Vogezen 2006

Bestemming voor de jaarlijkse afsluiting van het wielerseizoen is dit jaar dezelfde als tien jaar geleden, namelijk het middengebergte in NO-Frankrijk de Vogezen.
Het zag er deze zomer tijdens de voorbereidende trainingen lang naar uit dat we met een recordaantal van tien renners in St. Maurice sur Moselle zouden neerstrijken, maar op het laatste moment haakten C en Rob om dubieuze werkredenen af.
Van de acht overgeblevenen waren L, EJ, F, JanS en Maas er tien jaar geleden ook al bij en nemen EB, R en JanH de plaatsen in van N en C.
Zaterdag 2 september arriveren we druppelsgewijs met vier auto’s bij chalet ‘Digitals’ dat op de weg blijkt te liggen van de kerk in St. Maurice naar de Rouge Gazon en uiteindelijk bereikt wordt via een venijnig steil oprijweggetje.
In de zwoele namiddag koersen vijf man meteen omhoog naar het op bijna 1100 meter hoogte gelegen skioord Rouge Gazon, wat tien kilometer klimmen met wisselend stijgingspercentage over slecht onderhouden asfalt inhoudt. Een aardige opwarmer, die voorbijgaat aan de naar Basel doorgereden F en de pas in de avond arriverende EB en R.
Dat laatste is geen verrassing getuige onderstaande mailwisseling van enkele dagen eerder:

-----Oorspronkelijk bericht-----
Van: Lies&Ruud [mailto:ruvi@kabelfoon.nl]
Verzonden: woensdag 30 augustus 2006 19:12
Aan: Leon Bergwerff
CC: Hensen, Jan Hendrik; Ed Bos; Berg, Ron van den; Poot, Ernst-Jan; Spaans, mr J. (Hoge Raad); Verkoopburo Van Staalduinen bv; Jan Hendrik Hensen; Cees Tommel; feike boschma Onderwerp: Re: Vogezen

Hoewel ik in een zeer diep fietswak ben terechtgekomen en daar op korte
termijn niet uit dreig te komen ben ik uiteraard wel van de partij.Ik
verheug mij in ieder geval op de autorit welke garant zal staan voor een
spannend avontuur. Ed heb jij een TomTom o.i.d?

Ruud

NB : mag ik aannemen dat zaterdag de vertrekdag is?

Heya Ruud,

Niks van dat alles, geen TomTom, geen kaarten, geen stratenboek ... alleen een uitstekendrichtingsgevoel. Komt dus allemaal goed, verdwalen in Europa anno 2006 is nu eenmaal zo goed als onmogelijk. Wat voor vertrektijd had jij in gedachten?

Ed

Ook de vroege aankomst van EJ en JanH is reeds aangekondigd in het karakteristieke proza van eerstgenoemde als antwoord op EB en R:

Ed, Ruud,
Na bestudering van de route, ben ik tot de conclusie gekomen dat de reis
naar Maurice z’n Mossel toch wel een behoorlijke uitdaging is. Zeker gezien het feit dat de snelweg na Metz ophoudt te bestaan.
Het is dan nog zo'n 113km over kronkel kots weggetjes (er zijn alternatieven).

Dus mijn advies is; begin op tijd te rijden.
Als je tenminste op Zaterdag nog wil treppen en veilig aan wil komen in het beruchte bergdorpje.
Voor de onoplettende vakantievierder... het gehuurde Chalet is geheel in wintersport stemming (sneeuw dus) op het internet te zien.... bijgevoegd de link van veilig rijden met de benodigde hoeveelheid testaron...

Het A team vertrekt om 7 uur Zaterdag ochtend.

