Zon in Zuid-Frankrijk (8-28 juli 2012)


Na vrijdag op het schoolplein voor de laatste maal ‘Ajuu paraplu’ van groep 1/2 van de Dijck te hebben aangehoord en zaterdag Kristel en Tamar prijzen te hebben zien winnen bij de Kadeloop in Schipluiden begint zondag 8 juli om 4.15u onze vakantie.
De avond ervoor was gebleken dat alle tassen en campingspullen net pasten in de Focus wagon en dakkoffer, zonder dat iemand de lange reis (ruim 1200 km) naar Biarritz in opgevouwen toestand hoefde te doorstaan.
Het ochtendritueel vergt ruim een uur zodat Petra om 5.20 u de straat uitrijdt met achterin drie half ontwaakte kinderen. Wie schetst vervolgens onze verbazing wanneer we bij de eerste (tank)stop in N-Frankrijk de familie van Zevenbergen achter ons aan zien komen sluiten. Een bijzondere speling van het lot (=Fortuna)…
Het gedeelte naar en rond Parijs geeft respectievelijk fikse regenbuien en vertragingen wat enige onrust teweegbrengt over de haalbaarheid van het uiterste zuidwesten van Frankrijk. In een poging de verloren tijd in te halen negeren we in eerste instantie een plassignaal van Norah, al gauw gevolgd door geweeklaag vanaf de achterbank, duidend op toenemende mate van urgentie zodat we genoodzaakt zijn om een willekeurige afslag van de rondweg te nemen om haar bij de eerste de beste parkeergelegenheid te verlossen.
Na Parijs wordt het rustiger en rijden we onder de onvermijdelijke klanken van K3, het junior songfestival, 538 hits en Anouk gestaag naar Bordeaux terwijl de meiden zich onledig houden met hun Nintendo’s. In de buurt van de wijnstad nuttigen we al de warme maaltijd omdat we inmiddels uit ervaring weten dat het opzetten van de tent met een lege maag een valse start van de vakantie erg kan bevorderen.
Het laatste deel van de reis verloopt soepel en aangezien de routebeschrijving naar camping Biarritz ook naar behoren functioneert rijden we rond 8 uur het kampeerterrein op en begint de uitpak- dan wel verkenningsprocedure.
Uiteraard hebben we de hamer in Maassluis laten liggen en ontbreekt er ook weer een snoergedeelte behorend tot onze vaste campingongemakken. Incidenteel zijn mijn matige fysieke gesteldheid (licht grieperig en draaierig) en de luide, maar vooral valse karaoke bij de op een steenworp afstand gelegen receptie. De foto geeft onze op dat moment heersende gevoelens goed weer…
Maar er is wifi! Vooral Kristel is daar erg van gecharmeerd omdat ze zo in direct contact blijft met haar vriendinnen. Hoezo ver van huis?
Ondanks wat kindergeklaag over de breedte van de matjes heeft iedereen een redelijke eerste nachtrust in de (kleine) tent en schittert er 's morgens op tafel het vertrouwde Franse ontbijt met baguette en croissants.
De eerste 3 dagen is het bewolkt rustig weer en ligt de temperatuur rond 20 graden Celsius.
Typisch weer voor een stedelijk bezoekje, zodat we op dinsdag door Baskenland naar het 50 km verderop gelegen San Sebastian rijden. Blijkt niet mee te vallen om daar een parkeerplek te vinden, zeker niet met een dakkoffer die doorgangen onder 1.90m verhindert, maar uiteindelijk belanden we in een parkeergarage direct onder het centrum.
Hoe maak je het vervolgens 5 mensen naar hun zin?
De kleinste krijg je wel stil met een rondje in de draaimolen maar die andere twee jongeren geven onverbloemd aan weinig zin te hebben in een wandeling naar 'het Jezusbeeld' bovenop de heuvel. 'En ze geloven niet eens in Jezus', klinkt het samenzweerderig tussen de 2 zussen.
Natuurlijk laten de ouders zich niet gek maken en wordt de wandeling koppig aanvaard met een fraai zee- en stadsuitzicht als beloning. Beneden wachten ijs en terras.
Woensdag volgt er een veel langere wandeling van de camping in Biarritz-Zuid naar het centrum en zien we o.a. een surfwedstrijd door de roerige branding, een smalle toeristische hoofdstraat met opvallend statige woningen (plus meerdere verkooppunten voor wafels) en een vestiging van warenhuis Lafayette tot vreugde van de oudste dames in ons midden.
