievelijk het zelf gefabriceerde loopshirt met alle sponsornamen en dito fietsshirt met volledige voorrits en handige achterzakken
Tijd om het enige Maassluise team voor te stellen:
Team A, dat de eerste 60 km gaat lopen, bestaat uit teamcaptain en cijferfreak Ton ten Kate, de blonde nimmer versagende Marianne de Grauw, twycler Eite Slootheer, de op het materiaal van haar sportieve schoonfamilie terende Esther van Loenen en de eeuwig met zijn luchtwegen kwakkelende Ron van den Berg.
Team B, dat de eerste 60 km gaat fietsen, bevat voormalig regiotopper Han van der Weck, de kleine, maar zeer aanwezige Barbara van Loon, haar levensgezel en tweede teamcaptain Lieuwe van Loon, sfeermaker Jaap Westhof en de laat ingevallen avw-maaslandloop-site-beheerder Patrick van der Spek.
Team C, het begeleidingskwartet, te weten masseuse Jolande Slootheer, cateraarster Ciska ten Kate, de geblesseerde alleskunner Hans Knoops en stand-in bestuurder Jaap van Berkel.
Enkele minuten na 8 uur klinkt onder toeziend oog van de organisatie en zorgboerin Fleur Simons het startschot en mag ex-Maaslander Ron in vertrouwde omgeving de eerste kilometertijd neerzetten. Het fietsteam slaat bij de Hofsingel rechtsaf en gaat volgens de kortste weg naar het eerste wisselpunt in Reeuwijk. Esther loodst team A Maasland uit in een veel hoger tempo dan de haar toebedachte 11 km/u en ook Eite lapt op de Parallelweg het schema aan z?'n loopschoen, wat mogelijk versterkt wordt door de aanwezigheid van de meerijdende fotografen Carry en Astrid. Lichtvoetige Marianne is nummer vier in de ketting en begint net als Esther met 5-vlak, waarna Ton de eerste ronde afsluit in de Broekpolder met 15 km/u.
De toon is gezet!
Het weer zit mee; weliswaar geeft het fietsen in t-shirt en korte broek in de vroege morgen nog kippevel op de armen maar wanneer de zon eenmaal goed is doorgebroken zorgt de windstilte voor erg aangename omstandigheden. In Vlaardingen druken rode stoplichten tijdelijk het teamtempo waarna het gemiddelde langzaam wordt opgevoerd tot boven de 13 km/u. Tussen Delft en Pijnacker ziet Eite kans om al fietsend twitterend (twyclen) verslag te doen aan zijn (thuis)volgers en Ton en Ron rekenen uit dat 'het derde beentje' ons bij een gemiddeld tempo van zo'n 15 km/u na een uurtje of 8 voorbij zal stuiven op het moment dat team B dus aan het lopen is. Esther heeft het aanmerkelijk beter naar haar zin dan bij haar laatste marathons en Marianne ervaart dat ze als loper veel meer binding heeft met het parcours dan in haar vorige functie als chauffeur/navigator. Dat geldt trouwens ook voor degenen die vorig jaar al loper waren; door het wisselen met de fiets zie je veel meer dan wanneer je na 1 km rennen in het busje duikt.
Van Pijnacker gaat het naar Gouda en stuiten we op een omleiding van 5 km bij Waddinxveen omdat daar donderdagavond een hefbrug naar beneden is gevallen en de reparatie minimaal een dag vergt. Ton heeft gisteren nog een crs-bestandje rondgemaild dus trekken we moeiteloos in een halve cirkel om Waddinxveen. Na over het vandaag rustige Gouwe-aquaduct (A12) te zijn getrokken komen we in het fraaie natuurgebied de Reeuwijkse Plassen waar ?miljoenenvilla?'s? aan beide kanten worden ingesloten door water en overheersende vogelgeluiden een rustgevend gevoel forceren. Jammer van die recreërende automobilisten?.
Na 65 km arriveren we net voor 13:00 uur bij het eerste wisselpunt waar team B trappelend van ongeduld in de startblokken staat en Han de eerste loopkilometer voor zijn rekening neemt. Het busje met aanhanger blijkt geparkeerd te zijn op het erf van een boerderij en daarvoor is door team C een soort van marktkraam uitgestald met o.a. broodjes kaas, krentenbollen, oranje aa-tjes, repen, tomaten en bananen. Het is erg verleidelijk om hier in het zonnetje te blijven hangen, ware het niet dat de langere rustpauze bij het tweede wisselpunt nabij Wijk bij Duurstede is gepland en aangezien die eerste fietsetappe nauwelijks afgesneden kan worden (53 km) is de vrije ruimte krap.