ej

De avondzoektocht naar een pizzeria in St. Maurice is een vruchteloze. Buiten het hoogseizoen maakt het stadje zelfs op zaterdagavond een verlaten indruk en blijkt er slechts 1 eetgelegenheid geopend te zijn, waar we pas na een stemronde met minimaal aantal ja-stemmers binnenvallen. Alle ogen zijn vervolgens al gauw gericht op de serveerster, die laat blijken zo’n massale mannenaandacht wel te waarderen gezien haar toeschietelijke glimlach bij het bedienen.
Op de terugweg naar het chalet valt er een gestage nattigheid uit de lucht wat volgens de recentste weerberichten een (ongewenste) voorbode schijnt te zijn voor de hele zondag.
Een spelletje klaverjassen met een parodistisch communicerend koppel EB/L gaat daar nog aan vooraf. Bij eerstgenoemde zet dat oncollegiale gedrag zich voort in de kelder in de vorm van een slaapverstorend monotoon gezaag voor kamergenoot R, die met harde klappen op de kast het ritme zonder veel succes probeert te verstoren.
Het eerste ontbijt wordt gekenmerkt door klef stokbrood van 1 dag oud, de treurige aanblik van heuvels in laaghangende wolken en de aankomst van Baselganger F.
Naarmate de ochtend vordert verandert de wolkenkleur van donkergrijs in wit en de regenval in ongelijkmatig en minder intens. De bidons worden gevuld, de banden opgepompt, de fiets- en regenkleding aangetrokken, de route nog eens doorgenomen en opgeschreven op een memootje, blaas en darmen geleegd en allerhande energierepen en –koeken in de koerstrui gestoken. Half één rijden we en groupe weg nadat JanH even eerder al kennis heeft gemaakt met het Franse asfalt; zelfs op een titaniumfiets van ex-prof John Talen ben je niet onaantastbaar…
Het eerste obstakel doemt na vijf minuten al op: de Ballon d’Alsace (1178 m), een befaamde berg die in 1905 voor het eerst aangedaan werd door de Tourkaravaan toen Rene Pottier als eerste bovenkwam:

De volgende dag moesten de renners in de rit Nancy-Dijon de woeste Ballon d'Alsace beklimmen. In de beklimming schudde René Pottier iedereen van zich af en hij ploeterde en wroette door slijk en karrensporen de Ballon d'Alsace op. Zonder eenmaal een voet aan de grond gezet te hebben, bereikte hij de top. Het was de eerste maal in de geschiedenis van de wielersport, dat een renner hierin slaagde. Ter herinnering aan deze prestatie werd later op de top van de Ballon d'Alsace een gedenksteen onthuld. Pottier ging na deze beklimming met veel brio verder en arriveerde met een voorsprong van bijna een uur in Dijon.

Volgens de overlevering reed Pottier met een gemiddelde van 20 km/u omhoog, een snelheid waar men in het huidige peloton nog met respect over spreekt. Overigens stapte de beste man een dag later ziek uit de Tour om hem in 1906 alsnog te winnen en desondanks een half jaar later zelfmoord te plegen omdat zijn vriendin het meer zag zitten in een ander.
Honderd jaar later treffen acht Nederlanders met geavanceerd materiaal een perfect geasfalteerde beklimming van negen kilometer met een gemiddeld stijgingspercentage van 6,8% zonder in de buurt van die snelheid van Pottier te komen. Tijdens de eerste helft van de klim breekt er een flauw zonnetje door en voelt het plots erg klam aan. De top van de col is echter nog in wolken gehuld zodat ons de laatste kilometers mist en een lichte miezer ten deel valt. Het verlossende bord met daarop de naam Ballon d’Alsace duikt daardoor vrij onverwachts op en wordt door M na 31 minuten en 45 seconden bereikt, een gemiddelde van 17 km/u. In eerste instantie op een verzet van 30-17, maar voor het leeuwendeel op 30-19.
Daarachter blijken EJ en JanS ten opzichte van tien jaar geleden klimprogressie te hebben geboekt gezien hun achterstand van respectievelijk 5 ½ en 6 ½ minuten, waar het acht minuten was. Bovendien nam JanS bij aanvang van de klim uitgebreid de tijd om zich van zijn jasje te ontdoen, zodat hij een vruchtbare samenwerking met EJ eigenhandig de nek omdraaide. Voor F en L daarentegen lijken de jaren te gaan tellen; zij arriveren op zeven en tien minuten, waar het drie en acht was.
De drie ‘nieuwkomers’ R, JanH en EB komen binnen op respectievelijk tien, twaalf en een onbekend gebleven aantal minuten. De vochtige kou op de top drijft de eerste zeven fietsers namelijk na enige tijd het restaurant in, alwaar ze achter een warme kop koffie uiteindelijk door het venster toch nog het magere witte medische wonder ontwaren dat vast van plan lijkt meteen de afdaling in te zetten. Slechts door drukke handgebaren wordt hij uit zijn roes gehaald en krijgt hij binnen de gelegenheid om het verhaal van zijn gebrekkige longcapaciteit uit de doeken te doen. In zijn eigen woorden:

