Annecy/Genua/Jura 2008

vertrek zondag 20 juli (Maassluis- Annecy)


Na een onstuimige triathlon en daaropvolgende barbecue bij het Maaslandse Thof kon de Focus en de dakkoffer pas bij schemering worden volgeladen. Een nogal nerveuze klus daar vijf inzittenden en een tent veel ruimte in beslag nemen maar gelukkig bleken we de situatie beter onder controle te hebben dan enkele jaren terug met de Fiat Punto toen de omvang van de bagage in de gang een veelvoud leek te zijn van het vrije volume in de auto.
Toch blijkt er zondagmorgen geen plek meer te zijn voor de hoofdkussens en rijden we om 6.15 uur de Fenacoliuslaan uit zonder achteruitzicht. Vijf minuten later luidt Kristel de noodklok: teigetje ligt thuis nog op de bank! Onze negenjarige heeft een sterke band met dat kleinood dus staan we even in dubio of we ervoor om moeten keren, hetgeen we niet doen. De reis naar de Haute Savoie verloopt aanvankelijk voortvarend al kost het in België de nodige moeite om Norah uit een autootje van het wegrestaurant te krijgen (haar gekrijs kan geen enkele bezoeker ontgaan zijn) maar stokt rondom Luxemburg. Gedeeltelijk blijkt de opstopping veroorzaakt te worden door tot op de snelweg reikende rijen voor de ‘goedkope’ benzinestations en gedeeltelijk door ongelukjes of pechgevallen die zich vooral voordoen bij de aanhangwagens maar lijkt sowieso onvermijdelijk gezien de enorme stroom aan voornamelijk Nederlandse caravans en auto’s met zichtbare vakantiebestemming.
Ook tussen Metz en Nancy wil het niet echt vlotten en blijven alle tankstations angstwekkend lange rijen vertonen. Gelukkige bijkomstigheid is dat Petra de tank gisteren heeft volgegooid zodat we nog even voort kunnen op de Nederlandse brandstof.
Na Nancy begint de tolweg en wordt het aanmerkelijk rustiger op de weg doch helaas navenant drukker op de achterbank, in de hand gewerkt door de lengte van de autorit en de inmiddels tot zomerse waarden gestegen temperatuur in de aircovrije Focus.
Het medicijn Nintendo voor de 2 oudsten is uitgewerkt en Norah heeft na 12 uur in de autostoel de grens van haar incasseringsvermogen bereikt. Nadat we de snelweg na Dijon hebben verlaten groeit het gebergte al snel uit tot 'Canadese' proporties en hoewel het dal waar we doorheen rijden minder weids is dan in die Rocky Mountains dringt het vakantiegevoel zich meteen op.
De bestemming Camping International Lac d'Annecy in St Jorioz wordt rond 7 uur bereikt waar we een gereserveerde plaats vlak bij de receptie krijgen toegewezen. Vanaf dat moment breken de minder leuke uren aan: de combinatie van vermoeidheid, lege maag en ontbrekende provisie genereert een lage irritatiedrempel en doet afvragen waarom een mens überhaupt wil kamperen, welk gevoel culmineert in de campingsnackbar waar de bestelde patat te lang op zich laat wachten en de discodreunen te doordringend zijn.
Even doorbijten.


