Mont Venthof

Bij de 1/8 Thoftriatlon in juli 2009 ving ik voor het eerst het gerucht op dat er bij de Maaslandse hardloopvereniging een reisje naar de Mont Ventoux zat aan te komen en reeds drie maanden later bleek dat gerucht omgezet te zijn in een zeer concrete mail met de datum van het fietsevenement (Pinksteren 2010), het geboekte hotel, de namen van de deelnemers, de te betalen bedragen in drie stappen en een al grotendeels ingevuld meerdaags programma.
Mede doordat elke Thoffer een introducé mocht opgeven (bedankt Bart) was het maximumaantal van 50 deelnemers snel bereikt en rouleerde er inmiddels zelfs een reservelijst, waarmee bevestigd werd dat de organisatie van deze reis een schot in de roos was.
Naarmate het Pinksterweekend dichterbij kwam volgden de (reply)mails en de gezamenlijke fietstrainingen (o.a. in de heuvels van Limburg) elkaar steeds frequenter op zodat de stemming er al goed in zat toen we elkaar op woensdagavond 19 mei troffen bij sporthal de Hofstede om veertig fietsen vast te binden op vier stapelrekken, die uiteindelijk pas na twee uur passen en meten in een speciaal voor dit evenement geproduceerde aanhangwagen bleken te passen.

donderdag 20 mei

Half negen stipt laat de witte bus van Nooteboom zijn gezicht zien bij de sporthal waar dan al een nerveus heen-en-weer-geschuif is te bespeuren van deelnemers, aanhang, bagage en attributen als koffieapparaten en biervaten. Niet iedereen waagt zich aan de vijftien uur durende busreis naar de Provence; enkelen zijn al ter plekke en anderen nemen het vliegtuig of de auto zodat er bijna 40 buspassagiers resteren. Zij worden net voor 9 uur uitgezwaaid door achterblijvende gezinsleden èn teruggekeerde rode trainingsmaatjes, die dit jaar het derde lustrum van hun club gaan beleven. Daarmee zijn ze tien jaar jonger dan buschauffeur Roel die precies vandaag een kwarteeuw blijkt te zijn geworden. ‘Lang zal die leven…’.
Bij de grensovergang valt de duisternis in maar tot aan Luxemburg (eerste stop) hangt er een toffe sfeer in de bus, bevorderd door de meegebrachte alcoholische versnaperingen die nu al een typisch Frans karakter dragen. Na de korte eerste stop ontspint zich vervolgens een gevecht tussen de slaap en aandacht voor een bloedige film met oneindige, decibellenrijke schietscènes, welke uiteindelijk in het voordeel uitvalt van eerstgenoemde.

