Wedstrijden 2009

Melancholische Derde Kerstdag
Nieuwe sponsor
Er zijn meer buitensporten
4 juli Drie keer prijs bij Kadeloop
Westlandse voorjaarswedstrijden
5 april 29e Rotterdammarathon
1 maart NK cross jeugd


Heden en verleden overlappen
27 december 2009
Naar boven


Sinds 2000 gaan we op Derde Kerstdag naar familie in Maarn om van daaruit door te rijden naar Arnhem en deel te nemen aan de Derdekerstdagloop. Dit jaar viel de loop voor het eerst dit decennium op een zondag wat in bepaalde christelijke kringen, zoals bv.in Maarn, slecht te combineren is met sportieve evenementen, dus hadden we eigenlijk al besloten om een jaartje over te slaan. Alsof de Almachtige echter in deze kwestie zelf een statement af wilde geven viel er op de voorafgaande zondag dermate veel sneeuw dat behalve de Bruggenloop van 20 december ook de Derdekerstdagloop deze week om veiligheidsredenen werd afgelast.
Mooi alternatief was voorhanden in Maassluis waar de vierde en laatste Opschoorcross gelopen werd. Ook hier had het parcours er in het midden van de week nog onbegaanbaar uitgezien maar de dooi had tijdens de Kerstdagen zijn reinigende werking gedaan, zodat de WOC bij het uitzetten van het rondje van 3+ kilometer ongehinderd obstakels en omwegen kon inbouwen; de bijna 200 gestarte lopers mochten dus meerdere keren dijk op en dijk af en werden op de terugweg ettelijke keren heen en weer geslingerd waarbij af en toe een boomstam 'genomen' moest worden. Bijna halverwege lag er bovendien het traditionele rustpunt in de vorm van de allengs blubberiger wordende kerstbomenslalom.
Vooraf had ik een stille hoop gehad dat ik Ramon de Wilde (9-km-winnaar van de voorgaande drie crossen) vandaag wat meer tegenstand kon bieden dan bij de derde cross maar al vrij snel na het vlagsignaal van Ruud wist ik dat die hoop ijdel was geweest: Michael Groeneweegen ging er zoals aangekondigd als een raket vandoor en Ramon was de enige die kon/wilde volgen, terwijl ik met enige moeite daarachter aanhaakte bij Matthijs Riemens die zoals altijd ook snel vertrok. Gedurende de wedstrijd voltrok zich vervolgens een tamelijk voorspelbaar scenario, inhoudende een niet versagende Ramon, een langzaam terugzakkende Groen die daarmee een mooi richtpunt voor me werd en een eveneens afzakkende Matthijs. Het gat met Ramon werd echter groter dan twee weken terug terwijl ik voor m'n gevoel makkelijker liep dan toen. De Vlaardingse triatleet lijkt met elke volgende cross wel harder te gaan...


Uiteindelijk finishte ik op het zware parcours op 45 seconden achterstand en bleek er een trio veertigplussers al bijna in m'n nek te hijgen (MichelM, JanM en HansM). Benieuwd hoe de verhoudingen tussen de eerste 5 van vandaag zullen zijn op de eerste Halve van Maasluis op 17 januari; Michel oogt na een lange blessureperiode al weer vrij sterk en Ramon lag vandaag zo ver voor dat hij inmiddels op de weg ook een serieuze concurrent zal zijn.
Zelf had ik de eerste twee crossen gemist (Etten-Leur en Nijmegen) waardoor ik geen aanspraak meer maakte op een plaats in het eindklassement, maar Kristel kon het 3-km-klassement bij de meisjes tot 16 jaar nog op haar naam schrijven na twee keer derde en een keer eerste geworden te zijn.
Van belang was dan dat ze voor Sylke vd Kleij zou eindigen en dat Anne Luyten van AV'40 (15 jaar en de twee eerste crossen ruim eerste) niet op zou komen dagen. Onder de toeziende blikken van Petra, Tamar en Norah slaagde ze er inderdaad in om ook deze laatste cross het snelste meisje te zijn. Bravo!
In een gezellig drukke kantine waar actuele foto's van de zojuist gelopen cross getoond werden op het grote scherm kreeg ze van Ruud Wessels een mooie beker in handen gedrukt met daarop de tekst '1e prijs Opschoorcross 2009'. De prijzenkast van de 11-jarige dreigt uit te puilen :).

Kleuren in de kantine
Nog meer symboliek: Frans Louter (blauwzwarte trui) werd vorig jaar getroffen door aneurysma...
Gelukkige winnares

Het tafereel versterkte het melancholische gevoel dat de hele dag al vat op me had. Immers, het was vandaag precies 50 jaar geleden dat Addy geboren werd en mijn ouders zich voor het eerst ouders konden noemen. Symbolisch genoeg overleed hij in 1971 op de huidige leeftijd van Kristel aan de gevolgen van een toen nog niet te behandelen aneurysma in zijn hoofd. Een gebeurtenis waarvan je de impact nog iets beter voor kunt stellen als je een vergelijkbare gezinssamenstelling hebt.
Ik was 5 jaar en 8 maanden op die zwarte maandag en kan me er eigenlijk alleen maar flarden van herinneren evenals van de begrafenis erna en de periode met twee grote broers ervoor. Bovendien worden de herinneringen gekleurd door foto's en verhalen van ouders, broer en direct betrokkenen. Ongetwijfeld zullen er vele theorieën bestaan over de gevolgen van kindersterfte in een gezin maar mijn ervaring is dat het je nooit meer loslaat en de grote broer altijd de grote broer blijft.
s Middags bezocht ik dus in stilte de Maaslandse begraafplaats waar een uitgewaaid waxinelichtje, een paar tulpen en een bloempotje de recente aanwezigheid verraadden van de 50-jarige ouders. Op de Doelstraat stond de koffie klaar en lag een klassenfoto van klas 5 van de Klimop uit 1971.
Het zijn in combinatie met de top-2000 sentimentele tijden...



Eerste wedstrijden in RunningpOint - Brooks
15/29 november 2009

In Nijmegen waagden zich zo'n 24000 hardlopers op 15 november aan 15 heuvelachtige kilometers door een herfstgetint boslandschap, welke om 1 of andere reden altijd heel snel worden afgelegd. Zo snel dat de Ethiopische Dibaba dit jaar zelfs het wereldrecord verpulverde: 46.30!
Zelf verbazen me die (persoonlijke) toptijden altijd omdat ik hier altijd (sinds 2006) een halve tot een hele minuut langzamer loop dan op een vlak parcours. Het zal de onervarenheid met dit soort wedstrijden wel zijn?
Desondanks wilde ik toch proberen om bij deze 26e editie mijn beste 7-heuvelen-tijd (51.32 in 2007) met een halve minuuut aan te scherpen waarvoor 3x17 min over de vijfkilometers zou volstaan. Normaal loop ik geen wedstrijden zonder tijdverval maar gezien het valse plat omhoog tussen 3 en 5 km en omlaag tussen 12 en 15 vindt er een kunstmatige correctie plaats wat zich vertaalt in gelijkwaardige 5-km-doorkomsten.
Ondanks mijn rode sticker voor startvak A kwam ik na het startschot van exact 13.00.00 uur moeilijk weg en passeerde ik de eerste paar honderd meter opvallend veel lopers die gevaarlijk langzamer liepen. De 3.28 (bruto) na 1 km viel wat dat betreft nog mee. Tot aan 3 km blijft de Groesbeekseweg redelijk vlak en schoof ik langzaam door naar voren. Vlak voor de klim achterhaalde ik Dolf Jansen (las de afgelopen week zijn hardloopboek 'Altijd verder' in de trein), die sportief gezien toch echt zijn beste jaren lijkt te hebben gehad en kwam ik in een groepje samen te lopen met Mart Solleveld (Olympus).
Eerder al had ik een prachtig uitzicht gehad op de lopersgroepen voor me met als opvallendste kenmerk het grote gat tussen de voorste Afrikanen en de eerste Nederlanders.
Gevoelsmatig gingen de eerste vijf kilometer snel voorbij maar de tussentijd was ouderwets 17+ (bruto 17.09) waarmee een sub-51 eigenlijk al onbereikbaar was geworden. Tot aan 11 km is het vervolgens een keer of vijf afwisselen van klimmen en dalen en merkte ik dat mijn zwakste onderdeel nog steeds dat laatste is; afdalingen vind ik bij uitstek geschikt om even op adem te komen van de kliminspanningen maar medelopers gebruiken deze stukken om de turbo er op te zetten. Af en toe probeerde ik toch aan te haken wetende dat er meer oefening nodig is om kunst te baren...
Na 10 km (34.15, laatste 5 17.06) begon Mart af te haken en kregen we de laatste langere klim voor de kiezen met als gevolg een traagste kilometer van 3.37. Daarna is het op 1 pisheuveltje na alleen nog maar dalen en KAN je veel winst maken wat bijvoorbeeld Dibaba deed (16.00/15.30/15.00) én startnummer 80 die me een dikke 2 kilometer voor het einde passeerde en uiteindelijk bijna een halve minuut eerder finishte! En toch blijk ik 5 seconden progressie te hebben geboekt in 2 jaar: eindtijd netto 51.27 (74e overall en 7e M40).
Sterke prestatie deze dag ook van Ilse Pol die telkens zo'n 100 meter voor me bleef zweven met zwaaiende paardestaart. Ze werd er vierde vrouw overall mee en snelste Nederlandse.
Aan de finish nog even gesproken met Patrick Kwist die net onder de 49 half bleef. Heb hem vriendelijk verzocht zijn trainingsschema's eens op te sturen, mede met het oog op 11 april 2010 (ambities moet je houden!).
Al met al een mooie loopdag vandaag, die ik liep onder de vlag van de Rabobank en voor het eerst in de felgele Brooks-kleding met RunningpOint opdruk. Die gaat men vaker zien.