maandag 21 juli


De volgende ochtend komen Kristel en Tamar al voor zevenen klagend de ouderlijke tent binnenvallen op de vlucht voor de kou en de nattigheid in hun eigen tentje. Vier personen op een tweepersoonsluchtbed is teveel gevraagd dus vertrekt de enige man in het gezelschap naar buiten om de vrijgekomen slaapplaats in te nemen, waarna de rust weerkeert.
De eerste vakantiedag is zonnig en wordt aangegrepen om inkopen te doen en camping en directe omgeving te verkennen. 29 jaar geleden stond ik al op dezelfde camping maar de herkenning blijft aanvankelijk beperkt tot het uitzicht op de bergen en de wandeling naar het meer. Tamar treft een vriendinnetje (Anouk) aan de overzijde, van het zwembad wordt veelvuldig gebruik gemaakt, de tennisspelletjes worden van het stof ontdaan, Norah is nauwelijks uit de auto weg te slaan en zelf ontdek ik tijdens het hardloopuurtje het campingveld van 1979. Dwars door de camping loopt nu een fraai geasfalteerd fietspad dat helemaal van Annecy naar Albertville (35 km) loopt over een voormalige tramlijn.
's Avonds rijden we naar het centrum van Annecy dat over een sfeervolle kern blijkt te beschikken. Dankzij de nog steeds behaaglijke temperatuur en de aanwezige straatartiesten krijg je binnen de smalle middeleeuwse grachten een prettig rustgevend gemoed dat typisch is voor (sub)tropische vakantiebestemmingen. Kristel is vooral onder de indruk van twee acrobaten die minutenlang op hun handen kunnen blijven staan. Met de min of meer verplichte ijsjes in de hand wandelen we door het park terug naar de auto over onder andere de liefdesbrug ('waarom noemen ze dat zo, mamma?') en langs het meer waar de ondergaande zon de grijze bergtoppen een fleurig aanzien geeft.


dinsdag 22 juli


Prachtig heldere dag die zich prima leent voor een bezoek aan Chamonix, gelegen aan de voet van de Mont Blanc. Vanuit deze plaats kun je met een kabelbaan naar 2250 (Plan de l’Aiguille) en 3800 meter hoogte (Aiguille du Midi) wat op een zonnige vakantiedinsdag veel mensen blijkt aan te spreken gezien de wachttijd van bijna 1 uur.
Bij aankoop van het familieticket wordt Petra gewaarschuwd dat kinderen onder de 3 jaar bij het stijgen problemen kunnen krijgen met het gehoor en dat Norah dus beter uit kan stappen op het eerste station. Deze boodschap krijgen we nog eens te horen bij het betreden van de gondel die snel volloopt met vijftig tot honderd toeristen. Binnen enkele minuten verplaatst deze massa zich naar 2250 meter hoogte onderweg een kermisattractie nabootsend wanneer het na de steunmasten in een vrije val terechtkomt. Het daardoor optredende kriebelige gevoel in de maagstreek brengt blijkbaar als een automatisme enkele hoge stembanden in beweging. De kinderen hebben zich een plaatsje verworven aan de voorkant van de gondel en vertonen geen verschijnselen van hoogtevrees of andere onaangename gevoelens. Het doet ons besluiten om de goede Franse raad in de wind te slaan en op Plan de l’Aiguille gevijven in de gondel naar Aiguille du Midi te stappen. De klim naar die top eindigt imposant op een puntige bruine rots die uittorent boven langstrekkende grijze wolkengordijnen.
Eenmaal uitgestapt op deze grote hoogte merk je dat het behalve koud ook zuurstofarm is zodat je na een aantal traptreden al naar adem loopt te happen. Is dat het gevoel wat treinreizigers ervaren als ze geheel tegen hun gewoonte in een sprintje moeten trekken om de trein nog net te halen? Op de rots zijn nkele uitzichtpunten gemaakt op onder andere de Mont Blanc en brede sneeuwvlaktes met tentjes en bergbeklimmers. Laatstgenoemden kunnen vanaf het ‘kabelstation’ via een laddertje die wijde, wilde natuur in getuige de voetstappen die zichtbaar zijn op een smal voetpaadje met aan weerszijden een afgrond; wat zien die mensen toch in deze sport?
Ondanks de zon klagen de meiden steen en been over de kou maar teruggaan is nog geen optie daar er een wachttijd is van 2 uur. Gelukkig blijkt er ook een verwarmde cafetaria op de rots aanwezig te zijn waar opvallend veel bezoekers gapend of slapend (Norah) hun vertrektijd afwachten. Het zal het zuurstofgebrek zijn.
Op de bochtige en filegevoelige terugreis plezieren we de kinderen met een bezoek aan MacD, wat ze toch meer lijken te waarderen dan de helderste uitzichten over het dak van Europa...