Ja, ja, ja, dat zijn nu eenmaal grappen die mij van nature niet makkelijk afgaan.
Concentreer mij momenteel op het fietsen zonder kracht en zonder lucht en waarbij toch ruime 40 plus snelheden gehandhaafd kunnen worden. Boeddhistisch wielrennen noem ik dat …

De afdaling wordt vervolgens bibberend en klappertandend ingezet en eindigt in een weldadig zonnebad in het Doller-dal. Terwijl het kippevel nog op je armen staat voel je de warme stralen op je rug prikken, welk contrast goddelijk fijn aanvoelt.
Tot aan Giromagny (55 km) is het vervolgens vrij vlak al wagen EJ, R en JanH zich halverwege nog ongepland aan een klimmetje naar St. Nicolas waardoor elkaars wegen zich scheiden totdat de centrale ligging van een terras in Giromagny, waar een seniele onooglijke barman discutabele stokbrood met tonijn en veel mayonaise serveert, de acht renners weer bij elkaar brengt.
Vanaf dit punt is het nog zo’n 17 km tot aan de top van de Ballon d’Alsace, die zich nog steeds in nevelen bevindt. Koud op de fiets besluit JanH zijn vette tonijn in de berm te parkeren, gespannen als hij is voor de tweede beklimming van deze berg. De zuidkant blijkt echter aanmerkelijk minder steil te zijn wat vooral in het voordeel is van krachtfietser F die als tweede bovenkomt en zich in één ruk in de koude afdaling stort om zijn belager EJ tot aan het chalet achter zich te houden.
Lengte van de eerste tocht: 83 km plus zeven voor de Nicolasgangers.
Nadat iedereen zich van binnen en buiten heeft schoongespoeld begint een nieuwe speurtocht naar een pizzeria, die ons uiteindelijk tot vlak voor Remiremont terugvoert. In het restaurantje is het ronduit heet, wat gecompenseerd wordt door de uitermate koele bediening van een Franse blondine. Als de bestelling van één der onzen even op zich laat wachten neemt ze spontaan het heft in handen en commandeert ons eerst allemaal het voorgerecht en dan het hoofdgerecht te noemen. JanS, onze taalvirtuoos, weifelt na twee keer zelfs om haar om nieuwe drank te vragen en EJ zegt te kicken op zo’n daadkrachtig typetje. Zou Roos ook…
Tijdens de verorbering van de pizza’s komen de werkkringen van de verschillende fietsers ter sprake. Over All Seas (JanH en EJ) en ICT (L, M, EB, R en F) zijn we gauw uitgepraat maar de ervaringen van JanS met criminele landgenoten spreken wel tot de verbeelding. Zo krijgen we de wijze les om nooit tegen je medepassagier te zeggen dat je een bumperklever op wilt gaan vangen omdat je dat na een succesvolle crash later bij de rechtbank op kan gaan breken.
Overigens brengt EJ ook zo’n verhaal over binnenkomen door de achterdeur te berde, zij het in een iets andere context.
Maandag staat de koninginnerit op het programma.
De vertrektijd is gelijk aan gisteren 12.30 uur, waarna de eerste dertig kilometer over de doorgaande weg van Remiremont naar Mulhouse voeren. Qua heuvels stelt dit stuk weinig voor al heeft de Col de Bussang, een echte ‘piss-mountain’, nog wel een leuke afdaling met veel haarspeldbochten in petto, maar door de vele wegopbrekingen en het drukke vrachtverkeer is er ook in dit geval nauwelijks sprake van ‘en-groupe’ rijden, laat staan van een ploegenspel met snelle korte overnames.
Bij Willer-sur-Thur slaan we linksaf richting de Grande Ballon (1343 m, gemiddeld stijgingspercentage 6% over 16 km) met de wetenschap dat ons onderweg driemaal twee pijltjes staan te wachten, wat volgens de Michelin-kaarten overeenkomt met een stijgingspercentage van tussen de 9 en 13%. Bij het dorpsbruggetje worden nog eens extra koolhydraten naar binnengewerkt, toont L ongegeneerd aan de plaatselijke bevolking hoe hoog zijn nood is, vragen de niet-kaartlezers of de klim meteen al gaat beginnen en is aan EB te zien waar de uitdrukking ‘er als een berg tegenop zien’ vandaan komt.
De klim blijkt uit twee delen te bestaan. Tot aan de col d’Amic (825 m), zeven kilometer voor de echte top, bestaat het wegdek uit skeeler-onvriendelijk asfalt maar is het stijgingspercentage nog vergelijkbaar met dat van de Ballon d’Alsace. Daarna maak je een scherpe draai naar links en kom je op glad asfalt terecht welk voordeel ruim teniet wordt gedaan door de toename van de steilte van de helling. De laatste kilometers blijven venijnig, mede door de harde wind die in dit open gedeelte vrij spel heeft. M trapt het complete tweede gedeelte een verzet van 30-21 en zakt desondanks naar snelheden van 12 a 13 km/uur. Eenmaal op de top gearriveerd weet je dat de Grande Ballon vanaf de zuidzijde de vergelijking met een alpencol probleemloos kan doorstaan.
Eén voor één (na M achtereenvolgens JanS, EJ, F, R, JanH, L en EB) druppelen de renners binnen bij het rechthoekige zwarte bord ‘LE GRAND BALLON’ waar ze tijdens de finale jump op de digitale plaat worden vastgelegd.


