Na twee achtereenvolgende overwinningen bij de Sint Nicolaasloop in Bleiswijk was ik helaas niet in de gelegenheid om de trilogie dit jaar te voltooien daar Tamar op dezelfde zaterdag succesvol opging voor haar C-diploma. Hoera!
Goed alternatief dit weekend was de 1 van de 4 loop op 29 november bij de Hague Road Runners in Wassenaar, gelegen nabij de paardenrenbaan Duindigt en Langoed Clingendael. Onder druilerige omstandigheden arriveerde ik daar om 10.15 uur tussen inlopende atleten en enkele hockeywedstrijden, waarbij het geluid van de op de stick terugketsende bal sfeerbepalend was. Mocht je op dat moment nog niet het 'Wassenaargevoel' hebben dan kreeg je dat wel op weg naar het clubgebouw van de HRR waar een bordje de huidige koersen aangaf van verschillende maten golfballen...
Des te verrassender was het dat mijn traditionele kop koffie voor de wedstrijd slechts 50 eurocent bleek te kosten. Mogelijk gesubsidueerd door de Rotary-club?
Er stonden vandaag een 5 en een 10 km op het programma waarvan de laatste onderdeel was van de 1 van de 4 loopserie. Naast deze wegserie is er een soortgelijke cross-serie bij dezelfde 4 verenigingen; vorige maand was de wegserie van start gegaan bij Haag Atletiek, vandaag volgde nummer 2 en in februari en maart zijn de Koplopers en Sparta aan de beurt.
Bij het inlopen zag ik relatief weinig bekende gezichten want om 1 of andere reden ligt er in de loopregio een soort van muur tussen Den Haag en Rotterdam waarover alleen de lopers van de Koplopers en Olympus'70 (vandaag Jan van Hoeven) af en toe lijken te klimmen.
Het parcours van de 10 km bestond uit 1 ronde van 1 km om het clubgebouw en drie rondjes van drie km door Clingendael. Dik 200 deelnemers werden om 11 uur weggeschoten door de voorzitter van het jubilerende HRR (opgericht in 1984) nadat allen de verzekering hadden gekregen dat uitlopen sowieso een beker op zou leveren; voor de minder goede verstaander zal de mok bij de finish wellicht een teleurstelling zijn geweest.
De eerste kilometer vormde zich meteen de kopgroep die ik vooraf al had ingeschat met de 45-plussers Henri Havinga en George Eichorn en RonB. Net onder de 3.20 passeerden we het eerste bordje en daar wist ik al dat ik vandaag geen goede dag had; de benen waren soepel maar het hijgen was amechtig en een algeheel vermoeidheidsgevoel overheerste. Ook Henri (steeds als derde lopend) leek het gezien zijn luidruchtige gehijg zwaar te hebben terwijl George de fitste indruk maakte. Halverwege (5 km net onder de 17) kende ik even een opleving en dacht ik zelfs even aan de overwinning maar in de laatste ronde van 3 km moest ik George toch laten gaan. Op 50 meter achter hem en 50 meter voor Henri finishte ik als tweede in een teleurstellende tijd van 34.10.
Waarom bleef de verwachte 33 half zo ver buiten bereik? Het weer was goed en de vorm ook dacht ik. Voorlopig geef ik het bescheiden feestje van Ellen en Fred in café de Bosrand van gisteravond maar de schuld.
Al met al een leuke loopervaring en wie weet laat ik me ook nog zien bij de laatste 2 loopjes van het circuit.



Uitstapjes naar de Triathlon
juli/augustus

De zomer is bij uitstek geschikt om naast het hardlopen aan andere buitensporten te doen en zo de eenzijdige belasting van het lichaam te doorbreken.
Wat ligt er dan meer voor de hand om uit te wijken naar du- en/of triathlons?
Begin mei stapte ik voor het eerst op de racefiets en testte ik de fietsconditie met enkele tijdritjes van 30 km, die gemiddeld rond de 33 a 34 km/u gingen. Eind mei volgden de eerste langere ritten naar en van Gent met op de heenweg (150 km) een straffe noordoostenwind in de rug en op de terugweg (140 km) een net zo krachtige op de katterige kop. Het bijkomende voordeel van zulke tochten is het trainingseffect dat je de dagen daarna ervaart; de gemiddelde snelheid in genoemde 30-km-ritjes steeg meteen naar 35 km/u en na twee extra trainingen van ca. 100 km al naar 36 km/u.

Lopen
Fietsen
Rusten

In wedstrijdverband deed ik de eerste fietstest op 20 juni bij de run-bike-run van AV Waterweg. De harde westenwind die in het begin op kop stond maakte het lastig om in een prettig ritme te komen waardoor de snelheid soms zelfs onder de 30 zakte. Windje mee langs het water compenseerde ik dat weliswaar met stukken van 45 km/u maar dat dit voldoende was om op deze dag de snelste fietser te zijn kwam bij de prijsuitreiking toch als een verrassing.
Drie dagen later bij de traditionele ploegentijdrit door het Westland stond er opnieuw een krachtige wind, geruimd naar de warme noordoosthoek. Het maakte deze gevreesde discipline nog wat zwaarder met schreeuwende pijn in de bovenbenen die de aflossingen tegen de wind in noodgedwongen steeds korter maakten. Het gemiddelde van vorig jaar over 20 km (39,5) bleef dientengevolge ver buiten bereik en de nu gehaalde 37,5 kostte me gevoelsmatig zelfs meer inspanning.