Hoewel de zon nog schuil gaat en de temperatuur niet uitnodigend is besluiten we einde middag een duik te gaan nemen in zee. Op een smalle strook tussen twee blauwe vlaggen is ruimte gereserveerd voor zwemmers direct naast een bredere strook voor surfers. De hoge golven veroorzaken lange schuimkoppen waarover ze seconden lang met hun plank kunnen manoeuvreren alvorens kopje onder te gaan. Ook zonder plank is het meezwemmen met de kantelende golven vermakelijk temeer daar de temperatuur van het water niet veel lager blijkt te zijn dan de omgevingstemperatuur. Heerlijk!
Het is de aanzet voor twee echte stranddagen met veel zon en uv-straling, waarvan de uitwerking pas donderdagavond goed zichtbaar en voelbaar wordt. Zelf heb ik niet gesmeerd maar ook de factor-30-gebruikers vertonen dan her en der concentraties van rode uitslag op hun lichaam. Vrijdag zijn de golven op hun hoogst en is het nauwelijks nog mogelijk om naar het aantrekkelijke omslagpunt te lopen omdat de kracht van de voortrazende schuimkoppen je telkens terug naar de kust werpen. Duikend onder de golven door kom je nog het verst maar die methode is tamelijk uitputtend.
Die capriolen zijn aan de diplomaloze Norah natuurlijk niet besteed maar die vermaakt zich prima door over de uitrollende golven te springen, waarbij ze het water voorzichtig laat stijgen tot heuphoogte.
’s Avonds verhogen we het zomerse campinggevoel met een barbecue bij de tent; op de foto is vooral bij de oudste te zien hoe het mensenvlees al voorgeroosterd is…
De laatste dag in Biarritz, ‘quatorze juillet’, zoeken we het centrum weer op voor een gepland marktbezoek en ongeplande bezoeken aan een militaire parade (wie doet zoiets vrijwillig?) en de vuurtoren in de noordwesthoek van de stad. Na een beklimming van 240 traptreden kunnen we om de toren heen lopen waar behalve een mooi uitzicht de harde frisse westenwind eminent aanwezig is. Het is de charme van dit gebied, die ’s avonds nog eens extra tot uitdrukking komt als we naar en over de dankzij de eb aanwezige pier lopen. Aan het einde ervan blijven we even staan om te luisteren naar de wind en de op de rotsen uiteenspattende golven. Het contrast met de karaoke van afgelopen zondag kan niet groter zijn.
Zondagmorgen hebben we tent, tassen en apparatuur net voor de regen in de Focus weten te proppen en gaan we met ruitenwissers aan richting Bagnères-de-Bigorre in de Pyreneeën. Treurige persoonlijke primeur is er bij de eerste en enige stop in een wegrestaurant; voor niet-vleeseters is er slechts smakeloze rauwkost. Zelfs een broodje kaas is teveel gevraagd.
Vervelender is dat het griepje van vorig weekend is teruggekeerd met lichte verhoging en koppijn. Oorzaak zal de volgende kiesontsteking wel zijn want hoewel de scherpe pijn rechtsboven allang gedoofd is, zit er nu in het erboven gelegen tandvlees een gevoelige bobbel. De dag erna leg ik een afspraak voor over 2 weken bij de tandarts vast.
In Bagnères-de-Bigorre zijn we het er snel over eens dat Camping le Monloo (4*) geheel aan onze eisen voldoet met een zwembad, enkele Nederlanders, wifi en vlakke grasveldjes. Het is zo’n zeldzame camping die meteen een vertrouwd gevoel geeft, al helpen de blauwe zomerlucht en de rondcirkelende wouwen daar waarschijnlijk in niet geringe mate aan mee.
Maandag is gereserveerd voor een bezoek aan het bedevaartsoord Lourdes. Lopend richting ‘de grot’ passeren we een overvloed aan souvenirwinkels met Mariabeeldjes en lege flessen en vaten wachtend op vulling met het heilige water. Bij 1 van die winkels knallen de psalmen en gezangen luid de straat in wat me doet afvragen hoe je je daar als medewerk(st)er tegen kunt wapenen. Al vroeg ik me dat ook af bij de herrie van Abercrombie & Fitch in New York.