Wederom overschrijdt de laatst aankomende echter de acceptabele wachttijd en wel in die mate dat JanS met zijn befaamde geweten in de knoop raakt en bezorgd het restaurant verlaat om EB tegemoet te rijden. Die blijkt op de flanken van de Grande Ballon met een nauwelijks geloofwaardige snelheid van 3 km/uur omhoog te laveren wat hem waarschijnlijk wel in staat heeft gesteld om in een boeddhistische trance te geraken. JanS begeleidt hem de laatste honderden meters op zijn pelgrimstocht.


In het restaurant is het uitzicht op het oostelijke dal fascinerend, wat in andere zin geldt voor de aanblik van de vier borden spaghetti Bolognaise, die dan ook grotendeels onaangeroerd blijven door even zovele ‘hongerige’ renners. Een déja vu gevoel borrelt hier naar boven…





Na een uurtje wordt de rit vervolgd met een lange afdaling naar Kruth gevolgd door de tweede serieuze klim van de dag, de col d’Oderon (884 m), die zeven kilometer lang is en gemiddeld zo’n zes/zeven met uitschieters tot tien procent stijging heeft. De strijd om de tweede plaats is heftig op deze col; pas in de laatste meters weet EJ JanS van zich af te schudden terwijl F al eerder moest passen en een minuutje later als vierde boven komt.
Het laatste obstakel heet Col du Page. Deze is weliswaar kort (nog geen twee kilometer) maar door zijn steilte, zijn slechte wegdek en zijn enorme vliegkolonies toch vrij pittig te noemen. De daaropvolgende afdaling naar Bussang is aanmerkelijk langer maar de snelheid nauwelijks hoger; vooral het vers gestorte grint maakt overmatig gebruik van de remblokken noodzakelijk.
De finish van de koninginnerit ligt op 95 km.
Bij Digitals aangekomen doet M een vreselijke ontdekking: het bier is op.
F en JanH bieden zich daarop spontaan aan om nog enkele dringende boodschappen te doen en komen met cola, zakken chips en shandy-bier terug in het chalet, waar ze de anderen voldaan aantreffen tussen de Kronenbourg-flessen, die toch nog in de koelkast hadden gelegen. Misverstand (shandy) op misverstand (wel bier) dus, hetgeen op de fiets opvallend genoeg vrijwel achterwege is gebleven dit weekend. Dat is wel eens anders geweest, met als triest dieptepunt de laatste dag in de Ronde van Nederland, culminerend in de val van C, welke trouwens ook steeds meer een symbolische betekenis gaat krijgen.
De avondmaaltijd voert deze keer helemaal naar Remiremont, waar een Thai resoluut wordt afgewezen door darmpatiënt L en opnieuw een pizzeria de voorkeur krijgt.
Later krijgen JanS en M een oorwassing van EB en L bij het klaverjassen, laat F nog eens horen het slapend knarsentanden niet verleerd te zijn, zit R met de verstopte luchtwegen van EB opgescheept en verzorgt L in alle vroegte weer een ontbijt met vers stokbrood en al dan niet gevulde croissanten.








Zo staan op een stralende dinsdagmorgen om half 11 vier renners (JanH, F, EJ en M) klaar om nog eenmaal de Ballon d’Alsace op te gaan. EB en R zijn fietsmoe en L en JanS gaan pas vanmiddag aan de bak.
Natuurlijk doet M een aanval op zijn tijd van zondag maar komt uiteindelijk 15 seconden tekort ondanks de aanmoedigingen van een drie man sterke filmploeg in een blauwe Golf; blijkbaar zit de Grande Ballon nog enigszins in de benen. Dat geldt zeker voor F, die deze keer veel meer terrein moet prijsgeven aan EJ dan bij die eerste beklimming. JanH lacht ondertussen iedereen uit op zijn Talen-fiets (zie foto).
Op de top heerst eveneens het zomerweer. Momenten om te onthouden.