Thoffers Te Trekvliet
Waar is m'n Target?
Finish
Prijs voor laatste Thoffer

Op zaterdag 11 juli kwam buitensport nummer drie aan bod bij de 1/8 triathlon van Thof Running. Een jaar eerder had ik voor het eerst in 20 jaar, toen er nog kwarttriathlons in Maassluis werden georganiseerd, bij hetzelfde evenement weer eens een lang stuk achter elkaar gezwommen hetgeen aangeeft welk enthousiasme ik aan de dag leg voor deze watersport. De 500 meter schoolslag door de Trekvliet was een bevestiging van die afkeer geweest; door de flinke golving kreeg ik een tiental flinke slokken water binnen die in het erop volgende fietsen onprettig naklotsten. Gelukkig lag de Trekvliet er dit jaar rustig kabbelend bij en bleef het slootwaterhappen beperkt tot een enkele slok. Onderweg kon ik me zelfs niet aan de indruk onttrekken dat er bij vlagen een vorm van ontspanning in mijn slag verscheen, zodat ik na bijna 13 minuten in een relatief fitte gesteldheid de wal van de Kwakelweg opkroop en aansluitend rap in een goed fietsritme kwam. Met een snelheid van tegen de veertig bij een zwakke wind in de rug viste ik heel wat snellere zwemmers op en vormden we tegen het einde van het fietsparcours (20 km) inmiddels een pelotonnetje van een man of acht, uit de greep waarvan slechts een vijftal renners kon blijven. Na een snelle schoenenwissel wist ik bij de afsluitende vijf kilometer hardlopen binnen twee km de kop te nemen en won ik tenslotte met 3 minuten voorsprong. Een positief gevoel resteerde, mede omdat ik vier minuten sneller was dan vorig jaar en eigenlijk vroeg deze triathlonervaring om een snel vervolg.
Thuis daarom aan het googlen geslagen en gevonden dat run-bike-runs erg dun gezaaid zijn of ver weg (België) en dat kwarttriathlons kunnen bestaan uit 1000 of 1500 meter zwemmen. De keus moest natuurlijk vallen op de korte zwemvariant waarvan er 1 geprogrammeerd stond op 22 augustus in Binnenmaas (daarnaast 40 km fietsen en 10 km hardlopen) wat me een prima richtpunt leek.
In totaal restten me op dat moment nog zes weken om extra fiets- en zwemtrainingen in te lassen met als bijkomend voordeel dat ik tot 10 augustus geen werkverplichtingen had en dus min of meer het comfortabele leven van een fulltime sporter kon leiden.
Maandagavond 20 juli schreef ik me voor het eerst in voor de Knakenkoers bij de Coureur om te zien hoe ik snelheden van boven de 40 km/u zou verteren. Dat bleek bepaald niet mee te vallen want mede vanwege mijn beperkte stuurcapaciteiten zakte ik al snel naar de achterkant van het vrij omvangrijke peloton (ca. 100 renners), waaruit ik in de zevende ronde (13 km) moest lossen. Op eigen kracht reed ik door tot 30 km, waarna de koplopers langs me heen raasden en het natuurlijke moment was aangebroken om de benen stil te houden.
De week erna dwong ik me tot de eerste zwemtraining in het Prinsenmeer te Ommel (N-B), die gezien de spierpijn in de bovenarmen die ik de maandag na de Thof-triathlon voelde zeker geen overbodige luxe was. De training bleef beperkt tot een kwartiertje schoolslag door wier en langs een speedbotenrace, waar een verbaasde patrouille de USO (unidentified swimming object) ordonneerde achter de belijnde begrenzing te blijven, met als gevolg dat de bodem zwemonvriendelijk dichtbij kwam. Borstcrawl waagde ik me deze dag niet aan; de gerechtigde vraag was of ik daar in de laatste maand sowieso nog enige aandacht aan moest gaan schenken.
Een paar dagen later verlengde ik de zwemtraining tot 18 minuten of 3 paaltjes (450 m?) heen en weer in de Trekvliet en verkeerde ik even in de veronderstelling dat m'n snelheid spectaculair was toegenomen, een illusie welke 's avonds tijdens het hardlopen aan diggelen werd geslagen door de onverbiddelijke GPS-meter, die bleef steken op 350 meter.
Beter verging het me de maandag erna bij de tweede Knakenkoers waar het in eerste instantie de opzet was om het iets langer vol te houden dan twee weken terug wat ik al snel bijstelde tot minimaal 30 km omdat ik in de bochten niet meer aan een lang elastiek kwam te zitten. Wanneer je daar in slaagt blijkt zelfs een gemiddelde snelheid van 43 km/u in een peloton behapbaar te zijn al moet je wel attent blijven rijden omdat kleine gaten de neiging hebben snel onoverbrugbaar te worden. Zo geconcentreerd rijdend aan de staart van het peloton miste ik de schermutselingen aan de voorzijde ervan vrijwel volledig, zodat de constatering na 40 km dat ik me nog steeds in het 'voorste peloton' bevond een aangename verrassing was. Kort daarna ontstond er vlak voor me een breuk en leek de aansluiting met de eerste groep definitief teneinde te zijn, ware het niet dat een aantal renners achter me daar anders over dacht en er een nieuwe snok aangaf zodat de groepen binnen een mum van tijd weer samensmolten. Na 5 kwartier werd het nog-3-rondes-signaal afgegeven welke kilometers me geen moeite meer kostten zodat ik na 58 km achterin het peloton met een bijna euforisch gevoel de finish passeerde. Dit mocht een doorbraak heten!
Twee weken voor aanvang van de Binnenmaastriathlon verscheen op de gelijknamige site plotseling het verheugende nieuws dat vanwege de aanwezigheid van blauwalg in de Binnenmaas het zwemonderdeel zou komen te vervallen en er als alternatief een run-bike-run zou worden georganiseerd over resp. 10, 40 en 5 km. Gevolg van deze mededeling was dat ik me reeds gepromoveerd zag van anonieme deelnemer tot toptienloper en dat er geen inhaalrace na het zwemmen in het verschiet lag maar eerder een aanklamprace tijdens het fietsen. Dit fijne vooruitzicht werd enkele dagen later echter op dezelfde site weer tenietgedaan; in een voor mij ongepast juichende toonzetting deed men gewag van het verdwijnen van de giftige blauwalg zodat er met z'n allen toch een gezellige triathlon van kon worden gemaakt…
Inmiddels had ik nog twee zwemtrainingen in de Trekvliet afgewerkt, eentje van ongeveer 1 km in alleen schoolslag (24 minuten) en eentje van 700 meter met stukken borstcrawl ertussen. De winst van een halve minuut die ik daarmee boekte tov dezelfde training een week eerder stond in geen verhouding tot de ademnood en waterinname, zowel door mond al neusgaten, die me onderweg hadden dwarsgezeten. Borstcrawl schrapte ik op dat moment definitief als optie tijdens de 1/4 triathlon.
Na de 'glorieus' verlopen Knakenkoers legde ik de week erna twee tijdrittrainingen af op hetzelfde parcours waarbij het onwaarschijnlijke gemiddelde van 43 km/u inzakte naar de vertrouwde 36 a 37 km/u, terwijl de totaalafstand was ingekort tot 30 km. Het leek me daarom een realistisch uitgangspunt dat ik bij de triathlon een gemiddelde van 36 km/u moest kunnen halen.
De schatting voor de totaaltijd werd dan:
25 min zwemmen, 67 min fietsen, 36 min lopen en 4 min wisselen: 2.12.00.