vrijdag 21 mei

De tweede chauffeurwissel vindt om een uur of vijf plaats in de buurt van Dijon waar we drie kwartier gelegenheid krijgen voor een vroeg ontbijt. Dat Frankrijk voor sommige Maaslanders nog een exotisch land is openbaart zich in de verbaasde blikken die een chocoladecroissant (‘wat zijn die bruine dingen?’) en de keukenkastvullende emmers chocoladepasta ten deel vallen.
Bij Bollène verlaat de bus rond 10 uur de A7 en gaat het oostwaarts naar de Mont Ventoux waar we dankzij het zonnige weer lange tijd een beangstigend scherp uitzicht op hebben: de kale top steekt onwerkelijk ver boven de groene omgeving uit. Dichterbij overheersen uiteraard de strak georganiseerde druivenvelden in deze beroemde wijnstreek. Op een steenworp afstand van het eindstation, hotel Moulin de César, dreigt de bus met aanhanger zich vast te rijden op de toeristische brug van Vaisons la Romaine. Linksaf achter de rivier is geen optie gezien de te korte bocht en terugrijden om voor de rivier linksaf te slaan vergt de nodige organisatie. Gevolg is een plaatselijk verkeersinfarct dat veel bekijks trekt van zowel autochtone als allochtone zijde. Nooteboom laat zich de stuipen echter niet op het lijf jagen klaart en weet om half 12 ongeschonden op de plaats van bestemming te komen.
En wie meldt zich daar als eerste met racefiets aan het front? Inderdaad, Siem, de vleesgeworden allesregelaar die al een week in training is geweest op en rond de Mont Ventoux. In korte statements maait hij de organisatie alle gras voor de voeten weg: lunchen kan over ruim een uur, de hotelkamers zijn pas om vijf uur beschikbaar, vanwege de warmte is het absoluut aan te raden om morgen voor dag en dauw naar Bedoin te fietsen en de bus kan het beste daar beneden op het terrein gaan staan. Het zou geloof ik niemand verbaasd hebben als hij met fietsschoentjes en al achter het stuur was gaan zitten om laatstgenoemde actie vast uit te voeren…
Enfin, als de fietsen zijn uitgeladen en gestald in de kelder krijgen we in de eetzaal aan acht ronde tafels met gele servetten een veelzijdige lunch waar ’s middags op geteerd wordt als er een verkenningsritje gemaakt wordt naar Bedoin en terug. Met een mix van mountain bikes en racefietsen met carbonframe of met schakeling aan het frame gaat het eerst kwebbelend maar alras in pittig tempo de col de Madeleine op, die zijn top al op 450 meter heeft. Na 20 km arriveren we bij de beruchte fontein waarvandaan de zwaarste klim naar de Ventoux begint. De spanning ontbreekt vandaag natuurlijk nog en door de zomerse omstandigheden (graadje of 28) in combinatie met de nachtelijke busreis, het kletterende water en de beschermende zonnebril vallen de ogen bijna automatisch dicht. Mogelijk mist een aantal renners daardoor op de terugweg ook wat scherpte in de geest met als gevolg dat deze voor hen ruim 2x zo lang wordt als de heenweg. Degenen met een beter inwendig kompas krijgen dientengevolge de eerste kamerkeuze. De Thof-kamers zijn verspreid over het receptiegebouw, het middenterrein rondom het grasveld en het paviljoen aan de wegzijde en zijn alle bestemd voor 2 of 4 personen. Tussen inruimen en douchen en het diner van half acht vertoeft het grootste deel van de Thof-delegatie op het grasveld in de zon en moet het eerste 50-litervat bier er aan geloven. Toch is er deze avond sprake van een zekere matiging. Morgenochtend wacht ons immers de genadeloze kale witte berg wat Carola ons bij haar verhaaltje na het eten nog even fijntjes inwrijft.