Al gauw verplaatsen de GPS-ontvangers van team A aan pols en in mobiel (te volgen op www.trackr.nl) zich dus met lichte tegenwind oostwaarts met een gemiddelde snelheid van 20 km/u. We blijven 40 km lang noordelijk van de Lek rijden en passeren daarbij ons voorheen volslagen onbekende (kerk)dorpjes als Tull en t Waal, voordat de gevreesde ellenlange Lekdijk wordt opgedraaid. Wisselpunt twee is opgeslagen in de uiterwaarden van de Lek en brengt direct het campinggevoel naar boven, mede in de hand gewerkt door het zwarte dampen en vele decibellen verspreidende aggregaat dat Hans en Jaap vooralsnog tevergeefs aan de praat proberen te krijgen, zodat hij de gewenste functie niet kan uitvoeren: stroom leveren aan GPS-meters, mobieltjes en magnetron. Gelukkig heeft Ciska een zich al jaren bewezen hebbend campinggasstel ter beschikking dat de nasi- en rijstmaaltijden snel smakelijk weet te krijgen. Vanuit Maassluis krijgen we sms-berichten door dat het daar inmiddels noodweer is waarvan de donkere wolken die in het westen opdoemen getuigen.
Nou ja, hier is t nu heerlijk: carpe diem!
Lieuwe belt dus veel te vroeg naar ieders zin met de mededeling dat team B al op 5 km van het wisselpunt zit en er door team A dus begonnen moet worden met de preparatie voor de tweede loopetappe. Even na half 6 zien we vijf stipjes op de Lekdijk aankomen en is t uiteindelijk Patrick die Ron aantikt voor de volgende 60 km.
Met nog steeds een lichte wind op kop vervolgen we de dijk richting Rhenen waar de lucht op z'?n lichtst is. Achter ons breekt de bliksem en donder los welke als ideale aanjagers fungeren. Na zo?'n 140 km ontmoeten we eindelijk een ander team van de Maaslandloop, want tot nog toe is dat ?contact? beperkt gebleven tot bewegende stipjes op trackr.nl en twitterinfo, die ons wel duidelijk heeft gemaakt dat we verrassenderwijs samen met ?'het derde beentje?' aan de leiding lopen. Het is echter de passieve helft van team Thof 3 die we uit het busje zien komen rollen en die tijd zat blijkt te hebben om uitgebreid bij een pizzeria te gaan eten: zie hier de winst van de busjes op de fietsverplaatsingen.
Net voor Rhenen vallen de eerste regendruppels uit de donkere lucht en wanneer we daar zijn omgekeerd en aan de andere kant van de Lek westwaarts lopen dreigt de waterval even serieuze vormen aan te gaan nemen. Je houdt er vooraf weliswaar rekening mee maar het positieve humeur wordt toch danig op de proef gesteld als je je kleren langzaam zwaar voelt worden, de kou in je ledematen trekt en je de druppels onophoudelijk op het asfalt ziet opspatten. De gewenste heroïek die JaapW voorzag lijkt bewaarheid te worden.
Na een uurtje is het echter over en wordt het wolkendek vervangen door een elk antidepressivum overtreffende blauwe schemerhemel boven de kronkelende rivier. Het tempo van het team lijdt niet onder de omstandigheden en gaat vlak voor het derde wisselpunt bij Zaltbommel (180 km) zelfs wat omhoog. Net voor 10 uur lost team B team A af om in verlicht ornaat de duisternis tegemoet te lopen. Het onthaal is wederom enthousiast wat des te prijzenswaardiger is als we binnen te horen krijgen dat team B tijdens zijn fietsetappe met een razende Pluvius te kampen heeft gehad en verkleumd op het (heilzame) wisselpunt aan was gekomen.