Centraal punt voor de bedevaartgangers is de basiliek Sint-Pius X en de daarnaast liggende grot welke een kopie is van die waar Maria aan Bernadette verschenen schijnt te zijn. We zijn er blijkbaar op prime-time want een stoet aan rolstoelers met hoopvolle blikken zet koers naar de grot om een goddelijke wonder te ervaren. De kinderen vérwonderen zich vooral.
Einde middag rijden we naar Pic du Jer waar een kabeltreintje er een kwartier over doet om de inzittenden op zo’n 1000 meter hoogte te brengen. Na een korte wandeling bereik je de top waar een weids uitzicht op de Pyreneeën en Lourdes je automatisch tot stilte maant.
We rusten hier even uit op een veldje in de volle zon. Het is immers vakantie.
De dag erna rijden we 'in optocht' de Tourmalet op, voornamelijk als gevolg van de vele racefietsers die een dag voor de toppers de berg willen bedwingen. Eenmaal op de top, waar we enigszins fortuinlijk kunnen parkeren naast een Rabo-busje, zien we aan de andere bergzijde honderden campers staan die zich reeds gesitueerd hebben voor de hete (?) etappe van morgen. Nu staat er nog een koude wind wat een goede aansporing voor ons is om aan de wandeling richting de Pic du Midi te beginnen. Dit observatorium is een markant punt in de Pyreneeënketen en ligt met 2877m zo'n 650 meter hoger dan de Tourmalet-passage, waarvoor een paar uur lopen mag worden uitgetrokken. Halverwege de route stuiten we tussen de sneeuwresten op het Lac d'Oncet, wat een mooi eindpunt voor de familie Bergvos is.
Na een sneeuwballenspel komen we op de terugweg naast de al eerder gesignaleerde passieve schapenkudde ook ineens een aantal actieve lamakuddes tegen, die en masse op weg lijken te zijn naar de Pic du Midi. De beesten zijn wat mensenschuw al bewijst Tamar dat je hen met een stuk stokbrood wel kunt lokken.
Op de camping duikt het grut meteen het zwembad in en lezen de ouders in de schaduw over de gebroeders Karamazov en het bed violen, respectievelijk geboeid en geërgerd.
Woensdag 18 juli worden de Tourrenners over 4 Pyreneeëncols gestuurd (Aubisque, Tourmalet, Aspin, Peyresourde) en willen wij op de een na laatste gaan staan. Rond 9 uur arriveren we aan de voet en rijden we met de auto door tot het stijgingspercentage richting 10% gaat. Dat idee blijkt niet origineel te zijn. Alle enigszins veilige parkeerplekken zijn bezet en langzaam naderen we de top. Precies 1 km daarvoor is er aan de rechterkant vlak voor een bocht naast een steile afgrond een plek die net breed genoeg is. Dan is het nog wel een halve dag wachten op de reclamekaravaan, welke tijd we eerst benutten om naar de top te lopen. Daar hangt een 'criteriumsfeertje' met luidsprekers, mobiele wc's, hamburgertenten en te koop aangeboden wielerattributen; de Tour is echt 1 groot circus..
Iets na 2 uur arriveren de eerste auto's van de 37 bedrijven tellende karavaan en veranderen de toeschouwers van jong tot oud in een graaiende massa, terwijl de buit toch steevast beperkt blijft tot wielerpetjes, sleutelhangers, armbandjes en snoepgoed. Ook de Focus vangt dankzij de open ramen en achterklep de nodige prullaria wat ons in totaal uiteindelijk een tas vol Tourattributen oplevert.
Rond half 4 volgen na de helikopter en de motoren dan eindelijk de hoofdrolspelers in de personen van de Fransen Feillu en Voeckler. We hebben het geluk dat bij deze etappe de renners alleen of in kleine groepjes voorbijkomen omdat de eerdere kopgroep van zo'n 35 man uiteengeslagen is. Zelfs 2 Nederlanders (ten Dam en Kruijswijk) zitten hier nog in de frontlinie. De groep met geletruidrager Wiggins volgt op een kleine 10 minuten.
Prachtig om de mede door de hitte getekende gezichten van de renners te zien; zeker in de staart van het wielerpeloton wordt zichtbaar geleden.
Na de wagen met 'fin de la course' loopt de berg razendsnel leeg wat onvermijdelijk tot een fikse opstopping leidt aan de voet. Zes uur zijn we terug op camping le Monloo. Geregeerd door de weersverwachtingen trekken we de volgende dag verder naar de Middelandse Zee.