zaterdag 22 mei

Vanaf half acht is er gelegenheid om stevig te ontbijten, kleding en/of koolhydraten te dumpen in de bus, om te kleden in een snel, luchtig wielertenue, bidons te vullen en banden en ketting van de fiets te prepareren, zodat ruim een uur later iedereen ‘Mont-Ventoux-proof’ lijkt. Fietsend naar Bedoin hangt er een tastbare spanning in het peloton, dat waarschijnlijk voltallig in gedachten is bij de documentaire van de NOS die donderdagavond in de bus getoond werd. De kenners waren daarin eensluidend: ‘de kale berg is genadeloos, heeft bij velen het einde van hun carrière ingeluid, laat niet met zich spotten …’.
Gelukkig hebben de hardlopers Paul, Tuur en Wout geen last van die onheilsboodschap en weten ze kort na vertrek uit het hotel half hangend uit de luid toeterende auto een brede lach te ontlokken bij de pedaalridders. Aangekomen in Bedoin is er nog tijd voor een laatste bezoek aan een (bakkers)toilet en worden enkele bidons met het heilige fonteinwater gevuld alvorens de hele club wordt vastgelegd op de foto.
Om de hoek staat de startstreep en klinkt om 10 uur eindelijk het startsignaal. We mogen!!
Elke renner beleeft hierna zijn eigen avontuur maar dat van mij verloopt zo’n beetje als volgt:
‘Bart trekt meteen fel van leer, vast van plan om zich aan zijn schema van 1.25 te houden. Dat dit zeker op dikke mountain bike banden tamelijk ambitieus is blijkt 300 meters vals plat later waar hij lachend de leiding uit handen geeft. De groep ligt dan waarschijnlijk al uit elkaar want ik hoor geen renners meer achter me en zie voor me veel blauwe richtpunten van een club homogene renners (TACX) die net voor ons is vertrokken. De eerste vijf kilometers hebben een stijgingspercentage van vijf en kan op het middenblad geklommen worden al moet dat gereserveerd gebeuren met het oog op de tien erop volgende kilometers van tien procent door het bos. Dat ik het goede tempo te pakken heb wordt bevestigd door de opmerking van een ingehaalde Nederlandse renner die me inschat op anderhalf uur, precies het doel dat ik vandaag heb. In het bos zet ik meteen het kleine voorblad op (30 tandjes) en de een na grootste achter (21). Het tempo blijft de eerste twee kilometer nog op 13/14 km/u liggen maar wanneer het richting 10 dreigt te zakken gaat het grootste blad achter (23) op. Speelruimte verbruikt dus. Het is nu harken en rekenen van kilometer- naar kilometeraanduiding, met als afleiding de medefietsers en de teksten op de weg die vooral verwijzen naar de Touretappe van vorig jaar al geldt dat niet voor de vaakst voorkomende, te weten ‘JAAP 50’. Van de warmte heb ik weinig last, mede dankzij de beschutting van het bladerdek, zodat ik weinig naar m’n bidon hoef te grijpen. Desondanks geeft de kilometerteller bij de steilste stukken 9 aan wat wel snel genoeg is om de ene na de andere fietser voorbij te steken. Een licht geluksgevoel overvalt me als aan het einde van het bos Chalet Reynard in zicht komt met de wetenschap dat het stijgingspercentage daarna op het kale gedeelte terugvalt naar 7.
De Thof-drankpost bij het Chalet is nog niet geïnstalleerd als ik passeer wat geen strop is daar ik nog genoeg drank bij me heb welke overigens moeilijk bereikbaar is; elke keer als ik de bidon aan m’n mond zet schiet de kramp in m’n kuiten en moeten er al fietsend strekoefeningen aan te pas komen om weer in een goede cadans te komen. Dan maar niet drinken. Rondom het monument van Tommy Simpson staan drie fotobedrijven, die na een aantal klikken een kaartje met tijdstip en Internetadres in je handen of zakken proberen te stoppen, iets wat ik met zicht op de finish voornamelijk irritant vind. De laatste twee kilometer zijn weer wat steiler, maar inmiddels meen ik goed op schema te liggen voor een eindtijd van anderhalf uur. De laatste kilometeraanduiding (nog x km tot de top) passeer ik na 1.24 en een gemiddelde van boven de 10 km/u red ik wel. Na het monument bekruipt me echter de twijfel als ik de lange bocht voor me zie; wat hebben die Fransen nou weer voor een kutgeintje uitgehaald? De zogenaamde laatste kilometer gaat in 5.15 waarna het echter nog 500 meter naar de top is. Helaas pindakaas.
Vijftig meter voor de top passeer ik de Nooteboom-bus om na 1.31.55 op de eindstreep m’n stopwatch in te drukken. Liefst tien seconden sneller dan 5 jaar geleden :-(.’


Daarna is het wachten op de achtervolgers.
Voor mij is het een verrassing dat de eerste van hen Siem is, die op zijn gevorderde leeftijd met 1.38.05 het Maaslandse fietstalent Harm vier minuten te snel af is. In het kielzog van Harm finisht John als vierde en Ronald van Mil als vijfde. De kou op de zonloze top krijgt dan vat op me en ik duik de warme bus in. In het uur daarna zie ik oa Adrie als eerste vrouw boven komen na 2 uur en 1 minuut, kort daarop gevolgd door de eerste mountain bikers en de hardlopers Tuur, Wout en Paul, die een kilometer of drie na Bedoin begonnen zijn. Outsider Jan Meerman krijgt net als gisteren te kampen met twee lekke banden terwijl hij naar eigen zeggen nooit materiaalpech heeft en slechts ervaring heeft met banden wisselen van medefietsers. Geluk bij een ongeluk is dat die ervaring hem nu nog in een acceptabele tijd op de top brengt. Opvallend is verder de binnenkomst van de totaal gesloopte en verkrampte Dennis en het grote verschil (1 uur) tussen vader en zoon Korpershoek, ten faveure van de jeugdige Erwin.
De afdaling aan de noordzijde gaat in eerste instantie over natte wegen door de smeltende sneeuwduinen en curieus genoeg, dwars door vliegenzwermen, die als hagel op m’n helm uiteenspatten. Na een kleine tien kilometer is er de mogelijkheid om op rechte steile afdalingen hoge snelheden te halen. Zelf vind ik zeventig hard zat maar er zijn Thoffers die hier de negentig overschrijden…