Op zaterdagmorgen 22 augustus schat een vrachtwagenchauffeur op weg naar Bergen op Zoom de hoogte van Heienoordtunnel en/of die van zijn vervoermiddel verkeerd in wat pas ver voorbij de doorgang tot hem doordringt, een nalatigheid met grote gevolgen voor de staat van de tunnelbuis en het achterop komende verkeer, waarvan een gedeelte ongetwijfeld op weg is naar de 1/8 of 1/4 triathlon in het recreatiegebied Binnenmaas.
De korte variant start desondanks nog op het geplande tijdstip van 11.30 uur, een kwartier later gevolgd door een groep laatkomers uit de richting Rotterdam. Om nog zo'n dubbele start te voorkomen besluit de organisatie om de 1/4 triathlon eerst een kwartier en later een half uur uit te stellen.
Centraal punt bij de triathlon is het zogenaamde 'Parc Fermé', waar de fietsen aan de remgrepen kunnen worden opgehangen aan de rekken en vanwaar gestart wordt voor alle drie de onderdelen. Vooraf heerst er veel bedrijvigheid van deelnemers (totaal 150) die hun fiets- en loopkleding rangschikken, ervaringen uitwisselen, wespen vervloeken om hun zucht naar de zoete inhoud van de bidons of languit in het gras van het fraaie weer genieten, zijnde zonnig met weinig wind en een temperatuur van net boven de 20 graden Celsius.
Zelf inspecteer ik de gesteldheid van de Binnenmaas en meer in het bijzonder de aanwezige golfslag, welke me enige angst inboezemt. Bovendien lijkt de 500-meter-markering in de vorm van een zeilbootje veel verder weg dan het vierde paaltje in de Trekvliet…
Om 13.45 uur is er een 'briefing' die vooral blijkt te bestaan uit het opleggen van verboden: de verplichte badmuts (met startnummer) mag niet eerder worden afgedaan dan bij terugkeer bij de fiets, er mag pas worden gefietst NA het verlaten van het Parc Ferme, stayeren is uit den boze op uitvoering waarvan nauwlettend zal worden toegezien en het startnummer moet tijdens het fietsen op de rug en tijdens het hardlopen op de borst worden gedragen.
Hierna beweegt een macaber gezelschap van zwarte pakken zich richting de Binnenmaas met daartussen een kleine minderheid getooid in zwembroek. Vanzelfsprekend behorende tot die laatste groep zie ik zowel vanaf de kant als vanuit het deelnemersveld meewarige blikken op me gericht die net zoiets lijken uit te drukken wanneer je met een houten racket op een tennisbaan verschijnt of met een opa-fiets bij een wielerkoers.
Bewust duik ik als 1 van de laatsten het water in zodat het slechts 1 minuut duurt alvorens het startsignaal klinkt. Een enorm gespetter en wildzwaaiende armen zijn het directe gevolg waarachter ik in bekwame schoolslag het veld langzaam van me zie wegzwemmen.
Rechts bevindt zich een scheidingslijn waarin zich om de 50 meter een gele boei bevindt dus als de snelste zwemmer me bij de zevende markering in tegengestelde richting passeert kan ik uitrekenen dat deze zich zoals verwacht ongeveer twee keer zo snel in het water voortbeweegt. Kort daarna consumeer ik ongewild een aantal slokken Binnenmaaswater, hopelijk inderdaad ontdaan van de giftige blauwalg, waardoor het ritme even stokt en ik bij het keerpunt op 500 meter nog maar twee zwemmers kort achter me heb.
Op de terugweg passeert 1 van hen me nog in curieus slingerende borstcrawl wat me sterkt in de juistheid van mijn beslissing om me vandaag te beperken tot de schoolslag. De klok staat daarom wel al op ruim 26 minuten als ik gedesoriënteerd uit het water kruip maar eenmaal met vaste grond onder de voeten haal ik hardlopend naar de fiets de eerste snellere zwemmers al in.
Het fietsen voelt direct prettig aan en zonder veel moeite blijft de fietsteller in de buurt van de 40. Na een kilometer of vijf ben ik reeds een tiental fietsers voorbijgegaan voordat het parcours afbuigt en de zwakke wind gedurende tien km schuin op kop komt te staan. Daar valt mijn tempo al gauw terug naar 34/35 en op de open gedeeltes met pal wind tegen zelfs richting 30; ik blijf wel fietsers passeren maar de echte snit is eruit.
Het tweede rondje, welke ik grotendeels zonder zicht op medefietsers afleg wat me zelfs even doet afvragen of ik niet ergens een verkeerde afslag heb genomen, gaat ongeveer in hetzelfde tempo resulterend in een netto fietstijd van precies 70 minuten over 41 km (iets boven de 35 gemiddeld).
De lichte kuitkramp die ik tijdens het fietsen heb gevoeld dreigt er even echt in te schieten bij het wisselen van de schoenen doch verdwijnt meteen als ik aan de eerste van de vier hardlooprondjes ben begonnen. Meer dan een (marathon)tempo van ca. 3.40 min/km zit er echter niet in waarmee ik overigens wel tientallen lopers achterhaal. Aan het einde van de eerste ronde hoor ik de speaker tot mijn verbazing al de finish van de winnaar (Gerbert van den Biggelaar in 1.49.59) aankondigen, die dus een slordig half uur op me is uitgelopen!
Ander uiterste is de atleet die me bij passeren vraagt of er in totaal 2 of 4 rondjes moeten worden gelopen en mijn antwoord achter me laat volgen door enkele welgemeende vloeken, die snel onverstaanbaar worden gemengd met de geluiden van het zwoegende loperslegioen.
De warmte maakt het looponderdeel namelijk vrij zwaar waarvan de vele sponzen en plastic bekertjes op het parcours een stille getuige zijn. Zelf weet ik een constant tempo aan te houden en beëindig ik met een korte versnelling, waardoor de kramp bijna in m'n hamstrings schiet, de triathlon in 2.17.45, naar later blijkt goed voor een 57e plaats.
Tweede wordt Richard de Groot (TVR) en derde Ernst Bovenkamp met tijden rond de 1.57.
Mijn looptijd (36.20) blijkt de tweede overall te zijn (Gerbert is op alle 3 de onderdelen de snelste) terwijl ik met fietsen in de middenmoot eindig. Dat valt enigszins tegen wat ik vooral wijt aan de afwezigheid van gelijkwaardige fietsers, welke een prettig richtpunt zijn ook al is stayeren verboden.
Volgend jaar zal er zeker een triathlonvervolg komen want deze duursportdiscipline oefent grote aantrekkingskracht op me uit. Wel streef ik er naar om dan de borstcrawl onder de knie te krijgen zodat ik wat minder eenzaam aan het fietsen kan beginnen.
Nu gaat het vizier weer puur op het hardlopen: de marathon van Etten-Leur is er al weer over 2 maanden!



Een mooie warme dag in Schipluiden
4 juli

De Kadeloop in Schipluiden werd voor het eerst georganiseerd in 1979 en bestaat sinds de vijfde editie uit vier afstanden, te weten jeugdlopen over 1 en 2 km, een 5 km voor de trimmers en een 12 km voor de geoefende atleten, welke voor een groot gedeelte voert over de kade langs de Vlaardingse Vaart.
Omdat de loop altijd geprogrammeerd staat op de eerste zaterdag van juli krijgen de deelnemers vaak te maken met hoge temperaturen die de Vaart tot een enorm aantrekkelijk afkoelingsmiddel kunnen maken.
Zo was het ook dit jaar 25 graden Celsius met veel zon en nauwelijks wind, al moet er bij aangetekend worden dat het op de donderdag en vrijdag ervoor nog aanmerkelijk broeieriger had aangevoeld.

Fortuna top
Doorlopen pap!
Mijn drinken

Om 1 uur startte de jeugd van 3 t/m 6 jaar voor de 1 km door het dorp en had ik twee enthousiaste dochters als deelneemsters: Norah van net drie en Tamar van zes.
Eerstgenoemde liep de eerste honderden meters heel stoer als een echte atlete met uitzwaaiende armen maar halverwege was haar energie blijkbaar verbruikt en volgde het geen tegenspraak duldende: 'tille!'. Ervan uitgaande dat de inzinking tijdelijk was zette ik haar na 100 meter weer op de grond en spoorde ik haar aan om aansluiting te vinden bij een ander tegensputterend leeftijdsgenootje. Ze weigerde echter om haar pas nog te versnellen, zelfs met zicht op finish, moeder en ijsje. Met een bidon water vastgeklemd tegen de borst bereikte ze uiteindelijk in een moordend laag tempo als allerlaatste loper de meet.
Zus Tamar stond aan de andere kant van de meisjesranglijst en hoefde alleen een jongetje voor te laten. Met 4.36 haalde ze in 1 keer 15 seconden van haar pr af en bleef ze ruim een halve minuut voor op meisje 2.

tussen Nanda en Jaap
voor Jaap op de kade

De oudere jeugd (7-13 jaar) begon om 13.20 u en daarin liepen Kristel en de 3 van Zevenbergjes. Loek en Jaap presteerden dit keer iets minder dan we van ze gewend zijn (einde-seizoen-moeheid?), Janna liep als 8-jarige een mooie tijd en Kristel revancheerde zich op Nanda de Jong die in Kwintsheul voor haar was geëindigd. Met een tijd van 7.35 over 2 km werd ze 7e overall EN eerste meisje.

Tamar 1
Kristel 1
Fortuna lacht naar Olympus

Als twee dochters de eerste plaats halen wordt er natuurlijk hetzelfde verwacht van de vader in de wedstrijd over 12 km :-). Het antwoord dat ik eigenlijk alleen maar eerste hoefde te worden in mijn categorie getuigde niet van een slimme ontsnappingsroute gezien de aanwezigheid van ene WP uit Rockanje...
Die persoon schoot er na het startschot om 15.00 uur inderdaad als een komeet vandoor waarmee hij de aanzet gaf tot een solorace van 12 km en de overwinning in precies 39 minuten.

