Wedstrijden 2010

Matig loopjaar
Koninginne- en Bevrijdingsdag
Slechte uitvoering
Goede generale in Naaldwijk
De zevende halve van Midden-Delfland


Hardlopen in 2010: gauw vergeten
31 december 2010
Naar boven

Met een spectaculaire marathonoverwinning in Etten-Leur en een persoonlijk snelste tijd op de Zevenheuvelenloop (51.27) werd 2009 een prima loopjaar, mede vanwege de overall-overwinning in het Westlandcircuit, ook al had ik daarbij de hulp nodig van een oververhitte Thomas Poesiat.
Het bood perspectief voor 2010 in welk jaar ik in oktober naar de nieuwe leeftijdscategorie M45 zou doorschuiven.
De verwachtingen werden opgeschroefd bij de Nieuwjaarsloop in Hoek van Holland waar ik op een licht besneeuwd parcours voor het eerst winnaar werd door plaatselijk favoriet Erwin Sparreboom in de laatste kilometer af te schudden. Daags daarna kreeg ik problemen met aanhechtingen bij de linkerlies, welke verergerden na een spiegelgladde veldloop bij Fortuna en enkele schaatstochten op de Maaslandse vlieten.
Draaien in bed werd een zeer pijnlijke onderneming en normaal lopen was er niet meer bij. Gevolg was dat ik de eerste Halve van Maassluis gedwongen aan me voorbij moest laten gaan, welke teleurstelling ik enigszins verzachtte door fietsend de kopgroep te volgen, zodat ik live getuige was van de fraaie overwinning van Patrick Kwist op Said Kanfaoui. Vanaf eind januari kon ik de draad weer oppikken en direct starten met de voorbereiding op de Rotterdam Marathon van 11 april. Na trainingslopen in Vlaardingen (25 km) en Maassluis (2x30 km) werd de Midden-Delfland halve marathon begin maart de eerste wedstrijdtest.
Door de harde noordoostenwind werd dat een erg pittige, mede dankzij de concurrentie die Gerard de Lange wist te geven. Wind mee liep hij van me weg of op me in dus mocht ik van geluk spreken dat de wind de laatste 4 km pal op kop stond en ik daar de beslissende voorsprong kon nemen: winnaar in een tamelijk trage eindtijd van 1.16.06.
De progressie zette zich de weken daarna voort tot uiting komend in een halve marathon van 1.14.03 (ca. 3.30 min/km) in Naaldwijk, 15 dagen voor de marathon.
Toch was dat nog altijd een minuut trager dan 2 jaar geleden toen ik in aanloop naar mijn pr van 2.34.41 ook 15 dagen vooraf in Naaldwijk actief was. Het gaf eigenlijk al aan dat een verbetering van dat marathonpr een misschien wel te ambitieuze doelstelling was. Vanzelfsprekend kopieerde ik de laatste weken zo'n beetje de voorbereiding van 2008 en stond ik toch redelijk zelfverzekerd op de Coolsingel naar Lee Towers te luisteren voor mijn twaalfde marathon. Wat volgde was een verloop dat ik bij de eerdere 11 niet had meegemaakt. Bij die marathons had ik halverwege redelijk in kunnen schatten hoe het tweede deel van de marathon me zou afgaan, van volledige ineenstorting (2xEindhoven) tot het behalen van een pr aan toe.
Deze keer klokte ik op de halve marathon 1.16.34 volgens het geplande schema en meende ik op dat moment dat een eindtijd van 2.36 realistisch was. Twee kilometer later stond ik echter 'geparkeerd' en werd het rondje Kralingse Plas een lijdensweg inclusief een heuse stop om de kramp in de rechterkuit weg te masseren. Een ontluisterende 2.49.43 was het resultaat en, vervelender, zonder dat daar een duidelijke oorzaak aan ten grondslag lag.
Twee dagen later begon mijn fietsseizoen twee maanden vroeger dan gebruikelijk omdat er eind mei een reisje met Thof Running naar de Mont Ventoux zat aan te komen. Om een beetje fatsoenlijk omhoog te komen meende ik vóór die tijd een paar honderd fietskilometers nodig te hebben, uitgesmeerd over twee dagen per week. Gek genoeg heb ik me vanaf dat moment gedurende de hele zomer beter gevoeld op de racefiets dan op m'n loopschoenen.
Op een rijtje: Golden Tenloop teleurstellend (34.12), Mont Ventoux bevredigend (1.31.55), RunBikeRun gewonnen dankzij het fietsonderdeel, sterke ploegentijdrit (22 km in bijna 39 km/u), griepje, mislukte Kadeloop, mislukte Bradelierloop en een makkelijk fietsweekend in de Ardennen. Slechts het clubkampioenschap (5 km) in juni was een positieve loopuitzondering.
Deze reeks van mindere loopprestaties was voor mij aanleiding om het in de voorbereiding op de najaarsmarathon over een andere boeg te gooien. Ton ten Kate was zo vriendelijk om een marathonschema van tien weken voor me in elkaar te zetten welke begon met een zogenaamde Hadd-test, bestaande uit 5x2400 m met oplopende hartslag. Zes weken later zou de tweede test volgen met hopelijk snellere tijden bij dezelfde hartslag. In de tussenliggende weken lag de nadruk op het maken van veel kilometers (ca. 100 km/week) in een voor het grootste deel relatief laag tempo. De maandag was daarbij een vaste jogdag met een uurtje ‘5-vlak’. De meeste trainingskilometers gingen ergens tussen 4.15 en 4.30 min/km, wat heel comfortabel is als je 4-vlak gewend bent. Opmerkelijk genoeg bleek de vooruitgang in de tweede Hadd-test echter alleen te zitten in de veel minder getrainde snellere zones. Dat vertaalde zich 2 dagen later wel in een hoopgevende 10 EM in ’s-Gravenzande, waar ik voor het derde achtereenvolgende jaar tweede werd en daardoor eerste bleef in het M40-klassement van het Westlandcircuit.
Twee weken later verdween dat broze positieve gevoel helaas weer in het ‘altijd lastige’ Eindhoven. Onder goede omstandigheden liep ik er een halve marathon in een tegenvallende tijd van bijna 1.16, waarmee een 2.35 in Etten-Leur eigenlijk al uitgesloten kon worden. In lijn met de berekening 2x de halve plus tien minuten liep ik de 28e Herfstmarathon op de laatste dag van oktober in 2.43, zes minuten sneller dan in april in Rotterdam maar ook zes minuten langzamer dan een jaar eerder in hetzelfde Etten-Leur.
De trainingen waren er op gericht geweest om een gelijkmatige marathon af te leggen en wat dat betreft ging de eerste helft volgens schema in 1.19 maar helaas trad daarna het voor mij vrij gebruikelijke verval in van vijf minuten, waarbij de aanhechtingen boven bij de achterbenen ook erg begonnen op te spelen. Een lesje in lenigheid.
De weken daarna hoopte ik te profiteren van de vaak genoemde supercompensatie wat zich vooral moest uiten bij de 7-heuvelenloop. Het lichaam compenseerde echter in de andere richting; het had ruim 2 minuten langer nodig voor de 15 km dan een jaar eerder en liet zich vervolgens in de luren leggen door een stevig verkoudheidsvirus. Na 1 week gedwongen rust en 2 weken training herhaalde dit patroon zich half december bij de AVW-cross. Een zware, trage wedstrijd, opnieuw gevolgd door een opspelend virus dat me weer een week uit de loopschoenen hield.
Zojuist mijn laatste wedstrijd van het jaar afgelegd op de baan van AV Fortuna. De 3000 meter ging met pijn en moeite onder de 10 minuten met als enig positief punt dat de eerste kilometer vrij soepel in 3.10 ging. Daarna werd de luchtpijp langzaam dichtgeknepen.
Een karakteristiek einde van een erg matig loopjaar.
Dankzij extra buikspier- en rekoefeningen lijk ik inmiddels wat soepeler te worden; nu de conditie terug zien te krijgen die op een voor mij nog onverklaarbare wijze dit jaar ver is weggezakt.
Zo oud ben ik toch nog niet??