Rond 1 uur, als de walm van verbrand rubber nog lang niet is verwaaid omdat F achteruitrijdend een paaltje boven aan de oprijweg wist te schampen, verlaten zes man St Maurice sur Moselle, waarna JanS en L de volgende tocht meemaken (bron L):

Nadat dinsdag de diesel- en rubberschroeidampen waren opgetrokken en de regenmagneet (Feike dan toch?) de laatste wolkjes mee had genomen richting le plat pays, hebben Jan en ik nog klein rondje gemaakt over enkele heuveltjes.
Uitzonderlijk mooi fietsweer verdrong het zuur in de benen en inspireerde de vermoeide geest. Over de gebombardeerde snelweg naar le Thillot en bij het bakkertje naar links het colletje over en huppetwee het witte weggetje in richting Chateaux Lambert. Helaas hebben jullie zintuigen de schoonheid van het klimmetje niet kunnen opsnuiven: waarlijk genieten! Dat het klimmetje langer en langer en steiler en steiler werd, viel mij in eerste instantie niet eens op, tot het moment dat mijn teller het signaal gaf dat ik onder de 7,5 km pu dreigde te geraken... Dat was op 1000 meter en gelukkig kon hij natuurlijk niet veel hoger zijn. Mmmm.. 2,5 kilometer verder zaten we op 1246 meter: welgeteld 59 meter hoger dan de ballon d'alsace!
Fantastisch uitzicht op de top met begeleidend commentaar van een franse vlieggewicht coureur die mij met zichtbaar gemak voorbij gleed op de helling..
De afdaling resulteerde in ernstig pijnlijke polsen, kokendhete velgen en een teller welk dst. 40 km aangaf terwijl ik 30- had ingeschat.. Het heuveltje naar Belfahy bleek vervolgens een serieuze klim van 5 km met een een 15% hellinkje als bonus naar de GeitenBerg. En dat alles gecombineerd met mijn eerste langzaam leeglopende achterband en de constatering dat mijn energiereepje op was, dat ik mijn 1e gelletje moest delen met Ullie en dat mijn 2e gelletje uit mijn zak was gestuitert op het 1e colletje...
Na bestudering van de kaart geen enkel probleem, tenslotte hoefden we niet meer te klimmen behalve een pisstukje op een wit weggetje. In het dal een kilometertje over de verse, dikke laag steentjes en donkere schaduw van de heuvelrugmuur waaraan het dorp geplakt was. Een beginnend besef dat we toch nog wel een inspanning moesten doen maakte zich meester van de inmiddels minder energierijke coureur. Jan, zoals altijd optimistisch, vermoedde een bijbelse doorklieving van het graniet ergens in de verte.
Enfin, na anderhalve kilometer lichtjes klimmen dan toch de gevreesde muur: 13 % gedurende 2,5 kilometer... Man, man, man, man,... La Redoute is een hiermee vergelijkbaar met het waterkering ophoopje.. Gesloopt, gebroken en drijfnat van het zweet toch nog boven gekomen, waarna ik in de afdaling als beloning een vette wespenangel in mijn bovenbeen geperst kreeg.
Na nog een kilometer op verse steentjes en een beklimming van 3% met 11,5 kmpu, dan toch eindelijk de afdaling naar Le Thillot. Het was inmiddels 10 voor 8 en we zaten toch al weer 4 uur op de fiets met 1 reepje en een half gelletje... Gelukkig was het bakkertje nog open en als 2 verhongerden genoten we van het koude blikje en het verse gebak op het bankje van de bushalte....
Nieuwe krachten maakten zich los toen we hoorden dat de afhaalpizza tot 9 uur open was, wat ons een reis naar Remiremont bespaarde. Huppetwee, 40 km in het uur omhoog! Naar Maurice zijn Mossel!!

Met later nog een onthullende toevoeging van JanS:

Mooi verslag, Lé. Precies zoals het was. Zonder cynische ondertoon of homo-erotische zinspelingen. Hulde. De beklimming van de Ballon D'alsace op woensdagmorgen heb je er wijselijk uitgelaten. Dat had namelijk niets meer met fietsen te maken.....

Wordt volgend jaar ongetwijfeld vervolgd.