Team C blijkt hier in een soortement kuuroord te zitten waar de temperatuur aangenaam is en de chocomel, tomatensoep en (vega)bouillon heet. Unaniem wordt besloten om op deze plek de lange rust te houden inclusief massage. Er is niemand die gebruik maakt van zijn/haar van huis meegenomen matjes en slaapzakken terwijl de warme lucht daar toch naar zou moeten doen verlangen. Blijkbaar zit er bij de lopers nog teveel adrenaline in het bloed. In de koffiekamer zien we op Ton?s laptop dat het de rest van de nacht droog zal blijven (buienradar.nl) en dat ?'het derde beentje'? op geruststellende achterstand ligt (trackr.nl). Naarmate het vertrektijdstip (12 uur) dichterbij komt neemt de zin om te vertrekken navenant af. Het doet me aan m?'n moeder denken, die bij aankomst op een nieuwe camping steevast verzuchtte waarom we niet op de vorige waren gebleven waar we het toch goed hadden en zo.
De plicht roept harder en dus trekken we warme kleding aan met over de jas een hesje met kerstboomverlichting en de helm op het hoofd: op de toevallige nachtelijke voorbijganger moet het fietsende gezelschap welhaast een macabere indruk maken.
De wind blijkt in de rustpauze te zijn toegenomen en naar het westen te zijn gedraaid wat het gemiddelde fietstempo drukt tot net onder de 20 km/u. We moeten zo?n 45 km overbruggen naar het volgende wisselpunt in Raamsdonkveer (tankstation) en dankzij de feilloze GPS-navigatie en de blauwe laserstraal op de geleende fiets van JaapsW eega is de weg vinden geen probleem. De stemming in team A blijft opperbest. Esther kende bij de tweede loopestafette een kleine inzinking maar leeft als nachtmens helemaal op in de donkere Betuwe. ?Twyclen by night? is aan Eite niet besteed; de mystieke donkere Maas onder de goed zichtbare sterrenhemel zullen de natuurmens in hem hebben wakker geschud :).
Dat wakker-schud-effect heeft ook het telefoontje dat Ton krijgt van Lieuwe als we nog 5 km te fietsen hebben tot het 240-km-wisselpunt. Team B zit er namelijk ook 5 km vanaf dus wordt de tijd voor omkleden en fourageren behoorlijk krap. Rond half drie arriveren we bij het troosteloze tankstation waar surveillerende politie navraag komt doen over het waarom van onze aanwezigheid.
'?We lopen voor Au Boulot?', en weg zijn ze weer.
Mogelijk dat het korte kwartiertje rust er debet aan is dat we kort na de wissel met een eerste serieuze tegenslag te maken krijgen. Zoekend naar de juiste kleding voor de loopestafette (het is hooguit een graad of 10) raakt een jasje van Esther verstrikt in de spaken van haar voorwiel met als gevolg een harde kennismaking met het asfalt, een tand door de lip, schaafwonden aan de hand en een duizelig gevoel. Arts Lieuwe wordt opgepiept en constateert dat verder lopen onverantwoord is. Er worden verschillende opties overwogen over het vervolg van de estafette wat uiteindelijk leidt tot het ophalen van Esther met de bus en het inzetten van JaapB als vervangende loper. Om niet al te veel tijd te verliezen zetten Ton en Ron de route in gematigd tempo voort en zullen Marianne, Eite en JaapB zo snel mogelijk fietsend aansluiten.
Dat gebeurt al na 4 km waarna JaapB meteen zijn kilometer mag rennen. De analyse van de fitte zestiger betreffende de andere lopers is weinig vleiend: '?jullie lopen wel houterig allemaal?'. Het is waarschijnlijk niet ver bezijden de waarheid want dit laatste loopgedeelte (240-300 km) wordt door hen allen als zwaarste ervaren, niet alleen omdat ze er al zoveel kilometers op hebben zitten maar ook vanwege de slaap en de kou die weerstaan moeten worden. Lopend heb je het vrijwel direct warm en op de fiets doet het lage tempo je snel verlangen naar meer kleding. Snel wisselen is door het hesje met lampjes niet mogelijk zodat het een lastige keuze is wat je moet dragen. Zie hier toch een duidelijk verschil met het wisselen met busjes, wanneer je na het lopen meteen in een warme, dampige ruimte kruipt.
Andere consequenties van het vele fietsen: een pijnlijk zitvlak en een verstijfde nek, die zich steeds meer doen gevoelen.
De zwaarste momenten treden op als het daglicht aanbreekt: het lichaam wil slapen, de benen gaan futloos voelen en de ogen dreigen dicht te vallen. Het tegen wil en dank eten van dondert niet wat brengt het lichaam dan weer enigszins tot leven, waarna de juiste spirit terugkeert.