woensdag 23 juli


De dag van de koninginnerit in de Tour de France over de Galibier, de Croix de la Fer en de Alpe d’Huez. De een na laatste berg is het dichtste bij Annecy en bovendien ongetwijfeld minder druk dan de ooit Hollandse slotalp, zodat we daar ’s morgens naar toe rijden en een plaatsje in de berm vinden op een steil gedeelte zo’n zes kilometer vanaf de voet in St-Jean-de-Maurienne.
Ruim 2 uur voor de renners zullen passeren bereikt de kop van de Tourkaravaan onze plek en begint het typische commerciële spektakel dat een Touretappe kenmerkt. In eerste instantie probeert men nog Tourartikelen (wielershirt, petje, foto’s) te verkopen maar weldra worden ze letterlijk naar je toe geworpen waarbij kinderen extra aantrekkingskracht lijken te genereren. Petjes, reflecterende armbandjes, spellen kaarten, plastic autobanden, een functioneel shirt van Bouygues Telecom, flessenopeners en andere alweer vergeten prullaria komen voor de voeten, tegen het lichaam en onder of direct in de achterbak van de auto terecht. Teleurstellend is dat de Haribotbus zonder strooien doorrijdt wat de Franse omstanders onthutst doet oproepen tot een totale koopboycot van alle Haribot-artikelen.
Via een transistorradio van de buren krijgen we terloops te horen dat er een kopgroep van vier man met onder anderen de Duitser Schumacher in aantocht is, waarna al gauw het helikoptergeluid door het dal galmt. De renners passeren zonder zichtbare inspanning, vijf minuten later gevolgd door het eerste peloton met alle kleppers. Ik zie veel Rabo-renners maar verzuim te letten op de leiderstruien in geel, groen, wit en bolletjes. Het tempo ligt weliswaar niet hoger dan 20 km/uur maar dat is toch te hoog om tientallen renners tegelijk waar te nemen. Er volgen nog een aantal kleinere groepen waarna het lang wachten is op de laatste renner in koers, de Franse sprinter Jimmy Casper. Hij komt deze dag te laat binnen. Petra heeft een film van foto's gemaakt waarop we later de gele trui detecteren en de ploegleiderswagen van de Rabobank met 1 van de Eriks.
Na het passeren van de bezemwagen nemen we afscheid van de bergburen en proberen we op de terugweg een Tourverslag op de radio te volgen, waaruit te destilleren valt dat Sastre een aanval doet op de Alpe d'Huez. Terug op de camping zien we op een scherm dat hij voorop is gebleven wat later beslissend blijkt te zijn geweest voor zijn eerste Tourzege.



donderdag 24 juli


Op wederom een zonovergoten dag huren we drie fietsen en een karretje met zitplaatsen voor Norah en Tamar, dat gekoppeld wordt aan de achtervork van vaders fiets. Het is de bedoeling om vandaag het meer van Annecy te ronden dat ongeveer zo'n veertig kilometer in omtrek is. We besluiten dit met de klok mee te doen en gaan dus eerst richting Annecy over het al eerder geroemde gladde fietspad, waar alleen de ijzeren hekjes het ritme af en toe breken. Kristel rijdt er bijna tegenaan, gewend als ze is aan de nu ontbrekende achteruittraprem en vader snijdt de bocht te kort in waardoor het karretje met de twee passagiers een eigen koers dreigt te gaan varen. Als de opgetreden schade in de drinkpauze hersteld is trekt het vrolijke fietsgezelschap verder richting stad; Tamar brengt het gehele liedjesrepertoire van groep 1/2-rood ten gehore (sjonge jonge jonge wat een tak was dat), Norah echot mee en Kristel doet geringschattend over de heuvels van Annecy.
Aan de noordkant van het meer blijkt echter geen fietspad te liggen en moeten er meerdere heuvels bedwongen worden die Kristel aanvankelijk verleiden tot een aantal imponerende sprintjes maar allengs met tegenzin tegemoet worden gezien. Halverwege zorgt de langste beklimming voor zoveel leed dat ze op de top verzucht dat dit 'het stomste is wat ze ooit op vakantie gedaan heeft'. De erop volgende steile afdaling doet het leed waarschijnlijk weer verzachten ook al omdat er geen andere noemenswaardige beklimmingen meer volgen.
Terug aan de schaduwzijde van het meer verlaten we na een vijftal kilometer het fietspad om op een van de schaarse zwemplekken verkoeling te zoeken. De toegang tot het water wordt er bemoeilijkt door boomwortels en puntige rotsen maar eenmaal daarvan bevrijd is het aangenaam vertoeven. Kindvriendelijk is het allerminst, wat na het fietsen gecompenseerd wordt met een bezoek aan het campingzwembad.
's Avonds herhalen we het uitstapje naar Annecy-centrum van maandag en ook nu voelt het geslenter tropisch comfortabel aan. Onderweg laat Norah zien hoe je met volle overgave kunt genieten van een ijsje. Hopelijk slaapt ze vannacht eens aan 1 stuk door…