Twee loopfeesten
30 april en 5 mei 2010
De hardnekkig druilerige ochtendregen, die door de buienradar niet gedetecteerd kon worden, maar wel stemmingbedervend was ijlde nog wat na bij de start van de Groene Oase-jeugdlopen om 12.30 en 12.35 uur.
De oudere jeugd van 10-14 jaar vertrok er als eerste en kende itt eerdere jaren een matige opkomst. Het aantal enthousiaste tienminners lag gelukkig een stuk hoger zodat er uiteindelijk toch bijna 100 kinderen de 1,7 km volbrachten. Snelste overall werd de 14-jarige Nynke de Jong die ondanks een valpartij bij de start de snelste jongens Kees de Koning en Jaap van Zevenbergen op gepaste achterstand zette. Kort daarachter kwam Kristel als vierde terug bij het gemeentehuis aan de 's Heerenstraat in een tijd van 6.33.
Bij de jongste jeugd bleken de jongens duidelijk sneller te zijn dan de meisjes, waarvan de eerste, een korfbalster van ODO, ongeveer als vijftiende in de wedstrijd liep. Janna van Zevenbergen redde het net niet in de eindsprint en Tamar kwam een seconde of 15 later als derde meisje over de streep, een evenaring van haar prestatie vorig jaar.
Nog voor de start van de 6 en de 10 km (13.10 uur) werden de prijzen uitgereikt aan de gelukkige winnaars.
Ook de opkomst bij de ouderen leek me wat lager dan gebruikelijk, zo'n 50 bij de 6 en 100 bij de 10 km. Daaronder wel veel AVW'ers in het startvak, die met het oog op de nazit op Kerk- en Pynasplein verheugd naar het openbrekende luchtdek keken.
Lag Gerard vorige week nog ziek op bed, het weerhield hem niet om van meet af aan het tempo in de wedstrijd te dicteren. Slechts Maarten de Jong (jawel, de vader van...) en RonB konden in zijn spoor mee wat net voor het Peet Jansenbruggetje (hij liep weer mee vandaag!) tot een 3-kilometertijd van precies 10 minuten leidde.
Op dat punt had Maarten een gaatje laten vallen en leek Gerard nog ijzersterk.
De vierde kilometer stond de wind nog in de rug waar ik me al in begon te stellen op een versnelling na het keerpunt. Toch wel verrassend begon de motor van Gerard daarvoor al te haperen zodat ik eenzaam de zuidwestenwind te lijf moest gaan. Leuk is dat je op de terugweg ziet hoe iedereen in de wedstrijd ligt. Marieke zat kort achter de snelste mannen en leek al een gewonnen vrouwenwedstrijd te lopen.