Wie heeft de kleurigste schoen
Gerard en Ernst in de slipstream
Alleen nog een U-bocht te gaan
(O)ma van den Berg na de finish

Achter de veteraan van AV Voorne vormde zich een groep van een man of 10 die al in het dorp uiteengetrokken werd door Ernst Bovenkamp. Mede daardoor ging de eerste kilometer in 3.10 wat me erg meeviel en wat ik direct maar weet aan de magische werking van mijn nieuwe felgele wedstrijdschoenen op welk type Gebreselassie vorig jaar 2.03.59 op de marathon liep. Lopen zit voor een groot deel tussen de oren.
Vlak voor de Zouteveenseweg liep Jeroen Bonnes (derde in Kwintsheul) wat weg van de groep en koos ik er bewust voor niet mee te gaan gezien de zware kilometers die nog te wachten stonden. Tweede kilometer ging in 3.15 en de derde in 3.20 zonder dat ik hoefde te forceren. Zou een podiumplek in de Kadeloop er voor het eerst in zitten vandaag? In de vierde kilometer liep ik weer in op Jeroen en tot mijn aangename verrassing werd het zelfs een erop-en-erover gevalletje. Op het 5-km-punt (16.40) voelde ik me fitter dan eerdere jaren zodat de angst voor een inzinking op de kade en een verlies van de tweede plaats minimaal was.
Op het kaatje ging het tempo weliswaar wat achteruit (rond de 3.30 min/km) maar pas bij km 11 (10 km in 34.05) begonnen de benen vol te lopen en nam het verlangen naar de meet storende vormen aan, wat mogelijk een gevolg was van watertekort daar ik de gevulde bekertjes onderweg alleen voor uitwendige koelingsdoeleinden had gebruikt. Die koelmomenten waren overigens wel bijzonder aangenaam en hadden de uitwerking van een energiestoot.
Het gat met de naaste belagers (Dennis Postma en Ernst) was dusdanig groot (ca. 200 meter) dat mijn plaats niet meer in gevaar kwam en ik als tweede veertigplusser aan de meet arriveerde in 40.42. In de totaaluitslag viel op dat de eerste vier overall-klasseringen allemaal werden bezet door mannen uit de categorie 40-44 jaar hetgeen vooral zuur was voor Ernst, die nu geheel buiten de prijzen viel.
Na afloop hing er met al die dorstige lopers op een zonnig en warm terras het typische kadeloop-sfeertje: de Hardloper mag trots zijn op zijn evenement!



Hardlopen in het Westland
mei/juni

Na de marathon van Rotterdam volgt er altijd een reeks van loopwedstrijden in het Westland, die dit jaar achtereenvolgens voert langs Maasland (30 april), Ter Heijde (8 mei), Delft (21 mei),Den Hoorn (30 mei), Maasdijk (13 juni), Kwintsheul (19 juni) en Schipluiden (4 juli).
Zelf loop ik sinds midden jaren negentig vrij trouw met deze wedstrijden mee en sinds een jaar of vijf is Kristel ook incidenteel actief bij de aanhangende jeugdlopen. Tamar volgde twee jaar terug het voorbeeld van haar grote zus en drie weken terug debuteerde Norah 1 dag na haar derde verjaardag op de 1 km van Den Hoorn.

De enige loop die ik zelf als kind liep was op Koninginnedag de 2 km van de Groene Oaseloop in Maasland waarbij ik in mijn herinnering altijd ergens rond de vijfde positie eindigde.
Zowel Kristel als Tamar deden het in 2009 wat dat betreft beter met twee (!) podiumplaatsen. Nadat Kristel namelijk als eerste meisje de 1,7 km (fietsmetertje) bij de oudste jeugd (10-14 jaar) had beëindigd in 6.35 volgde Tamar totaal onverwacht met een derde plek bij de meisjes t/m 9 jaar. Zo trots als een pauw stond deze 6-jarige na afloop op het podium (gelukkig ging de prijsuitreiking ondanks het dramatische voorval in Apeldoorn gewoon door, dat scheelde een hoop tranen) en lijkt ze nu bij voorkeur toch weer op atletiek te willen blijven ipv op hockey te gaan.
Ook vader haalde het podium (3e) maar gezien zijn tijd van 35.17 zat de jetlag nog erg dwars.

Een week later deed ik op vrijdagavond voor het eerst mee aan de Omloop ter Heijde die in zijn nieuwe vorm voor de derde keer werd georganiseerd, vooral onder impuls van speaker Peter Fieret.
De wedstrijd bestond dit jaar uit 2 rondes van 5 km waarvan de helft tegen de zuidwestenwind kracht zes in over het strand. Vlak voor de 10 km-start (20.30 u) meldde Peter dat er bovendien bij de strandopgang na 2 km eerst 400 meter door het rulle zand moest worden gelopen, een bezigheid waar ik enorm het land aan heb en dat waarschijnlijk meteen een verklaring was voor de trage eindtijden op de voorafgaande 5 km.
Bij het inlopen op het strand was ik met mede-10 km-lopers Marc Meeder en Frank de Bie de 5-km-lopers tegemoet gegaan, die boven een lage mist van stuifzand vooruit probeerden te komen. De voorste lopers klokten bij de duinopgang een tijd die duidde op een eindtijd van rond de 20 minuten terwijl ze normaal gesproken rond de 16 half lopen.
Natuurlijk gingen de eerste 2 km over het duinasfalt van een leien dakje; doorkomst 6.40 in een groepje van 6 op gepaste afstand van de winnaar van de CAI-halve uit Burundi. Zodra we het strand opdraaiden viel de groep meteen in tweeën uiteen met het zandhazenkoppel Maurice/Morris als snelle weglopers. Met moeite kon ik aanklampen bij de 3 andere lopers waarvan het tempo werd aangegeven door veteraan George Eichorn uit Den Haag. De bovenbenen verzuurden enorm op de zachte en glijdende ondergrond die ook nog eens hinderlijk opstoof, zeker bij het beklimmen van een heuse zandberg.
Na een halve kilometer kwamen we op het harde zand terecht en zakte de pijn in de benen weer weg, maar de ademnood bleef helaas standhouden. Een kilometer lang liet George het trio achter hem profiteren van zijn kopwerk en toen hij vervolgens afgaf bleek er geen liefhebber te zijn om zijn rol over te nemen. Uiteindelijk voorkwam ik de 'sur place', maar het pleitte niet voor Jeroen en Henri dat ze bij de finish wèl voor George zaten.
Doorkomst op 5 km was net boven de 19 rond waarna hetzelfde rondje nog een keer volgde. Bewust liet ik m'n groepsgenoten daar gaan omdat ik voelde dat ik al aardig aan m'n max zat en er nog 2 km ellendig strand te wachten stond. Het verval was er naar: ruim 2 minuten, zodat een vreemde eindtijd van 40.30 resteerde op een 10-km wedstrijd. Ach, ook de Burundese winnaar liep slechts 37 rond.
Het zand zat na afloop in alle hoeken en gaten; geloof niet dat ik ooit een liefhebber ga worden van strandlopen!

Hemelvaartsdag staat Delft altijd in het teken van de Golden Ten, de tweede loop in het Westland circuit.
De start en finish liggen midden in het centrum wat in combinatie met het zonnige weer een prettige ambiance oplevert met volle terrassen langs het parcours. De eerder in de week voorspelde zomerse warmte (23 graden Celsius) bleef voor de lopers gelukkig uit al was de behoefte aan water (uitwendig en/of inwendig) er gaandeweg de 10 km niet minder om.
Voor het startschot op de Burgwal gelost werd stonden plaats 1 en 2 eigenlijk al vast, want Thomas Poesiat en Jorrit Pels zijn resp. twee en een maatje(s) te groot voor de rest van het deelnemersveld. Daarachter ontbrandde de strijd tussen het voormalige FullTime-trio en iets daar weer achter de veertigplussers.
De eerste kilometers liep ik in een vrij grote groep waarvan Dennis Postma de sterkste indruk maakte al merkte ik zelf ook dat het me weinig moeite kostte om net boven de 6.30 door te komen. Met de wind in de rug door de Delftse Hout (parcours Kopjesloop) kon ik het tempo nog vasthouden en haakte de een na de ander af. Het gaf uiteraard een kick toen ik tenslotte alleen liep en honderd meter voor me Maurice zag zwoegen, die het duel met Willem vandaag leek te gaan verliezen.
Na 5 km klokte ik net onder de 16.30 waarna de wind op kop kwam te staan en de kilometertijden terugzakten naar 3.25. Ook de vele bochten maakten de terugweg lastiger evenals de heuvel na 7,5 km. Kilometer acht ging plots liefst 12 seconden langzamer waarvan de oorzaak achteraf echter vooral gezocht moet worden in het feit dat ie simpelweg 50 meter langer was (bron thuisloper en GPS-drager Ernst Bovenkamp).
De laatste kilometer richting centrum was nog vrij taai en net toen ik me had neergelegd bij een vijfde plek overall schoot er ineens een jongen in rood shirt voorbij, die qua kleding opvallende gelijkenis vertoonde met Christiaan van Beusichem in zijn GOZ-tijd. Een hardlopende voetballer dus, die op de streep ook nog 's Maurice verschalkte.
Mijn eindtijd op digitale klok en horloge was 33.43 wat dertien seconden boven planning was (met dank aan die achtste kilometer). De halve minuut verval en de eerste plaats bij de veertigplussers deden het positieve gevoel echter overheersen. Na de prijsuitreiking werd dat versterkt door een avondje Thof doorzakken.