vrijdag 25 juli


Op naar Italië. Aan het eind van de ochtend rijden we na koffie, limonade en toiletbezoek met vol beladen Focus camping International Lac d'Annecy af op weg naar de grensovergang bij de Frejus-tunnel. Een airco had vandaag geen overbodige luxe geweest maar gelukkig is de reis met zo'n 500 km aanmerkelijk korter dan zondag. Net na de tunnel merken we bij een benzinestation dat de algemeen heersende opvatting dat Italianen kinderfreaks zijn gegrond lijkt daar onze dochters meteen alledrie een verrassingspakket in handen krijgen geduwd.
De Alpen gaan over in de Po-vlakte en die weer in het kustgebergte waar de snelweg op gegeven moment alleen nog maar lijkt te bestaan uit tunnels en viaducten waarvan de lengte steevast met groene bordjes wordt aangekondigd. Eenmaal aan de Golf van Genua beland verlaten we de snelweg om vervolgens stijf langs de kust te blijven rijden over de kortste en tevens enige binnenweg richting Genua. We hadden hier veel campingaanduidingen verwacht maar vinden daarentegen bijna aaneengesloten bebouwing, waar de schaarse vrije ruimte in beslag is genomen door (geparkeerde) auto's en scooters en de stranden al even vol liggen met warme lichamen.
Genua komt al in zicht als we net voorbij Arenzona eindelijk een campingterrein vinden dat vanzelfsprekend direct aan het strand ligt en een lager gelegen beschaduwd veldje van ca. 200 m2 braak heeft liggen. De campingprijzen liggen hier hoger dan in Frankrijk ook wanneer we de tweede tent van de rekening weten af te praten: 56 euro per nacht.
Tijdens het opzetten van de tent bepalen langsrazende treinen en vooral luid tsjilpende krekelkoren in het dichte gebladerte boven ons de sfeer terwijl Kristel en Tamar een helpende hand trachten toe te steken bij het plaatsen van de haringen en het opblazen van de luchtbedden en Norah weigert om ook maar 1 stap buiten de auto te zetten.
In het campingrestaurant kiezen oud en jong resp. voor pizza’s en patat en gaat Norah schaamteloos op de versiertoer met een Italiaanse pizzabakker door frequente gebruikmaking van haar brede tandrijke glimlach en fonkelende bruine ogen.
Een onweerstaanbaar lokmiddel.


zaterdag 26 juli – woensdag 30 juli (Italië)