Op Goeree-Overflakkee lopen we weer in het licht en is het aftellen geblazen tot Stad aan Haringvliet (300 km) waar het laatste wisselpunt is. Veel wordt er niet meer gepraat in deze fase en de tempo'?s zijn bij iedereen wat ingezakt al blijft de voorsprong op het schema intact.
Het wisselpunt, dat even voor 8 uur bereikt wordt, ligt dit keer bij een boerderij waar team B op de ervoor gelegen dijk staat te schreeuwen, te klappen en een enkeling zelfs een soort van regendans aan het uitvoeren is. Met succes helaas, zo blijkt als team A zich na de aflossing de zorgboerderij (hoe toepasselijk) laat welgevallen. In de hooischuur verscholen achter een tractor verrichten Hans en Jolande decente fysieke activiteiten om de lopers uit hun stramme situatie te bevrijden en bij de bus zorgt Ciska middels onder meer een apetijtelijk gebakken eitje naar eigen recept voor de inwendige mens. Het voelt alsof de finish al gehaald is al moet er straks nog wel naar Rozenburg worden gefietst. Ton bevindt zich echter nog midden in de wedstrijd en ziet tot zijn vreugde dat na 1 uur rusttijd nog geen spoor is te bekennen van zijn '?derde beentje?'.
De overwinning gloort!
Om 10 uur vangt, met de herstelde Esther, de laatste fietsetappe aan, die dankzij de matige zuidenwind en de opgeklaarde lucht de makkelijkste van de drie wordt. Vooral vanaf de Haringvlietdam, waar Carry ons tegemoet komt fietsen om ons vervolgens te vergezellen, hoeft er nauwelijks meer getrapt te worden. Team B maakt nog een lus via Rockanje, waar de organisatie aan de deelnemers koolhydraatbommen in de vorm van pannenkoeken uitdeelt, die de laatste lootjes naar Rozenburg moeten verzachten.
Vijf kilometer voor de pont houdt team A op de Brielsebrug de benen stil om samen met team B het laatste gedeelte af te leggen. Keurig getimed is het Han die ons enkele minuten voor 12.40 u de pont binnen loodst waarop ook plaats is voor de bus en team C.
Na de pont gaat het via Noorddijk, Rozenlaan, Julianaweg en Herenstraat naar het eindpunt van de Maaslandloop: het Lentizcollege aan de Commandeurskade. Omdat op 500-meter-intervallen is overgegaan worden de 5,5 km afgeraffeld in 21 minuten en passeert Eite om 13:08 de finish. Team AVW heeft het gefikst in 29 uur en 8 minuten!
Uiteraard is er een enorme ontlading na dit moment, al moet er nog op de andere teams gewacht worden alvorens de huldiging kan gaan beginnen. Ten eerste zal '?het derde beentje'? arriveren dat we dan na ruim 30 uur eindelijk live krijgen te aanschouwen.
Wanneer de klok geruisloos de 14:08 passeert mogen we opnieuw juichen: het enige Maassluise team in de Maaslandloop rent zonder busjes naar de snelste tijd!
Twintig minuten ofwel 1 pont later zijn de jonge honden er wel, op gepaste afstand gevolgd door de samengesmolten 3 Thofteams.
Half vier gaat team voor team in volgorde van binnenkomst terug naar het startpunt aan de Doelstraat waar op het schijnbaar altijd zonnige feestterrein op het podium mag worden plaatsgenomen. Wanneer het team van organisator Bart Makkinga op het podium staat krijgt zorgboerin Fleur Simons een cheque van 25.000 euro in handen gedrukt, zijnde de opbrengst van de derde Maaslandloop.
Het prachtige evenement wordt vanzelfsprekend afgesloten met veel drank en veel (sterke) verhalen en eindigt voor de meesten al in de vroege avond in een hele diepe slaap. Slechts Patrick blijkt daar moeite mee te hebben; misschien had hij nog aan kunnen sluiten bij een Roparunteam?

Ton en Han hebben aan de hand van hun GPS-meters nog wat gegevens opgevist van het AVW-team tijdens de Maaslandloop:
In de eerste loopbeurt van team A en B gemiddeld : 4:28 min/km
In de tweede loopbeurt gemiddeld : 4:38 min/km
In de derde loopbeurt gemiddeld : 5:06 min/km
Totaal 369,6 km (incl. omleiding) in 29:07 : 4:43 min/km
Gemiddeld gelopen per persoon : 37,0 km
In totaal gefietst per persoon : 287,2 km
Door Ton verbruikte energie : 6800 kcal


Wanneer keert die ongrijpbare vorm terug?