Aan de voet van de noordzijde ligt Malaucène dat niet geheel toevallig erg terrassenrijk blijkt te zijn, want wat is er aangenamer voor een Mont Ventouxbedwinger dan de klim- en daalervaringen te delen met medefietsers in het directe gezelschap van zonnestralen en gerstenat? Oftewel, gaandeweg de middag loopt 1 zo’n terras vol met 50 Thoffers die door 1 serverende Franse dame van hun dorst moeten worden afgeholpen. Onmogelijke opdracht natuurlijk welke in de middag dus verder ten uitvoer moet worden gebracht op het grasveld van het hotel. Dat drinkgelag begint met een toast met plaatselijke champagne wat hier volgens Rob (verleidelijk gekleed in fietsbroek en borstharen) een typisch gebruik is na het bedwingen van de Mont Ventoux. Alle winnaars krijgen vervolgens als aandenken een door Wout ontworpen medaille met aan de ene kant het Thof-embleem en aan de andere een foto van de top vanaf kilometerpaal ‘Mont Ventoux 1’. Speciale aandacht wordt geschonken aan rode lantaarndraagster Monique die niet wil speechen maar het gebaar wel zichtbaar waardeert. De combinatie van zon, tapbier en Maaslands geroddel doen de tijd vliegen en voor je het weet zit je buiten aan het hoteldiner dat ook al voor veel gespreksstof zorgt, in die zin dat de inktvisringen niet als zodanig herkend worden en onflatteus gediagnosticeerd worden als de aloude attributen van de postbode.
Nou ja, tijd voor natafelen is er toch niet want in de kelder wacht het beeldverslag van Bayern tegen Inter (CL-finale) waar zo’n 20 geïnteresseerden voor op komen dagen. Het hoogtepunt van de avond start echter ruim een uur later: de THOF-quiz!
In een bovenzaaltje hebben Jacqueline en Wout zeven ronde tafels met drukknoppen neergezet en een podium met geluidsinstallatie. In Franse kledij (inclusief Woutsikje) gestoken heten de twee quizmasters het publiek welkom en via een schreeuwerig zangspel weten zij iedereen aan de juiste tafel te krijgen. De knoppentest geeft een prima beeld van de sfeer die er op dat moment in de zaal heerst: iedereen vindt het prachtig om zijn eigen kleur te zien oplichten en laat te pas en te onpas de eraan gekoppelde zoemtoon horen. Toch weet Jacq een heldere uitleg te geven van de inhoud van de quiz, die gaat bestaan uit vijf rondes met de Franse onderwerpen chansons, film, sport, keuken en geschiedenis gevolgd door de finale met een mix van die onderwerpen. De kakofonie die vanaf het eerste chanson losbarst kent zijn weerga niet. De chansons blijken bij vrijwel iedereen bekend te zijn gezien het massale meezingen maar het noemen van de juiste zanger(es) is van een ander gehalte. Regelmatig valt de naam Frans Bauer.
Om te voorkomen dat de deelnemers te veel op de knop zouden drukken hadden Wout en Jacq bedacht dat elk fout antwoord een strafpunt moest opleveren maar dit levert in ieder geval bij 1 tafel niet het beoogde effect op. Onbetwiste topper in het scoren van (straf)punten daar is Henk die zijn rol als introducé met verve misbruikt :-). Andere hoofdrol is er voor Jim die er bijna in zijn eentje voor zorgt dat zijn team de finale wint. Mogelijk dat hij als niet-fietser al die wetenswaardigheden overdag in zijn hoofd heeft gestampt?
De organisatoren vertonen na afloop ernstige burnout-verschijnselen, het spontane massale applaus ten spijt… De avond wordt afgesloten met muziek, dans èn een haperende bierpomp. Zorgen voor morgen.