De dagen aan de N-Italiaanse kust zijn qua weer vrij eenzijdig, namelijk warm, zonnig en benauwd met heerlijk lange behaaglijke avonden. Elke dag maken we wel gebruik van het privé-strandje waar de stenen soms pijnlijk heet zijn voor de blote voeten en het water nauwelijks kippenvel weet op te wekken. Zwemmend heb je een fraai uitzicht op het steile bosrijke heuvellandschap met aan de onderkant een smalle rij van opeengepakte woningen en daarboven markante herkenningspunten als de spoorlijn en de door lange betonpilaren ondersteunde tolweg. In oostelijke richting kijkend zijn de contouren zichtbaar van Genua.
Een vakantie-idylle zo lijkt het.
Tamar ervaart haar eerste hele dag in Italië echter heel anders als ze op het strand tijdens een spel met onze ‘sleeboot’ te grazen wordt genomen door een bij, die zijn angel achterlaat in de linkerduim van de krijsende kleuter. Als ze dit enigszins verwerkt heeft gaat ze later op de dag al rennend op haar handdoek staan en valt ze hard op heup en gezicht. Aan de stortvloed van tranen lijkt dan geen einde meer te komen.
Dezelfde middag merk ik dat hardlopen hier een crime is, niet zo zeer vanwege de warmte als wel vanwege de grote hoeveelheid toeristen, scooters en auto’s langs de boulevard en de afwezigheid van een alternatieve route. Wat de zaak ook niet vergemakkelijkt is dat sommige wegversperrende badgasten je komst glazig staan aan te kijken zonder merkbare intentie om een stapje opzij te doen hetgeen dus tot een onvermijdelijke aanvaring leidt. Zelfs na een fikse schouderduw geven ze nog geen sjoege…
Op zondag bezoeken we Genua dat zich ‘s ochtends nog in een zomerslaap blijkt te bevinden. Op de bonnenfooi lopen we het centrum in en komen op een groezelig steegje met voornamelijk dichte winkels en hoge kleurloze huizen uit welke stijl direct doet denken aan Venetië. Oostwaarts slenterend bereiken we de toeristische Via Garibaldi die al even uitgestorven is. Pas nadat we bij een fontein op het eerste open terras koffie en frisdrank gedronken hebben zien we de stad langzaam tot leven komen. De lunch bestaande uit hartig brood (focaccia) haalt Petra bij een karakteristiek bakkerijtje wat met het gebruikelijke kritische kindercommentaar ontvangen wordt want omnivoren zijn het allerminst.
Het eigenlijke doel van de dag is het Aquarium dat zich tussen de op enkele meters hoogte slingerende hoofdweg en kust ophoudt. Binnen vat Norah het aangebodene helder samen: 'vis… vis … vis!' , waarna ze in een diepe slaap valt. Wij verbazen ons maar weer eens over de enorme variëteit die er zowel in kleur als in vorm aan waterschepselen bestaat wat ons doet opmerken dat God toch maar een druk baasje was.
Enkele souvenirs en ijsbolletjes worden buitgemaakt waarna we door de hitte terugwandelen naar de havenparkeerplaats. Bij aankomst werden we er nog overvallen door Afrikaanse prullaria-verkopers en nu staat er een cruiseboot op punt van vertrekken staat. Hoogstwaarschijnlijk zònder Afrikanen aan boord…
Na een typische campingdag met spel en strand en –avond in het zwoele Arenzona zakken we dinsdag wat verder de laars van Italië in met de bedoeling een gedeelte van de beroemde wandelroute in Cinqueterre af te gaan leggen.
De weg ernaar toe is opnieuw tunnelrijk en aan het einde steil en bochtig wat de tot dan toe erg vrolijk zingende Norah ineens te veel wordt. Met zakdoeken, toiletpapier en water proberen we de ontbijtresten van haar kleren te krijgen welke we de rest van de rit wapperend laten drogen door ze klem te zetten tussen raam en portier.
De wandeling brengt niet helemaal wat we er van verwacht/gehoopt hadden; dat we de route van Monterosso naar Riomaggiore niet volledig zouden gaan afleggen was ingecalculeerd, daar we van tien jaar geleden nog wisten dat het pad grotendeels buggyonvriendelijk was, maar dat het door verschillende oorzaken beperkt blijft tot de 2 km tussen Corniglia en Manarola is teleurstellend. Zo moeten we lang wachten op de trein van Monterosso naar Corniglia, blijkt het door de windluwte smorend heet te zijn en klaagt Tamar steen en been tot wanhoop van haar moeder. Zelfs de alleszins prettige afkoeling in zee bij Manarola wordt in mineur afgesloten doordat Petra haar voet openhaalt aan een scherpe steen bij een poging de in paniek geraakte vijfjarige in het water tot bedaren te brengen. Gelukkig hoeven we slechts kort te wachten op de trein terug naar Monterosso…
De laatste dag in Italië worden er ansichtskaarten geschreven, gelezen over de Culturele Revolutie (Lulu Wang, Jan Wong) in het land van de Olympische Spelen van 2008, gerend over het veldje en op het heuveltje richting toiletblok, waar ook Norah af en toe rondscharrelt en Italiaanse harten verovert en wordt er veel gezwommen in zee. Aan de tuien van de tent hangt al de hele week vochtig zwemgoed net zoals de krekels al de hele week het daglicht begeleiden met hels gefluit. Mede door de afwezigheid van andere Nederlandse toeristen geeft het aan deze camping een meer authentieke sfeer dan aan die van de gemiddelde camping in Frankrijk.