Terug op de Kwakelweg zag ik schuin links achter me dat Maarten inmiddels mijn eerste achtervolger was geworden en miste ik Gerard. De vijfde kilometer ging in 3.40 wat een doorkomsttijd van 17.05 op de 5 km opleverde. De zijwind beviel me een stuk beter en eindigde bij de disco van Thof waar een pijpje bier toch echt vier kilometer te vroeg werd aangeboden.
Op de Trekkade kon ik daarna niet echt in m'n ritme komen maar meldde voorfietser Siem vd Vaart desondanks dat mijn voorsprong wat groter werd. Pas de laatste kilometer kwam de ontspanning terug waardoor het me nog net lukte om onder de 35 minuten te blijven. Magere tijd, maximaal resultaat.
Halve minuut later werd Maarten tweede waarmee we in familieopzicht weer gelijk stonden :-) . Gerard had zijn derde plek vastgehouden net zoals Marieke de eerste vrouw was gebleven. Met 39.55 zette ze thuisloopster Jolanda Nell op twee minuten.
De zes kilometer werd een prooi voor oud-AVW'er Michael Groeneweegen, die veteraan Henri Havinga de laatste kilometer van zich af schudde.
Over deze sportieve prestaties en andere zaken werd nog lang aangenaam nagepraat op het Pynasplein. Die sfeer is ongetwijfeld de reden dat alle actieve AVW'ers op 30 april altijd naar Maasland trekken en de Havenloop van Vlaardingen links laten liggen. Daar won Patrick Kwist de 10 km in 32 minuten en een paar tellen.
Over de bevrijdingsloop heb ik 5 jaar geleden al uitvoerig gerapporteerd dus beperk ik me dit keer tot een selectie uit de foto-reportage die Carry Wilmink maakte:

Na de dodenherdenking kort voor vertrek naar Wageningen


Vrijheid achter de hekken
Op de grens van 5 mei
Burgemeester ontsteekt bevrijdingsvuur
Maassluis voor een dubbeltje op de eerste rang


Een van de eerste 3-km-intervallen met Marcel vd Water
De oneindige Lekdijk met fietsers Nell Eichorn en Jacques Oostdijk
Denkend aan Holland...
...zie ik brede rivieren door ontwakend polderlandschap gaan


Tussen Vlaardingen en Maassluis op de Parallelweg
Met druipende fakkels over de Laan 40-45
Ook deze burgemeester blaast het bevrijdingsvuur leven in
Publiek op het marktplein met Opa Vos, Tamar en Kristel