Tijdens de Lenteloop in Den Hoorn was ik op de racefiets onderweg naar Gent en moesten de drie dochters de naam van den Berg hooghouden. En van die taak kweten ze zich glansrijk. Kristel won de 2 km voor 10-12-jarigen in 7.37 en bleef daarmee regiorivale Nanda de Jong zo'n tien seconden voor. Tamar kwam bij de 5-6-jarigen een teenlengte te kort om het resultaat van haar zus te copieëren en beëindigde de 1 km als tweede in een pr van 4.51. Dat laatste ging ook op voor de jongste spruit Norah, die geheel op eigen kracht met luier en al in tien minuten klaar was met haar eerste gerende kilomer ooit. Met bekers en bloemen keerden de vrouwen huiswaarts.

Zaterdag 13 juni werd het voor het eerst na Pinksteren weer 20 graden Celsius, een temperatuur die hoort bij de Knijnenburgloop in Maasdijk die dit jaar voor de twintigste keer werd georganiseerd en voor de laatste keer onder deze naam.
Bij het infietsen vanuit Maassluis werd me al duidelijk dat de warmte een belangrijke factor ging worden bij deze Westlandse loopklassieker, die vorig jaar compleet van gedaante veranderde door het niet meer uitkeren van startgelden.
In Maasdijk aangekomen was ik direct getuige van de strijd op de 5 km, waaruit Sjoerd van Marrewijk tenslotte als sterkste tevoorschijn kwam met een tijd van 15.49. Michael Groeneweegen werd derde op ca 100 meter.
Jan van Hoeven liep op dat moment al ‘warm’ voor de 15 km en wist te melden dat Patrick Kwist bij de inschrijving was gesignaleerd, een veertigplusser van Rotterdam Atletiek die dit jaar helemaal is doorgebroken in het regionale loopcircuit. Er was dus serieuze concurrentie!
Bij de bekende starttaferelen op de Korte Kruisweg zag ik dat het veld verder ook dit jaar voornamelijk bestond uit de bekende koppen van het Westlandklassement zodat de samenstelling van de kopgroep na het startschot van burgemeester vd Tak nauwelijks verrassend was te noemen. Alhoewel, Gerard de Lange en Jan van Hoeven bleven tot een kilometer of twee aan de staart hangen voordat de door mij verwachte kopgroep van vier resteerde: Willem Lenting, Maurice van Veldhooven, Patrick Kwist en RonB.
Eerstgenoemde twee namen het kopwerk voor hun rekening en keken wat verbaasd naar de aanwezigheid van de RA-atleet. Op de Pettendijk passeerden we het 5-km punt in 16.55 en had ik nog weinig hinder van de warmte al was de daaropvolgende zwakke wind tegen op de Oranjepolderweg wel een aangename afkoeling, evenals de sponsen en handige plastic flesjes met water. Het bijkans sissende water over m’n hoofd gaf aan dat de lichaamstemperatuur tot een kritische waarde moest zijn opgelopen.
Patrick deed na 6 km zijn eerste kopwerk en bij het opdraaien naaar de Korte Kruisweg volgde ik zijn voorbeeld. In de kilometer daarna werd de wedstrijd eigenlijk beslist. Eerst haakte Maurice af, een paar honderd meter later Willem. Tot aan de tweede doorkomst in Maasdijk klampte ik aan bij de niet versagende Patrick, waarna ook ik helaas een tandje terugmoest, nog wel onder toeziend oog van dochter Norah, die vandaag in goede handen was bij Marieke en Remy.
De 10 km ging nog net onder de 34 minuten en met een tempo van 3.30 min/km haalde ik de finish in een vooraf gewenste tijd van 51.35, vijftig seconden achter de winnaar en een zelfde marge vóór nummer drie Willem. Na Maurice wist Dennis Postma uiteindelijk nog net Gerard te verschalken die met zijn zesde tijd (54.11) als eerste buiten de prijzen viel omdat hij de vierde (!) in de categorie H40-44 was.
Die categorieën waren ook een beetje hèt gespreksonderwerp na afloop, want het is natuurlijk van de zotte dat de winnaar vandaag met minder prijzengeld naar huis ging dan bv. de eerste 35-plusser die 58.45 (!) op de klokken zette. Gelukkig voelde de organisatie het kromme van de situatie enigszins aan en volgde er iig nog een aparte huldiging van de eerste drie aankomenden op de 15 km overall. Het gebeurt de laatste tijd steeds vaker dat de masters harder lopen dan de ‘jeugd’ dus verdient het voor de eerste VTM-loop (nee, niet de wandelvereniging) volgend jaar misschien aanbeveling om over te stappen op het beloningensysteem van de Loopreisserie: de eerste 7 aankomenden overall krijgen de ‘hoofdprijzen’ en daarnaast is er voor elke KNAU-categorie een drietal kleinere prijzen.

Na de sterke Knijnenburgloop volgde een week later een wat teleurstellende Oranjeloop in Kwintsheul.
Deze vierde wedstrijd van het Westlandcircuit zat ingeklemd tussen 2 AVW-evenementen, te weten het clubkampioenschap op donderdag en de run bike run op zaterdag.
Voorafgaande aan het clubkampioenschap (5 km) had ik ingeschat dat ik me ervanaf kon maken met een tijd van net onder de 17 minuten en zo op de Oranjeloop (10 km) zou kunnen pieken naar een lage 33-er, maar dat was buiten de Lange gerekend. Gerard liep nl. een ijzersterke 5 km en dwong me de laatste 500 meter nog tot een extra versnelling daar ik een eindsprint met de snelste (?) man van AVW uiteraard wilde voorkomen. De 16.13 die tenslotte op het bord verscheen (Gerard 16.18) was geflatteerd maar gecorrigeerd naar ongeveer 16.30 is het nog steeds een tijd die ik niet 'op reserve' loop.

Met Barbara van Loon
Kwartet achter trio
Schoenenwissel aanstaande

De avond erna bleek dat de Oranjeloop een grote aantrekkingskracht heeft op de regionale lopers (van jong tot Siem) met een opkomst die hoger leek dan bij de Knijnenburgloop. Voor de start streepte ik de eerste 2 plaatsen in het overall klassement al door getuige de aanwezigheid van Thomas Poesiat en Wim Padmos (vorig weekend goud bij de NK-veertigplussers op de 10 km baan), welke twee in gezelschap van Maurice van Veldhooven, ook meteen fel van leer trokken. Na de ronde door het centrum (ruim 1 km) lag het trio een seconde of 10 voor op vier achtervolgers, zijnde Morris Wols, Reinout Polders (Delftse voetballer die 4e werd in de Golden Ten), Jeroen Bonnes van AV Sparta en RonB. Makkelijk ging het me niet af en even kreeg ik zelfs een weldadig gevoel bij het idee om hier de pijp aan Maarten te geven.
Het tempo viel in de eerste grote ronde echter al gauw wat terug zodat ik beter in het ritme kwam en ook wat kopwerk kon gaan verrichten. De tussentijden op de kilometers vielen nogal tegen (2 km in 6.45, terwijl het voor het gevoel 6.30 was) waarmee ik de 33-laag direct uit m'n hoofd kon zetten. Tussen 3 en 4 km stond de wind tegen en fladderde Maurice van de kopgroep af, waarvoor hij achteraf als oorzaak verkramping in de benen opgaf (niet gek met zo'n tempo...) en werd het kwartet tijdelijk aangevuld met Henri Havinga. Na 5 km klokte ik 17.00 wat wel erg ontmoedigend was. Het vermoeden dat we hier eerder met een 5,1 bordje te maken hadden werd bevestigd door de snelle 3.14 in kilometer zes.
Inmiddels liep Jeroen weg van zijn strijdmakkers en bleven de andere 3 zwoegend samen, wat me vooral verraste van Morris die dus eindelijk weer een redelijk goede dag had. Bij kilometer 9 zette Reinout wat aan en voelde ik dat mijn reserve wel was opgebruikt. Toen ik dus even verderop in een ooghoek iets blauws zag naderen vermoedde ik al dat Dennis Postma (H40) van AV Pallas op komst was en dat ik zijn aanval niet meer ging pareren. Uiteindelijk restte me een zevende plaats (3e H40) en een teleurstellende eindtijd van 33.44, net iets sneller dan mijn doorkomst in Maasdijk.
Altijd fijn als je er een oorzaak voor kunt geven: de aanstormende 'jeugd' bij AVW :-).
Thomas Poesiat won de wedstrijd in 30 hoog gevolgd door een sterke Wim Padmos in 32.14. Jeroen Bonnes werd derde in 33 laag; hij wel... Daarachter het genoemde kwartet lopers rond de 33.40.
Volgende week zaterdag (4 juli) is er nog de Kadeloop in Schipluiden maar dan is het inmiddels zomer!