18 mei 2011
Na de gewonnen marathon in Etten-Leur (oktober 2009) volgde een goede voorbereiding en slechte uitvoering van de Rotterdammarathon van 2010. Bijzondere van deze teleurstellende 42,2 km was dat ik in de snelle eerste helft (1.16.30) niet voelde dat een inzinking aanstaande was, iets wat ik bij eerdere matige marathons wél voorvoelde. De rondgang om de Kralingse Plas werd een serieuze martelgang waar geen einde aan leek te komen.
Pijn wordt echter snel vergeten wat waarschijnlijk de reden is dat men toch weer telkens aan een volgende marathonexpeditie begint die onvermijdelijk tot nieuwe littekens zal leiden. Omdat er eind mei een Thof-trip naar de Mont Ventoux zat aan te komen stapte ik twee dagen na de marathon al op de racefiets om genoeg trainingstijd te hebben voor een transformatie van marathon- naar fietsbenen, wat me gezien de barre reputatie van de kale berg een verstandige keuze leek. Tussentijds liep ik de Golden Ten in Delft nog in 34.12 met opnieuw een fors verval in het tweede gedeelte (16.40 om 17.30).
Het fietsen beviel me van meet af aan een stuk beter dan het lopen. Er zijn jaren dat de overgang naar het fietsen moeizaam verloopt maar dit jaar was de relatie met mijn rode Target direct een innige en kon ik na een handvol trainingen al dertig kilometer lang een gemiddelde van 36 km/u vasthouden.
Dat vertaalde zich ook in de tijd die ik voor de 21,5 km klimmen vanuit Bedoin (1.31.55) nodig had, welke vrijwel gelijk was aan die van vijf jaar eerder aan het einde van het wielerseizoen (voor verslagen zie op deze site onder de link 'fietsen'). Overigens had ik het hele weekend in de Provence wel te kampen met een flinke keelverkoudheid. Een onaangename voorbode.
De zomer begon met een meevallend clubkampioenschap waar ik de aanstormende Gerard net voor wist te blijven door in de vierde kilometer genoeg afstand te nemen. Dat moest ik wel bekopen met een mindere 10 km op de dag erna in Kwintsheul en een moeizame run-bike-run op zaterdag, met name waar het de looponderdelen betrof. Mogelijk was dit intensieve weekend er de oorzaak van dat ik een week later de Thof-triatlon moest laten schieten vanwege een grieperig gevoel en het daaropvolgende weekend bij de Kadeloop volledig instortte op de kade langs de Vlaardingse Vaart (17.15 en 18.35 over 10 km).
De vakantie in Frankrijk en Barcelona leek dus als geroepen te komen, waarna ik op 7 augustus uitgerust en met goede zin aan de start stond bij de Bradelierloop. Vooraf had ik bij het inlopen op het voetbalveld steken gevoeld bij de aanhechting tussen linkerhamstring en heup wat wel vaker optreedt en tijdens de wedstrijd vanzelf verdwijnt. Daar mocht ik de slechte prestatie dus niet aan wijten, want het werd opnieuw een loopblamage, vergelijkbaar met de Kadeloop. Waar ik voorheen na een rustperiode nog een hoge 33'er op de 10 km kon lopen zat ik er nu liefst 2 minuten boven. Simpel ademnood. Het roer moest om!
De reddende hand moest komen van Ton ten Kate die me met schema's wilde begeleiden voor de marathon van Etten-Leur op 31 oktober. Begonnen werd met een zgn. HADD-test, waarin 5x2400 meter wordt afgelegd met oplopende hartslag, te beginnen met 50 en eindigend met 10 slagen onder de maximale hartslag (bij mij ca. 165). Daarna volgden trainingsweken van 90/100 km met als nieuw element de langzame(re) duurlopen, variërend tussen 4.25 en 4.50 min/km. Vreemde gewaarwording om tijdens een training niet echt moe te worden en alle tijd te hebben om de omgeving in je op te nemen. Wel erg saai als het donker is?