Beoogde standplaats is Narbonne-Plage waar we einde middag arriveren. Opvallend is de droogte en de beperkte kampeercapaciteit die lijkt samen te zijn gebald tot 1 (volle) mega-camping. Een veelbelovende bewegwijzerde route naar een viersterrencamping eindigt ver buiten de stad tussen de wijnvelden én bij een Adam en Eva van vóór de appel :-). Een blik op en naast de receptie leert dat er veel meer mensen hier zo luchtig bijlopen wat vooral vanaf de achterbank een golf van afgrijzen dan wel protest doet oprijzen.
We rijden verder dus, maar waarheen? Iets noordelijker ligt Valras-Plage welke stad we nog kennen van 10 jaar geleden toen we daar eind september met Kristel en Tamar in moeders buik twee weken in een appartement bivakkeerden.
Feest der herkenning dus al is de lange langs de kust gelegen kampeerstraat ten westen van Valras nieuw voor ons. Een enorme hoeveelheid campings bevindt zich hier, variërend van vol en luxe (nachtprijzen van 80 euro) tot camping Marina die 2x zo goedkoop is, niet in het bezit van zwembad, wifi en Nederlandse gasten maar wel een vrije, zanderige plaats ter beschikking heeft. De kinderen zetten hem in de klaagmodus, de ouders komen weer snoer te kort en hoeven weliswaar eindelijk geen hamer te lenen om de haringen in de grond te krijgen maar helaas schieten die er bij de eerste de beste windvlaag ook net zo makkelijk weer uit.
Hier is even sprake van een serieuze vakantiecrisis.
Van tegenover ons staande Walen krijgen we op dat moment het simpele doch werkzame advies om eerste een kuiltje te graven en daarna de haringen erin te hameren. Zo dom zijn ze niet… Petra merkt op dat zeil in de voortent nu echt noodzaak is om een strand in de tent te voorkomen. Dat kopen we dus de volgende dag.
's Avonds eten we pizza’s in Valras.
Natuurlijk is het hier in de Languedoc vrijdagochtend al (winderig) strandweer en vertoeven we deze eerste dag veel op het strand. Het zeewater voelt opmerkelijk genoeg kouder aan dan bij Biarritz; het zal te maken hebben met de afwezigheid van onderhoudende golven.
De crisis van gister is al zo goed als vergeten al besluiten we vandaag wel om ons verblijf op de zandcamping te verkorten van 6 naar 5 dagen.
Op zaterdag huren we 2 kano’s bij Roquebrun voor een 5-km-tocht over het riviertje de Orb. Sinds het bijna-drama met Kristel in 2000 in de Franse Jura, toen we bij een stroomversnelling omsloegen, is deze activiteit niet meer zo ontspannen als ze behoort te zijn.
Het riviertje is echter vrij rustig en bij vlagen zo ondiep dat ik me afvraag of hier over 1 maand nog wel kan worden gekanood. Kristel en Tamar stappen na een tijdje samen in een boot en vinden na een aanvankelijke omslachtige zigzagkoers uiteindelijk een koersvast ritme. Snelle leerlingen! Hoe serieus het er soms aan toe gaat blijkt uit de foto’s die onderweg worden gemaakt.
Na een heerlijk slome zondag (waarop overigens alleen Norah níet hardloopt…) met markt, strand en wandeling naar de kermis in Valras gaan we maandag naar een nabijgelegen Adventure Park om een aantal sportieve parcours af te leggen, waarbij van boom tot boom hindernissen moeten worden overwonnen. Bij aanvang krijgen we de uitrusting met touwen en riemen om en uitleg over het gebruik van de veiligheidsringen en kabelbanen. Er is een onderverdeling in verschillende moeilijkheidsgraden variërend van eenvoudig (groen) tot erg moeilijk (zwart). Petra en Norah starten bij groen en ervaart eerstgenoemde meteen dat deze bezigheid niet fijn combineert met hoogtevrees. Voor Kristel kan het niet moeilijk genoeg zijn dus staat ze na een blauw parcours met Tamar smachtend te kijken naar de klimtoren voor een rood en/of zwart parcours. Minimumleeftijd daarvoor is eigenlijk 14 jaar maar net als bij de entreeprijzen smokkelen we maar een jaartje. Onder de klimwand moet er ter selectie eerst een paar meter worden touw geklommen en dat valt onze selectieturnster nogal tegen. Met grote tegenzin geeft ze zich uiteindelijk gewonnen en moet bovendien met lede ogen toezien hoe haar houterige vader vervolgens wel slaagt. Met trillende armen en twee dagen spierpijn in het vooruitzicht, dat wel.