donderdag 31 juli


Zoals gebruikelijk heft Norah 's morgens bij het starten van de Focus 'zo gaat de molen, de molen, de molen' aan en draait diezelfde auto vanaf Voltri zijn neus naar het noorden. De zon is deze reisdag wat minder uitbundig aanwezig wat de stemming in de auto ten goede komt.
In de loop van de middag zijn we terug in het Alpengebied waar we via de Mont Blanctunnel Italië verlaten. Tot voorbij Genève blijft de gang er goed in zitten in tegenstelling tot de laatste 100 kilometer die voornamelijk over tweebaanswegen en slingerende cols voert. Fenomenaal is het uitzicht op het meer van Genève tijdens de beklimming van de eerste col na het dal. De plaats van bestemming deze dag is het in de Jura gelegen Clairvaux-les-Lacs, welke rond zes uur wordt bereikt.
Aan de oostkant van het meer bevinden zich drie campings waarvan de eerste meteen onze goedkeuring kan wegdragen. Deze heeft een directe toegang tot het meer ter hoogte van drie duikplateaus (drie, zes en negen meter) en is bovendien in het bezit van een zwembad achter de receptie. Het vinden van een vrij, niet-gereserveerd plekje valt echter tegen daar de door de receptie aangegeven nummers of al bezet zijn, of hopeloos scheef, of ingenomen door een auto van niet-aanwezige buren. Tenslotte komen we terecht op plaatsje 151 aan het noordelijke uiteinde van de camping. Petra, Kristel en Norah halen vervolgens patat bij de ‘CenterParcs-camping’ (veel voorzieningen, veel Nederlanders) en Tamar en ik zetten de tent op. Het kleine tentje blijft in de zak omdat er overal gewaarschuwd wordt voor nachtelijk noodweer hoewel de heldere, rustige schemering geen enkele aanleiding geeft voor die onheilstijding.
We slapen deze nacht dus gezellig met z’n vijven.


vrijdag 1 augustus – vrijdag 8 augustus (Jura)