'Het was veel leuker dan in 2005...'
De matadoren met stijve benen en kleine ogen
Een betere bestemming na zo'n inspanning is er natuurlijk niet



Pijp leeg na 25 km
11 april 2010
'Daar is wat mee gebeurd' meldde Louwrens Parre op het AVW-forum nav mijn eindtijd.
Dat was een correcte constatering maar eigenlijk ben ik er nog niet uit wàt er is gebeurd...
Het scenario was namelijk perfect. Twee kilometer na de start kwam ik in een groep terecht met een aantal pacers en vrouwen uit zuidelijke streken (ik hoorde Frans en Spaans) welke vrij strak op 18 minuten per 5 km liep. Het kostte me tot 20 km weinig moeite om in dit tempo mee te gaan itt tot vorig jaar toen ik na 10 km al voelde dat ik geen goede dag had. Halve marathon ging gepland in 1.16 half waarna het plotseling moeizamer ging. Tot de tweede AVW-drankpost (Norbert/Sonja) bij 23 km bleef ik achter in de groep hangen maar daarna kwam ik alleen met m'n snufferd in de wind. Jammer, want ik had me voorgenomen minimaal tot 30 km te gaan profiteren van het haaswerk.
De harde realiteit was dat na 25 km de kilometers al begonnen op te lopen tot boven de 4-vlak en na 30 km zelfs richting 5-vlak gingen. Op dat moment begon ook een spier bij mijn rechterkuit te irriteren (begonnen na de halve van Naaldwijk) en werden de aanhechtingen bij bil/heup/hamstrings plots erg gevoelig. De pijn in de kuit werd na 35 km dermate erg dat ik zelfs even moest stoppen om de ergste spanning weg te masseren.
Het rondje Kralingse Plas is nooit ZO zwaar geweest!
Pas na 38/39 km kon ik het tempo weer een beetje opvoeren zodat ik uiteindelijk nog net onder de 2.50 bleef. Vraag blijft dus waarom ik na 25 km al 'geparkeerd' stond.
Te weinig gegeten, te weinig lang duurwerk gedaan of toch wat anders? Voorlopig hou ik het op het eerste. Mogelijk dat de kou om meer koolhydaten vroeg dan gebruikelijk.
Dat de loopomstandigheden prima waren bewijzen de winnende tijden bij de Afrikanen en de NK's en natuurlijk ook de vele pr's bij de AVW'ers! Zelf kon ik gisteren echter het meest meevoelen met debutante Esther van Loenen die na afloop verzuchtte: 'het is helemaal niet leuk die marathon!'.



Verslagen door sponsor
28 maart 2010
Met nog 2 weken te gaan tot de Rotterdammarathon was het dit weekend eigenlijk de laatste kans om het lichaam flink pijn te doen en zo een indruk te krijgen van de te verwachten eindtijd op 11 april.
De Arcade halve marathon (nu nog beter bekend onder de naam CAI halve) in Naaldwijk was natuurlijk bij uitstek geschikt voor die test waarbij een tijd van hoog in de 1.13 voor mij het doel was (3.30 min/km).
Bij het inlopen naar de Stokdijkkade viel me op dat de zonnestralen meer warmte opleverden dan ik bij de kledingkeuze had ingeschat. Een singlet leek me toen te fris, in felgroene kleuren had ik geen zin en omdat ik me moest beperken tot de kledij van de sponsor had ik geopteerd voor een zwart shirt met lange mouwen. Bij twijfel voortaan maar 2 soorten kleding meenemen want de koelste variant was vandaag beslist de beste geweest; ongetwijfeld is dit een advies dat in alle loopboekjes staat dus mag gesproken worden van een echte beginnersfout :).

Voor de rookwolken van het startschot
Hier gaat het te hard voor nummer 93
Twee kilometer later sleurt hij aan kop