Na 6 weken wees de tweede HADD-test uit dat er conditieverbetering was opgetreden in de 2 hoogste hartslagzones. Hoe dit te vertalen viel naar mijn niveau bij de wedstrijden bleek twee dagen later bij Westlands Mooiste (10 EM). Met een tijd van 57.48 bij stormachtige omstandigheden en een tweede plaats overall viel dat niet tegen. Twee weken verder zette de progressie helaas niet door bij de halve marathon van Eindhoven. De 1.16 rond wees nog zeker niet op een sub 2.40 bij de aanstaande marathon. Ton wees er op dat ik geduld moest hebben en dat er vergeleken met de Bradelierloop al veel winst was geboekt. De gestaag dalende rusthartslag in de ochtend wees ook in die richting.
Het resultaat van de Etten-Leur marathon (2.43.40) was in lijn met dat van Eindhoven en zag ik eigenlijk meer als een tussenstation naar snelle wedstrijden in de winter. Ik had in die twee voorbereidingsmaanden immers een sterke basis gelegd en was noch door blessures noch door ziektes lastiggevallen.
Hoe anders of harder was de realiteit; drie weken na de marathon liep ik met pijn en moeite naar 53.43 bij de 7-heuvelenloop, wat ruim 2 minuten langzamer was dan 1 jaar eerder. Een dag later had de keelpijn zich omgezet in een lichte koorts en lamlendig gevoel, wat op dat moment zelfs iets geruststellends had. Daarna 1 week rust genomen. Drie weken later precies hetzelfde na een tegenvallende AVW-cross. Weer 1 week in de lappenmand. Op oudejaarsdag waagde ik me aan een naar ik meende veilige korte wedstrijd (3000m) op de baan, wederom gevolgd door een stevige fysieke terugslag.
Toen werd het tijd voor een bloedonderzoek. Zowel de test op virussen als allergieën leverde een negatief resultaat op, zodat ik uit arren moede besloot me maar de hele maand januari gedeisd te houden, op welk voornemen ik voor de Ruitenburgloop (10 km over o.a. Westlandseweg en Rozenlaan) natuurlijk een uitzondering maakte.
Februari werd een rustige opbouwmaand en keerde de vorm in de trainingen voorzichtig terug. Voor de Midden-Delfland halve marathon op 5 maart stelde ik me daarom tot doel om in de buurt van de 1.15 te gaan lopen en was de 1.18-rond bij goede omstandigheden dus opnieuw teleurstellend te noemen. Een week later leek er een ommekeer te komen bij de 5-km testloop van AVW, die ik onverwachts vrij gemakkelijk in 17.15 wist te lopen. Ook de halve marathon van Naaldwijk (1.16.43) bood aanknopingspunten voor het gewenste herstel naar de tijden van 2009 en eerder.
Helaas hielpen in de week erna een baantraining bij Fortuna (20 s / 100 m niet haalbaar bij langere intervallen) en Dwars Door Dordt (10 km maar net sneller dan de doorkomst bij de halve marathon) mijn optimisme weer om zeep en bleek een week later bij de HADD-test dat mijn niveau zelfs wat was gezakt tov de eerste test in augustus.
De Rotterdammarathon liet ik na 8 jaar als deelnemer aan me voorbijgaan. Wel stond ik er als alternatief AVW-drank uit te delen bij het vermaledijde 23-km-punt van 1 jaar eerder. Sommige clubgenoten leken hier nu dezelfde onaangename momenten te beleven. Het ging niet bij me kriebelen langs de kant wat mogelijk een gevolg was van de min of meer vrije keuze om af te zien van deelname. Een laat opgelopen blessure is confronterender.
Edoch: volgend jaar wil ik er zeker weer bij zijn! Dan moet er wel meer duidelijkheid zijn over de reden van de opvallende prestatieve terugslag het afgelopen jaar, welke hopelijk niet alleen te wijten is aan mijn vorderende leeftijd (met dit verval kan ik op m'n vijftigste naar de naburige wandelclub :-( ).
Vrijdag 22 april heb ik nog een uitgebreide medische keuring bij het SMA in Vlaardingen ondergaan wat niets bijzonders opleverde. In vergelijking met dezelfde keuring in oktober 2005 viel wel op dat ik met de fietstest anderhalve minuut eerder moest stoppen (niet zo gek, dit jaar nog geen meter geracefietst) met een maximale hartslag van slechts 154 (in 2005 nog 168). De waarde is zo?n 10 slagen lager dan je met hardlopen kunt bereiken, dus die 154 is wel in overeenstemming met de 165 die we met de HADD-test vonden.