Zoals we al enigszins vermoedden blijft het ’s nachts bijzonder rustig al begint de vrijdag wel somber wat ons doet besluiten om deze dag naar de grotten van Oselles te gaan waar het in ieder geval droog is. Deze grotten schijnen 14 km aan wandelpaden te bezitten waarvan 1200 meters zijn opengesteld voor toeristen. Naast de bekende stalagtieten (tieten hangen) en stalagmieten (vanaf de grond) zijn hier een binnenmeertje en opgezette skeletten van beren te bewonderen, welke honderden jaren geleden nog in de eeuwig koele (14 graden Celsius) ondergrondse gangen rondliepen. Norah test haar sandalen uit in de grijze modder en heeft vooral aandacht voor een grote hond die een medebezoeker heeft meegenomen. ‘Hond!’.
Aan het einde van de middag, als we op de terugweg zijn naar de camping, trekt de hemel langzaam open wat een voorbode blijkt te zijn voor een aantal fraaie zomerdagen.
Op zo’n tien kilometer afstand van Clairvaux gaan we op zaterdag kijken bij de Cascades du Hérisson waar we, zoals bij aankomst blijkt, tijdens de vakantie van 2000 ook geweest zijn. Destijds zat Kristel in de buggy en nu is het Norah die onze bewegingsvrijheid ernstig belemmert. Voorbereid op het moeilijk begaanbare pad dalen we echter verder af dan de vorige keer en krijgen we zicht op een serieuze waterval van 60 meter. Op dat moment loop ik al zonder t-shirt welke is aangetrokken door Kristel die op haar beurt haar t-shirt heeft afgestaan aan Norah die languit in de rivier was gevallen tijdens onze lunchpauze. Petra ergert zich bij het terugklimmen aan landgenoten die hardop blijk geven van hun onbegrip over de door ons meegetorste buggy. Waar bemoeien ze zich mee?
Tamar vindt ’s middags op de camping een nieuwe vriendin die dezelfde bikini draagt en bijna even oud is: Rianne uit Papendrecht. Zij Nintendo-en en zwemmen heel wat af de rest van de week…
Bij aankomst op vrijdag hadden we reeds een aankondiging gelezen van een hardloopwedstrijdje op zondag 3 augustus in de directe omgeving en ondanks het aanvangstijdstip van 9.30 uur is dat geen belemmering om deze ochtend richting Fort du Plasne te gaan. Vlak voor we er arriveren blijkt Norah het vroege ontbijt en de bochtige wegen slecht verteerd te hebben zodat de set reservekleding die we sinds Cinqueterre meenemen zowaar van pas komt. Na het overgeven is ze overigens weer net zo vrolijk als ervoor.
Waar we onderweg nog denken de enigen te zijn die richting hardloopwedstrijd gaan blijkt er in het dorpje toch al een aardige oploop te zijn van vertrouwde tanige lichamen die voornamelijk toebehoren aan veertigplussers. Ook hier de bekende stands om in te schrijven en nerveus heen en weer geloop van dun geklede deelnemers, herkenbaar aan hun startnummers die op universele wijze op het shirt zijn geprikt met vier veiligheidsspelden.
Bart (van AV Hellas) loopt ook mee omdat hij het in zijn vakantie blijkbaar niet kan nalaten om de competitie op te zoeken. Raar hoor.
Half tien worden we naast het burgemeesterhuis weggeschoten door zijn bewoner voor naar verwachting 12 heuvelachtige kilometers. Niet verwacht is de abrupte afslag die we na een paar honderd meter asfalt moeten maken zodat het ineens steil en onverhard omhooggaat. Dat de loop (La vie du four) de naam cross waardig is blijkt verderop in de race: zo'n 70% is onverhard. Naarmate de finish nadert verlies ik meer terrein wat ik in de laatste verharde kilometer enigszins goed weet te maken. Uitgewoond finish ik als elfde in 46.45. Kristel start even later in de jeugdloop over 1200 meter waarin ze kort achter een zichtbaar ouder meisje tweede wordt. De reporter maakt er enthousiast melding van al ontgaan me de details in de Franse woordenstroom. De prijsuitreiking kunnen we deze keer aan ons voorbij laten gaan met het prettige gevolg dat we terug op de camping nog de hele zonnige middag voor ons hebben welke grotendeelswordt doorgebracht in en direct naast het meer.