Bij de start de verwachte gezichten: de op een parcoursrecord azende Keniaan Kipkemei Kosgei met startnummer 1, Neerlands subtopper Thomas Poesiat en de voor mij gelijkwaardige ‘concurrenten’ Mart Solleveld, Michel de Maat en Gerard de Lange. Tussen haakjes omdat de 1 clubgenoot en de ander sponsor is…
De top-zeven na 1 km kende voor mij dus slechts 1 verrassing, in de persoon van de Marokkaanse Belg Saaid Ribag, voormalig winnaar in 2007. Samen met Thomas en de Keniaan vormde hij in eerst instantie een kopgroep van drie waaruit de laatste al gauw ontsnapte. Daarachter liepen door de klinkerstraten van Naaldwijk de eenlingen Mart en Gerard die hun gehalte adrenaline vertaalden in een razendsnelle eerste kilometer van onder de 3.15. Zelf klokte ik 3.17 met de 30-kilometer-haas van vorige week in m’n kielzog. Die situatie stabiliseerde zich nog een kilometer of twee toen Michel aangaf een stapje terug te moeten doen omdat het net te hard ging naar z’n zin. Bij de Midden-Delfland halve marathon was hem dat ook overkomen dus echt verrassen deed die opmerking me niet. Nog voor het 5-km-punt (net onder de 17 minuten) liepen we echter met z’n vieren bij elkaar en nam de Vlaardingse hardloopspecialist doodleuk de leiding.
Tussen de kassen hadden we weinig last van de wind en bleven de kilometers rond de 3.25 gaan. Gerard fladderde er echter na zo’n 6 km af en zal op dat moment zijn snelle start vervloekt hebben. Rondom de 10 km (34.15) ging de wind een rol spelen en begon de wedstrijd zwaar te worden. Gek genoeg had ik vooral moeite om met de wind in de rug bij M2 te blijven, op welke momenten ik me vast voornam geen kopwerk meer te doen om niet helemaal naar de gallemiezen te gaan. Tegen de wind in zakte het tempo dan weer dermate dat van dat voornemen niets terecht kwam. Over het algemeen maakte Michel wel de sterkste indruk.

Beeld van 6 tot 15 km
Wind mee aan het elastiek
Beslissende demarrage van Michel

Tussen 14 en 15 km kwam de wind gunstiger te staan en liet ik het duo langzaam van me weglopen. De derde vijf kilometer ging in precies 18 minuten met daarin een traagste kilometer van net boven de 3.40. In het vierde kwart vond ik weer een tempo van tussen de 3.30 en 3.35 en bleef het gat met de twee voorgangers even groot totdat we terugkwamen op de Zwartendijk na 18 km.
Opeens naderde ik snel en leek het net voor de rotonde (19 km) een zaak van erop en erover te worden. Even liep ik idd solo vierde in de wedstrijd maar al snel luider wordende voetstappen duidden op 1 hardnekkige achtervolger. Mogelijk nog vanwege de uitspraak van Michel na 3 km meende ik dat Mart versneld had maar een zijdelingse blik leverde toch echt de gedaante op van de 48-jarige nationale ex-topper (ooit 1.01 op de halve marathon!). Dat was niet goed voor de moraal :(. Hoe snel kan een loper progressie boeken?
De 20 km passeerde ik precies in 1.10 met een paar seconden achterstand op Michel en zat ik rekenkundig op een gewenste 1.13 hoog als eindtijd. Helaas was de laatste kilometer met veel bochten, klinkers en tegenwind niet de makkelijkste en zat er uiteindelijk niet meer in dan 1.14.03 en een vijfde plaats met de nummer vier op vier seconden afstand. Mart leverde de laatste 2 km bijna 1 minuut in en bleef Gerard (2e M40) een dikke minuut voor.
Bij onze binnenkomst werd de topdrie al gehuldigd; de Keniaan liep ‘slechts’ 1.04.39 (minuutje boven parcoursrecord) en Westlander Thomas Poesiat werd tweede met een fraai pr van 1.07.02.
Samengevat een goed persoonlijk resultaat met het oog op Rotterdam in een uitstekend georganiseerde eerste wedstrijd van het e-kwadraat-circuit. Eigenlijk zou deze loop standaard twee weken voor de Rotterdammarathon op het programma moeten staan!



Na 4 jaar op herhaling
6 maart 2010

Zoals de traditie betaamt bestond mijn warmingup bij de sinds 2004 bestaande Midden-Delfland halve marathon uit een fietsritje door de bekende en beschuttingsarme gelijknamige polders; de ijzige noordoostenwind bleek er vrij spel te hebben en liet er geen twijfel over bestaan dat de tweede helft van de halve marathon vandaag bijzonder lastig beloofde te worden.
Het is altijd afwachten wie er aan de start staan van deze loop. Zo dook vorig jaar ineens toptriatleet Bert Flier op, twee jaar geleden Fulltime-loper Willem Lenting en drie jaar terug de kortstondig in topvorm verkerende Tom Pierik van AV de Koplopers. In alle gevallen moest ik genoegen nemen met een tweede plaats na een overwinning in 2006 (overigens voorafgegaan door twee andere tweede plaatsen achter Michel de Maat em Mohammed Ben Sabahia).