zondag 23 mei

De ochtend levert grofweg een splitsing in drie actieve groepen op, waarvan de grootste een wandeling gaat maken in een naburig dorpje. Freek en Bart wagen lijf en leden op de mountain bike over een spectaculaire zwarte route die vol met scherpe keien, steile afgronden en giftige slangen schijnt te liggen. De ontnuchterde Henk zet Rob, John en mij in Bedoin af, waar we hetzelfde tochtje van 21,5 km van gisteren nog eens hardlopend afleggen.
Opvallend genoeg gaat dat zeker op de steile stukken een stuk sneller dan bij menig tweewieler, wat de gepasseerde berijders soms in ontreddering achterlaat. Op de wederom koude top is het veel hectischer dan gisteren met een gekrioel van motoren, auto’s en bussen waartussen fietsers zich naar de eindstreep moeten wurmen. Lichtelijk verkrampt maar met een ‘winnaarsgevoel’ dalen we in de warme auto van Henk weer af naar Malaucène.
Om 1 uur vertrekt de complete groep vanaf het hotel per bus naar wijnboerderij Domaine de Marotte. Deze blijkt gelegen te zijn bij Carpentras in de Rhônevallei met direct uitzicht op de kale berg, die vanmiddag overigens in nevelen gehuld is en donderende geluiden laat horen.


Op de boerderij hangt een landerige warmte wat het typische vakantiegevoel geeft. Dit wordt nog eens aangewakkerd als de vrouw des huizes (Elvira) ons de lunchtafel in de achtertuin toont waarop een grote variëteit aan Franse culinaire producten staat uitgestald: meerdere soorten stokbrood (bruin, wit en met olijven gevuld), quiche, paté, tapenades (vert/rouge/noir), jam, olijven, aardbeien, (geite)kaas en boursin. Zie hier een paradijs voor hongerige fietsers, bij wie het water uit de mond loopt. Na het aanvalsteken van Elvira worden de borden dus goed gevuld en met een glas locale wijn erbij zoeken we een plaatsje aan een tafel in de wijngaard: ‘leven als God in Frankrijk’ kan hier vrijwel letterlijk worden genomen.
Als we gelaafd en verkwikt zijn neemt gastheer Daan (blijkt puur toevallig een oude studievriend van Paul te zijn!) ons mee voor een rondleiding door zijn bedrijf, om te beginnen bij een van zijn wijngaarden. Enthousiast vertelt hij over zijn wijnpassie, die hem al op 14-jarige leeftijd tot druivenplukker in Bordeaux maakte. Dat een goede wijnboer geen flierefluiter is blijkt uit de afwegingen die hij allemaal moet maken bij de groei en de oogst van de druiven: plant je de struiken oost-west of noord-zuid, hoe voorkom je schimmelvorming, welke druivensoorten kunnen het meeste zonneschijn hebben, wanneer pluk je (24-uurs-dienst), hoe ga je het onkruid te lijf, enz.
Geanimeerd volgen we Daan daarna naar de gistschuur waar grote vaten trapsgewijs staan opgesteld om de gegiste wijn te kunnen decanteren. Leuk weetje is dat witte wijn en rosé gegist zijn op het sap en rode wijn op de complete druif, dus inclusief pit en schil. En een ander: het broeikaseffect is er de oorzaak van dat de wijnen tegenwoordig meer alcohol bevatten omdat de druif meer suikers bevat. Harm stelt hier een vraag die Daan even van zijn stuk brengt wat een prestatie op zich is. ‘Komt dat vaker voor?’. Volgende kelder is de plek waar de rijping plaatsvindt in flessen en houten vaten. De temperatuur is hier heel het jaar door tien tot vijftien graden Celsius zodat smaakbedervende schommelingen achterwege blijven. De smaak die rijping op eikenhouten vaten aan de wijn geeft wordt tegenwoordig nagebootst door kunstmatige toevoegingen hetgeen een gruwel is in de ogen van vakman Daan. De mensen raken zo hun onderscheidend vermogen kwijt!
Tenslotte mogen we nog enkele uiteenlopende wijnen van de boerderij proeven, die we daarna eventueel kunnen kopen tegen aanzienlijk voordeliger tarief dan waarvoor ze in de locale hotels op het menu staan. Zoals verwacht mag worden verdwijnen vele flessen in de bus van Nooteboom. Of de smaak daarvan de temperatuurschommelingen en busvibraties gaat overleven moet in Maasland blijken; zeker is dat je daar geen smaakbevorderend uitzicht hebt op de kale berg…
Er is geen avondprogramma op deze zondag maar de sfeer in de bovenzaal is er niet minder om. Harde muziek mag weliswaar slechts tot 11 uur doch de herstelde bierpomp, het filmverslag van Sanne, leuk becommentarieerd als zwoegende Thoffers chalet Reynard passeren (‘beetje doorrijden!’), en de waarheidsgetrouwe parodie van Tuur op de man van Laura zijn, om enkele voorbeelden te noemen, een aangename compensatie.