Tamar en Kristel nemen de klimtoren daarna nog zonder touw, Petra overtreft zichzelf met het afwerken van een blauw parcours en Norah doorloopt fluitend alle groene parcours. Later in de middag gaan we op herhaling bij Domaine de St Germain, een wijnboerderij in Vendres, door net als in 2002 zes flessen wijn in te slaan, bewust van het feit dat dit botst met de grenzen van de laadcapaciteit van de Ford Focus.
Toch weten we daar dinsdag alles weer in te proppen en rijden we rond 11 uur camping Marina af met als doel een zandvrije en zwembadrijke camping in de Dordogne. Richtpunt is de gelijknamige rivier ten zuiden van Sarlat-la-Canéda waar we na twee 'complet' meldingen een camping vinden in Monfort op bijna 2 km van het plaatselijke kasteel.
Er blijken nog twee vrije plekken te zijn waarbij we een voorkeur moeten uitspreken tussen het aantal vierkante meter gras of schaduw. Gezien de heersende temperatuur en de tropische vooruitzichten krijgt de krappere dicht bij het zwembad gelegen schaduwrijke plek de voorkeur. Het aantal Nederlanders is overweldigend hier, blijkbaar aangetrokken door het prettige klimaat en de lieflijke omgeving. Bevestiging daarvan krijgen we 's avonds bij (pogingen tot) steentjes schiffelen over de rivier en uitzicht op de kunstmatig verlichte rotsen.
Ondanks die schoonheid doet het te vaak horen van mijn moerstaal afbreuk aan het vakantiegevoel.
Volgende dag huren we bij een garage in Sarlac vier fietsen en een aanhangwagentje voor een warm ritje van 35 km over exclusieve fietspaden door het bos en 'witte' weggetjes door uitgestorven dorpjes. Halverwege kruisen we de Dordogne (de rivier) en vullen we op een café-terras het tekort aan vocht (water/cola/siroop/bier) en de koolhydraten (patat/broodjes kaas) aan. Wanneer kort na die aangename pauze in de middaghitte een venijnige heuvel moet worden bedwongen blijkt de behoefte aan water al meteen groter te zijn dan de aanwezige voorraad. Het maakt de laatste licht stijgende 10 kilometer door het relatief koele bos vrij pittig al blijft Norah vanuit haar zetel vrolijke variaties zingen op 'daar boven op de berg'.
Terug in Monfort duiken we voltallig en sissend het zwembad in.
De laatste campingdag wordt de warmste. Een dag waarop Tamars minigolfwens eindelijk wordt verhoord al moeten we er een uurtje voor rijden en blijken we in Montignac de enige gekken te zijn die bij 37 graden Celsius deze sport willen beoefenen. Op baan 8 ligt een slak nog even dwars in een hindernis voor we op een overdekt terras de rekening opmaken van 18 banen ploeteren. Leeftijd en score hebben (vooralsnog) een sterke correlatie.
De zwoele avond begint met zwemrecords in de snelstromende Dordogne en eindigt met onweer en regen. Niet veel, maar genoeg om er ’s morgens ongemak van te hebben bij het inpakken van de tent. Verbaasd zijn we over de kidnapping van 12 pakjes limonade, die naast de tent stonden en bedoeld waren voor consumptie in de auto. Gewoonweg gejat! Vrijdagmorgen 10 uur begint desalniettemin de rit naar Coo in de Ardennen (ergens onder Brussel volgens sommigen) wat een afstand is van ruim 900 km die we in ruim tien uur zonder noemenswaardige noodsituaties afleggen.
Op de toegangsweg in het dorp vangen Ingrid en Shaunna ons op. Met Jos en Bink zitten zij hier gedurende twee weken in een gehuurd huis waarvan Kristel de tweede week mag meemaken. Deze avond vertellen we elkaar de vakantieverhalen, barbecuen we en zien we de langgerekte opening van de Olympische Spelen in Londen.
Een mooi vooruitzicht voor de komende 2 weken!
Onder druilerige omstandigheden verlaten we met z’n vieren de volgende dag de Ardennen.
Vakantie 2012 resteert slechts op papier.