Kopgroep na 1 km
Twee AVW'ers op souplesse net voor discobrug
Eerste slag geslagen na ruim 11 km bij Bommeerbrug

Ook in 2010 leek een zelfde soort scenario in het verschiet te liggen toen aan de start het gezicht van Michael Woerden op de eerste rij te zien was. Deze loper uit Moordrecht loopt veel wedstrijden en loopt zijn halve marathons vrij stabiel rond 1.11/1.12, tijden waar ik me nu niet toe in staat voelde. Hij bevond zich dus vanzelfsprekend in de kopgroep van zes/zeven man die zich de eerste kilometer vormde met ook Gerard de Lange, Marc Meeder en Michel de Maat. Met de wind in de rug legde Gerard een tempo op van net boven de 3.20 min/km wat Marc deed verzuchten hoe je dit in vredesnaam een halve marathon lang vol kon houden? Op de spoorbrug (ca 2km) brak de groep in stukken en bleven Gerard en ik over aan de kop. Verwonderd vroegen we ons af waar Michael bleef maar de eerste achtervolgers bleven vooralsnog Michel en Marc, die na 5 km bij de discobrug van Peet Jansen na de provisorische Thof-boog linksaf boog voor de kwart-marathon.
Gerard liep erg gemakkelijk naar Maasland toe en bewust liet ik een gaatje van een meter of 50/100 vallen in de wetenschap dat er nog een erg zware tweede helft noordoostwaarts richting Schipluiden stond te wachten. Direct na het 9-km-punt draaiden we de Trekkade op en was het gedaan met de sub-3.30-ers :(.
De 10-km tijd was nog acceptabel (34.42, een seconde of 10 na Gerard) maar in het vervolg zakte het tempo naar 3.40/3.45 min/km. Desalniettemin werd de achterstand op de snelste glimmende AVW-schedel rap kleiner en meende ik na het achterhalen bij 11 km definitief afstand op Gerard te gaan nemen. Van 13 tot 16 km in de Duifpolder stond de wind echter niet meer pal tegen en op het stukje meewind tot aan de Kwakelweg hoorde ik lichte voetstappen snel naderen. Ik klokte hier 3.33, Gerard moet er minimaal 3.20 hebben gelopen, want hij bereikte de brug van Peet Jansen weer met een voorsprong van enkele tientallen meters.
Het gat kon ik tegen de wind in weer snel dichtlopen maar ik voelde dat de macht uit m'n benen was. Tot aan 18 km bleven we kop over kop lopen en begon ik serieus te denken aan een aanstaande verloren eindsprint totdat Gerard ineens aangaf dat ik 'mocht gaan'. Dat gaf weer moed... Tot aan de spoorbrug versnelde ik wat en werd het gat groot genoeg om niet meer te hoeven vrezen voor een eindsprint. De laatste twee kilometer vielen daarom nog niet mee: tranende ogen en steken in de zij maakten dat deze halve marathon definitief in de categorie zwaar terechtkwam. De tijd viel bar tegen: 1.16.06, ruim 2 minuten langzamer dan vorig jaar. Gerard liep ongeveer net zo hard als in 2009 en gaf weer eens aan een flinke progressie te hebben geboekt. Behalve even oud lijken we nu ook zo'n beetje even snel te zijn?!

De Lange heeft de wind mee
Nee, geen twee vingers in de neus...
De topdrie van de zevende MD-loop

Na afloop een leuke prijsuitreiking met een hoog AVW-gehalte. Het niet meer weg te denken Midden-Delflandpakket, een bos rode rozen en een massagebon waren de prijzen voor de winnaars/winnaresssen. De eerste twee prijzen worden ook altijd zeer gewaardeerd door het thuisfront; dat telt zwaar mee in een marathonvoorbereidingsperiode!
Het raadsel Michael Woerden werd hier opgelost: hij bleek in eerste instantie bij zijn broer gebleven te zijn en had na 5 km aangezet om op de kwartmarathon alsnog de overwinning in de wacht te slepen. Helaas voor Marc die nu genoegen moest nemen met een tweede plek.
Volgende week Oostvoorne. Ook 21,1 km en hopelijk aanmerkelijk sneller afgelegd.