Geen historische tiende marathon
5 april

Na een drietal succesvolle marathons te hebben gelopen in 2007 (2.43.14 in tropisch Rotterdam en een winnende 2.37.19 in Etten-Leur) en 2008 (Rotterdam, voor het eerst onder de 2.35) volgde in het najaar een teleurstellend NK-marathon in Eindhoven. Omdat de tweede helft van de marathon liefst 11 minuten langzamer ging dan de acceptabele eerste bleef ik uiteindelijk met pijn en moeite onder de 2.45, bijna 10 minuten boven het verse pr.
De voortekenen waren toen al niet goed geweest, maar min of meer tegen beter weten in hoopte ik dat de zeurende pijn in de onderrug geen invloed zou hebben op mijn prestatie.
Niet getreurd, een half jaar later kon ik in de herkansing gaan bij de mooiste Nederlandse marathon, te weten de 29e editie van die van Rotterdam.
Om niets aan het toeval over te laten nam ik in november contact op met Tonnie Dirks voor een meer gerichte voorbereiding. Hij verwees me door naar Clemens Vollebergh die me vanaf dat moment maandelijks een trainingsschema toestuurde.
De trainingen waren gevarieerd met korte snelle intervallen en niet te snelle duurlopen van eerst nog 20 km, uitgesmeerd over 5 dagen in de week en ca. 80/90 km.
Eind november resulteerde dat in een veelbelovende 51.00 bij de Sint-Nicolaasloop (15 km) in Bleiswijk en een maand later in een vierde plaats bij de halve marathon van de jaarlijkse Derdekerstdagloop in het heuvelachtige Arnhem in m’n snelste tijd ooit daar, 1.14.22.
Een dag later pikte ik de laatste AVW-cross nog even mee, voerend over hard bevroren ondergrond en bij een ijzig windje.
Daarna kwam de klad erin. Wat begon met een lastig hoestje veranderde op oudejaarsdag in koorts welke verschijnselen me vervolgens de hele maand januari parten speelden. Ongelukkigerwijze viel dit samen met de eerste serieuze natuurijsperiode sinds 1997, waar ik als schaatsliefhebber (en tweevoudig 11-stedenbedwinger) natuurlijk wel van wilde profiteren. Mogelijk dat dat ook de liesproblemen verklaarde waarmee ik halverwege de maand te kampen kreeg.
Desondanks wilde ik niet ontbreken bij de Biesheuvelloop (18 januari) waar ik geconfronteerd werd met een nog slechtere conditie dan verwacht; zelfs het weinig ambitieuze 4-vlakschema moest ik na 12 km opgeven om tenslotte met hangen en wurgen te finishen in bijna 1.28.
Op dat moment begon ik serieus te twijfelen over deelname aan de Rotterdammarathon.
Vanaf begin februari was ik weer in staat om het maandschema van Clemens te volgen. De eerste dertiger liep ik op 8 februari in een tempo van 4.10 min/km, drie weken later gevolgd door dezelfde afstand in 4.00 min/km. Deze ene maand training bleek voldoende te zijn om op 7 maart de Midden Delfland halve marathon weer af te leggen in 1.13.40 en een week later die van Oostvoorne zelfs nog een minuut sneller; Rotterdam leek plots met nog 3 weken te gaan precies op tijd te komen!
Het weekend erna combineerde ik een snelle 15 km in Reeuwijk (51.20) met de derde dertiger een dag later in een gematigd tempo van 4.15 min/km. Bij die 15 km zat ik na 10 km nog op een nette doorkomst van 33.35, waarna het verval te groot werd om onder de gewenste 51 minuten te blijven.
De een na laatste voorbereidingsweek nam ik wat gas terug en wilde ik alleen bij de CAI 10 km nog een ‘snelheidstraining’ doen. Op trainingswedstrijdschoenen (meer demping dan de lichte wedstrijdschoen), tevens beoogd voor de marathon, gingen de eerste 3 km inderdaad razendsnel (9.35) wat niet gezegd kon worden van de resterende 7 km. Tamelijk teleurgesteld bereikte ik de finish in 34 rond, bijna 1 minuut boven de verwachting :-(.
De laatste week werd de weersvoorspelling voor 5 april bijna elke dag gunstiger, werd ik als marathonexpert neergezet in het AD, verdween de lichte rugpijn van het begin van de week en zetten de traditionele jaarvergadering en pasta-party bij AVW me verder op scherp.
Daar doorheen sijpelde ook (gezonde?) twijfel; de matige 10 km had me er ten eerste van overtuigd dat ik zondag gewoon op wedstrijdschoenen van start moest gaan en ten tweede, van veel meer importantie, me doen afvragen of de huidige vorm wel voldoende was voor een pr op de marathon.

Zondagochtend arriveerde ik een uurtje voor het kanonschot bij het Technikon waar een ruimte was afgehuurd voor de ‘subtop’ (getuige het bordje aan de voordeur), waartoe ook Thijs Feuth bleek te behoren, die een dag tevoren zijn hart nog had gelucht in de Volkskrant over de in zijn ogen slechte behandeling van de nationale subtoppers door de organisatie van de Rotterdammarathon.
Tja, je kreeg hier je startnummer, er was massage- en douchegelegenheid, drank en broodjes waren in overvloed aanwezig en je werd een half uurtje van tevoren naar startvak A begeleid, pal achter de echte top.
Volgegeten en –gedronken (energiedrank èn koffie) zag ik daar om 5 voor 11 de hijskraan met Leen omhooggaan en beseften alle omstanders waarschijnlijk weer: dit is Rotterdam!
Met nog 2 minuten te gaan vluchtte Amriet Oemrah ineens naar het lonkende chemische toilet tussen de twee startrijen in, opgevolgd door een blijkbaar al even nerveuze Patrick Kwist, alhoewel, het duidt natuurlijk ook wel op een grote stressbestendigheid als je zo kort voor de start nog van je plek durft. In je dromen gaat het kanon geheid af als je in dat hok staat te wateren…
KNAL!
En dan ben je ineens aan het rennen op de Coolsingel en is er het karakteristieke geluid van muziek, voetstappen en schreeuwende toeschouwers. De eerste kilometer gaat zoals gepland in 3.35 waarna de met een mensenmassa beladen Erasmusbrug (nog) probleemloos wordt bedwongen. De eerste 5 km doe je al ontzettend veel indrukken op welke nu grotendeels vervaagd zijn. Ik weet nog dat ik stuivertje wisselde met de iets sneller gestarte Rijnmondconcurrent Patrick Kwist, die me bij het passeren meedeelt dat ik wel heel veel supporters heb. Het moet gezegd, ik hoor heel vaak m’n naam noemen al kan ik in de meeste gevallen door de drukte niet achterhalen wie de roepende is. Na 18 minuten en 7 seconden passeer ik de matten van het 5-km-punt en eigenlijk valt dat een seconde of 10 tegen. Het weer is vandaag ogenschijnlijk geen tegenstander: er staat vrijwel geen wind, de temperatuur ligt tussen 10 en 15 graden Celsius en het is helder en droog.
Om 1 of andere reden rijdt er ergens vanaf die 5 km een wit bestelbusje voor me uit met de tekst ‘Europcar’ die lange tijd van geen wijken weet en langzaam op m’n zenuwen begint te werken. De tussentijd op de 10 km (36.10) zou tot die irritatie geen aanleiding hoeven te geven ware het niet dat het tempo me te moeizaam afgaat. De kilometertijden zakken dan ook terug naar 3.40 en als ik bij de Slinge (na 13 km) Born Energy krijg aangereikt van Petra en de 2 oudste dochters weet ik eigenlijk al dat er vandaag geen pr in het verschiet ligt. De halve marathontijd (nog steeds vrijwel dezelfde als die van het kleverige Europcar-busje) van 1.17.22 is weliswaar precies de helft van dat pr, doch bij deze doorgang heb ik alle geloof op een even snelle tweede helft allang begraven. Terecht, zo blijkt, want waar de 5 km tussen 15 en 20 nog gaat in 18.30, klok ik bij de volgende 3 matten 19.30, 20.15 en 21.10.