Op maandag rijden we een klein uurtje oostwaarts naar Les Rousses waar volgens de folders een scala aan vertier voor het oprapen ligt doch waar in werkelijkheid het hele dorp lijkt ingeslapen. Het toeristenbureau weet ons te melden dat het hier vanaf drie uur tot leven komt dus hebben we tot die tijd de gelegenheid om via de roodgeel gemarkeerde route richting meer te wandelen. Dit initiatief stokt al snel in het bos waar rotsen en stronken de buggy tot ballast degraderen; en zo ploeterden zij voort.
De namiddag komt beter uit de verf als we de gelegenheid hebben om te minigolfen en een speeltuin met trampolines, klimtoestellen en mini-dorp (voor Norah) te bezoeken.
Dinsdag en woensdag zijn warme watersportdagen met naast het zwemmen resp. een uurtje waterfietsen op het meer en twee uur kanoën op de rivier de Ain. De waterfiets heeft een glijbaan binnenboord die gebruikers ervan buitenboord zet en in ieder geval voor 2- tot 10-jarigen een fijne attractie is. Het fietsen komt grotendeels voor rekening van 1 van de 2 ouders die afwisselend zwetend het water induiken en trappend op temperatuur komen.
Enkele kilometers westwaarts van Clairvaux ligt Pont-de-Poitte waar we twee kano's huren bij een ons bekend verhuurbedrijf. Acht jaar geleden beleefden we hier een bijna-drama toen we in de enige stroomversnelling van de Ain met Kristel in de kano omsloegen en Petra aanvankelijk niet in de gaten had dat ik meedrijvend met de stroom de eenjarige peuter in m'n armen had. Voorzichtig geworden besluiten we nu te kiezen voor een veilig kort ritje stroomopwaarts. Alle vijf krijgen we een kleurig zwemvest toebedeeld en een ton om kleren en proviand droog te houden. Rustig peddelend en regelmatig pauzerend op de kleine stenen eilandjes bereiken we na ongeveer een uur het punt waar we destijds de controle verloren.
Tegen de versnelling op kanoën lukt hier uiteraard niet maar de plek is wel bij uitstek geschikt om het drijfvermogen van de zwemvesten te testen wat Kristel en Tamar schaterend aantonen. Zonder kleerscheuren en andere ongemakken peddelen en drijven we daarna terug naar het vertrekpunt. Deze laatste zomerse vakantiedag eindigt in het campingzwembad.
Donderdag is het regenachtig en weten we tussen de buien door een bezoek te brengen aan een kinderboerderij en het daaraan grenzende beginpunt van de watervallen van Hérisson. Een uitgereikte folder geeft een verhelderend beeld van het totaal aantal trappen in de waterval, waarvan de laatste twee met ca. 60 meter de hoogste zijn. We klimmen langs het vallende water over rotsige bospaden naar de tweede trap, die we afgelopen zaterdag nog van de bovenkant zagen. Donder, bliksem en dreigende regen versnellen onze terugweg waarna we beneden aangekomen hongerig het restaurant binnenvallen. Het blijft hier echter bij de aanschaf van enkele chocoladerepen daar warm eten vandaag niet geserveerd wordt?!
Het doet ons een half uur laten belanden in een restaurant van Clairvaux, waar we enkele dagen eerder 's avonds vanaf de camping naar toe waren gewandeld om even gezellig een drankje op het terras te nuttigen, welk nobel streven helaas uitdraaide op een aantal huilbuien (Tamar en Norah) en woedeaanvallen (Petra), zodat we nu met enige gêne aan tafel schuiven. Deze avond verloopt gelukkig vrijwel vlekkeloos, wat ook te maken zal hebben met het geruststellende vooruitzicht van de thuisreis. De kinderen krijgen patat, Petra waagt zich aan een kaasfondue en ik kies voor rijst met vis.
's Avonds ren ik in zon, regen en schemer nog eenmaal om het meer en krijg ik als bonus zicht op een fraaie regenboog, een vluchtend hert en donkere Jura-toppen, die in de stilte van de vallende avond ineens veel meer indruk op me maken.
We sluiten de vakantie in stijl af met de traditionele fles wijn, een spelletje pesten en een uurtje lezen bij lamplicht terwijl de kinderen in dromenland verkeren.
Vrijdag beginnen de Olympische Spelen en rijden wij via Clairvaux, Dijon, Nancy, Metz en Luxemburg de files van Brussel en Antwerpen in zodat we pas tegen tienen thuis zijn. Vanaf morgen kunnen de kinderen op zoek naar hun vriendinnen, ga ik me richten op de marathon van Eindhoven van 12 oktober en heeft Petra nog ruim 2 maanden om haar promotie in juiste banen te leiden. Vrijdag 31 oktober is de grote dag!