Na de keuring volgden twee weken vakantie in Porlezza (meer van Lugano). Daar was ik misschien harder aan toe dan ik wilde toegeven: de afgelopen 3 maanden had ik immers ook een groot aandeel gehad in de verbouwing van de vrijwel volledige achtertuin.
Wie weet is de rode draad in dit verhaal wel oververmoeidheid en kom ik deze zomer als herboren terug :-).


Dwars Door Dordt?
4 april 2011
Het was alweer 5 jaar geleden dat ik deelnam aan Dwars Door Dordt, een 10-kilometerwedstrijd die traditioneel een week voor de Rotterdammarathon wordt georganiseerd. Toen, in 2006, zaten we aan het eind van het 'sub3-groep-experiment' en volgde op een goede DDD (33.04) een licht teleurstellende marathontijd (2.38), reden waarom ik sindsdien deze wedstrijd gemeden heb.
Aangezien ik volgende week in Rotterdam slechts 'waterdrager' zal zijn (na 8 achtereenvolgende deelnames) stond nu niets deelname aan deze druk bezette stadsloop in de weg.
Voorafgaande aan de hoofdloop werden een aantal jeugdlopen afgewerkt op de 400-meterbaan van AV Parthenon/Hercules en gaven Tamar en Kristel het goede voorbeeld bij resp. de 6-8 jarigen (800 m) en de 11-13 jarigen (1600 m). Tamar haalde zilver in 3.31 en Kristel werd eerste overall in 5.56, tot groot enthousiasme van speaker Rens Hoogvliet, die de paardestaart van alle jongens weg zag lopen. Naast een medaille, een flesje water en een bidon leverde de dames dat ook nog eens een flinke tas met inhoud van de sponsor Haribo op :-).
Volgende week zaterdag mogen ze weer aan de bak bij de 1-km kinderloop op de Coolsingel, wat het voorprogramma genoemd mag worden van de 42,2 km op zondag.

Vlak voor 1 uur trok een enorme stoet lopers naar de start van de 5 en 10 km op de achterliggende Noorderdijk waaronder in ieder geval 3 AVW'ers, want ook Paul Wolters en Arie Vliegenthart hadden Dordrecht weten te vinden. Daarnaast veel bekende gezichten van de vroegere Zuiderster- en Loopreisserie waarvan ik er het laatste jaar een aantal eigenlijk nauwelijks heb gezien. Wedstrijden blijven de slagroom op de hardlooptaart die door marathonvoorbereidingen en kinderschema's helaas karig belegd is gebleven.
Mijn streven was om vandaag een sub-35'er te lopen wat me gezien de tussentijd op de 10 km bij de halve marathon in Naaldwijk afgelopen zaterdag (35.25) zeker mogelijk leek.
Omstandigheden waren goed: graadje of 13, geen zon en weinig wind die vooral aan het begin tegen stond. De eerste twee kilometers waren breed en recht en nodigden uit tot een (veel te) snelle start waar ik tegenwoordig niet meer door gehinderd word. Een geluk bij een ongeluk ;-). Het werd 6.45 waarna we gescheiden werden van de 5 km en de binnenstad indoken. De klinkers, de bochten, de bruggetjes en de ademnood deden het tempo vervolgens dermate zakken dat halverwege (17.27) een sub-35'er uit beeld was verdwenen.
Onverklaarbaar is dat toch. Nooit heb ik moeite gehad met het lopen van een 17-rond in de eerste helft van een 10 km en nu is het knokken voor een 17-half opening! Gelukkig bleef het verval in het tweede deel beperkt en bleven de kilometers tussen de 3.30 en 3.35 gaan. Met de eindtijd van 35.18 (19e overall) kon ik echter kwalijk vrede hebben al was het wel goed genoeg voor een tweede plaats bij de 45-plussers op gepaste afstand van thuisloper Aissa Marguoum.
Winnaar werd Tim Pleijte uit Zeeland, net voor Patrick Kwist die beiden een 31-hoog lieten aftekenen. Bij de vrouwen was het Carla Ophorst die opnieuw alle jeugd de baas bleef. Moet Kristel haar dan uiteindelijk gaan aflossen??
Prima georganiseerde loop, volgend jaar maar weer denk, marathon of niet!