Warande na 27 km
Kralingse Plas na 35+ km


Kwambai voor winnaar Kibet (2.04.27)
Patrick Kwist snelste Rijnmonder
Nog minder dan 2 kilometer te gaan

Langs de Blaak, Warande en Boezemanstraat staat het rijendik wat op dit soort zware momenten nauwelijks een voordeel te noemen is; al die mensen die weten te melden dat het goed gaat staan òf glashard te liegen òf geven een brevet van hardlooponnozelheid af.
Gelukkig weet ik het verval na 30 km te stabiliseren op 4.10 min/km en rond ik de Kralingse Plas zonder opkomende krampverschijnselen in de kuiten, hetgeen in mijn geval vrij uniek is.
De eindtijdberekening heb ik na 25 km achterwege gelaten zodat de tijd die neef Theo na 35 km doorgeeft (‘2.43/2.44’) rauw op m’n dak valt. Dat is ongeveer dezelfde tijd als in Eindhoven, terwijl het daar voor het gevoel nog een stuk slechter ging.
De laatste 2 km gaan zoals gebruikelijk iets rapper, leidend tot 2.43.45 bij het passeren van het finishdoek op de Coolsingel. Waar ik er vorig jaar nog juichend onderdoor ging gebeurde dat nu met een zwart wolkje boven m’n hoofd. Dit had ik niet verwacht van mijn tiende marathon!

Kristel en Tamar zien pappa
Nog 1 seconde

Bijna 10 minuten boven planning; wie weet het waarom?
Op het ogenblik denk ik dat ik na de bijna trainingsloze ziektemaand januari in de twee maanden daarna te weinig inhoud heb opgebouwd voor een goede marathon. Feitelijk heb ik me dus laten misleiden door de twee relatief snelle halve marathons in Midden-Delfland en Oostvoorne en waren Reeuwijk en Naaldwijk betrouwbaardere signalen. Hoe had het echter uitgepakt als ik die twee laatste wedstrijden gewoon had laten schieten en me in plaats daarvan in die periode had beperkt tot het langzamere duurwerk? Geen idee.
De herkansing volgt pas over een jaar, want het combineren in het najaar van een grootscheepse verbouwing aan onze woonkamer met een marathon is uit relatieoogpunt gezien ernstig af te raden.
Voor de dertigste marathon van Rotterdam (die keuze zal het hoogstwaarschijnlijk wel weer worden) wil ik in ieder geval proberen om het aantal trainingskilometers en –dagen in januari, februari en maart flink uit te breiden.
Na afloop werd ik er in het Technikon mee geconfronteerd dat er nog veel mogelijk is als je veertigplusser bent: Oscar de Kuijer van Leiden Atletiek verbeterde zijn pr met ruim 10 minuten tot 2.28.53 in een supervlakke race.
Een droomtijd.



NK cross Gilze-Rijen
1 maart

Op zaterdag 28 februari en zondag 1 maart vond in het Brabantse Gilze-Rijen het NK cross plaats voor alle KNAU-categorieën. De eerste dag stonden de jeugd en de masters geprogrammeerd en op zondag mochten de nationale seniorentoppers aan de bak.
AVW’ers in looptenue werden er het hele weekend helaas niet gesignaleerd maar langs de kant was de club in de personen van Harry van Zevenbergen en ondergetekende wel aanwezig om respectievelijk hun twee zonen en dochter van AV Fortuna te zien presteren in hun categorie.
Na een autorit van een uurtje (80 km) parkeerden we op een ruim parkeerterrein op korte afstand van het complex van AV Spiridon waar een fraai, geheel door hekken omringd, crossparcours bleek te zijn uitgezet.
Vanaf de comfortabele brede startlijn (een meter of 50) konden rondes worden gelopen variërend van 350 m tot 2 km over een soms erg modderig grasveld en over een venijnig aangelegde heuvel op een paar honderd meter voor de finish.
Aan het begin van het terrein stonden een grote tent, die diende als verkleedruimte, een tiental chemische toiletten om de nood te lenigen van honderden nerveuze lopers en de Spiridon-kantine voor koffie, hamburgers en ‘appeltaartpunten’ met ondefinieerbare ingrediënten.
Er stond weinig wind op deze laatste meteorologische winterdag en de temperatuur was lopersvriendelijk; van de passieve kijker had het wel een paar graden warmer mogen zijn...

bibberend in afwachting
het is geel voorin
de laatste 100 meter

De eerste AVW-spruit die in actie kwam was A2-pupil Kristel. Ruim 40 meisjes met geboortejaar 1998 sprintten er na het startschot van 10.47 uur vandoor voor een cross van 1200 meter. Door de breedte van het startveld bleef het traditionele gedrang achterwege en kwamen de snelste loopsters automatisch voorop te lopen. Kristel nestelde zich meteen inde toptien en verdween met de anderen na een minuutje uit het zicht van de toeschouwers.
De speaker beschikte over een ruimer gezichtsveld getuige het live commentaar dat over het terrein schalde en waaruit volgde dat een groepje van vijf meisjes zich los had gemaakt met kort daarachter o.a. Kristel. Vlak voor de heuvel kregen wij de A2-pupillen, aangevoerd door een kwartet, ook weer in beeld, waarna de heuvel als scherprechter diende voor de definitieve verdeling van de podiumplaatsen. Daarachter verdedigde Kristel met verve haar toptienklassering en finishte ze na 5.19 min uiteindelijk op een mooie zevende plaats.
Drie minuten later ging A1-pupil (1999) Jaap van start voor zijn 1200 meter. Na zijn bronzen medaille bij de NK indoor in Apeldoorn (1 km in 3.22!) twee weken eerder had hij natuurlijk hoge verwachtingen gewekt al was zijn vader vooraf wat minder optimistisch gestemd. Jaap liet zich echter al meteen in de topdrie zien en ging brutaal de strijd aan om de eerste plaats. De speaker sprak over een gaatje van een paar meter tussen de koploper en Jaap van Zevenbergen van Fortuna en inderdaad was dat ook het verschil vlak voor de heuvel. Helaas kwam de aan heuvels niet gewende Maassluiser vervolgens bijna tot stilstand op het kunstmatige obstakel en moest hij de gouden medaille daardoor aan zijn lichtvoetige tegenstander laten. Wel pakte hij de zilveren plak (4.46 min) wat natuurlijk een grote felicitatie waard is.
HOERA voor JAAP!!
Een half uurtje later mocht hij zijn prijs in ontvangst nemen van niemand minder dan oud-topcrosser Tonnie Dirks, ook bekend vanwege zijn marathonschema’s die overal in den lande worden nagevolgd (ook door deze AVW’er dus).

aanklampen bij de koploper
het zilver binnen handbereik!
estafette A-pupillen

Om 12.10 uur was het de beurt aan de D2-junioren (1996) met Loek als 1 van de 65 deelnemers. Deze 12- of 13-jarigen mochten een afstand van 2100 meter afleggen, opgesplitst in 2 rondes. In navolging van zijn broer ging Loek flitsend van start zodat hij na 200 meter een gat van een paar meter met de rest van het veld had geslagen. Twee bochten verder stond hij echter geparkeerd in de modder en kostte het hem een aantal minuten om weer in een goed ritme te komen. Een topklassering was daarmee wel verkeken; gegokt en verloren!
Om half twee liepen Jaap en Kristel nog mee in de gemixte estafette (4x350 m) voor A-pupillen, een onderdeel dat voor de toeschouwers erg leuk is om te volgen. Met Jaap als tweede en Kristel als derde loper behaalde AV Fortuna de zesde plaats van de 24 deelnemende ploegen.
Na de estafettes verschenen de masters op het parcours maar daar hadden de twee aanwezige AVW-masters geen boodschap meer aan. Alhoewel, ik moet bekennen dat de prachtige wedstrijdsfeer wel erg aanstekelijk was. Misschien volgend jaar een nog langer gerekte zaterdag in Gilze-Rijen??