maandag 24 mei

Laatste dag met wederom schitterend zomerweer. Bijna iedereen benut deze dag voor een recreatieve fietstocht rondom Vaisons la Romaine met uitzondering van Harm, Paul en Dennis die zich nog eens het snot voor ogen fietsen tussen Bedoin en de top van de Mont Ventoux. Dennis doet dat een half uur sneller dan zaterdag en Harm ruim vier minuten. Zijn missie om de tijd van Siem te verbeteren strandt daarmee op een handvol tellen; het donderde na gistermiddag vanochtend dus opnieuw op 1912 m hoogte…
Van Eric Theunisse (hardloper en fietser) heeft de organisatie een uitgewerkte route gekregen over 85 km, bestaande uit twee ongeveer even lange lussen. Met een dertigtal renners vertrekken we voor de eerste lus die eerst uit 25 km vals plat afdalen bestaat. Dat Tweede Pinksterdag ook een feestdag is in de Provence blijkt uit de vliegshow die in de buurt van Orange wordt gegeven. Zes vliegtuigen maken paarsgewijs duikvluchten en werpen de kleuren van de Franse vlag uit in de wolkeloze lucht. Erg afleidend voor een peloton fietsers dat gelukkig zonder brokken de voet van de beklimming naar Col de Suzette bereikt. Op de top is er een fraai uitzicht op de tandvormige rotsen en glooiende druivenakkers en krijgt een onstuitbare loomheid vat op de dappere Thoffers. Het besluit valt om de tweede lus in te korten tot 25 km welke overigens wel de mooiste kilometers van het weekend blijken te zijn: smalle stille wegen, bermen vol paarse bloemen, een breed groen dal rondom Mollans en een snel stromend riviertje, waarbij we na lang aandringen van Jan (vandaag zonder leegloper) een korte stop houden. Een enkeling neemt een duik in het koude water wetende dat Vaisons la Romaine nog maar vijf kilometer fietsen is.
Resteert ’s middags het opruimen van de kamers en het inruimen van de fietsen, tassen en koffers. Saaie momenten, die de onverwachte emoties tijdens het avondeten extra cachet geven. En dan doel ik niet op de enthousiast onthaalde en lang verwachte voorgeschotelde patat als wel op de speeches van Paul en Werner. Eerstgenoemde benadrukt de uitstekende sfeer die afgelopen dagen in de groep heeft geheerst, met dank aan de afwezigheid van kliekjesvorming. Dat laatste kan ik als ‘buitenstaander’ beamen net zo als ik me gisteren op het grasveld kon vinden in de woorden van RonD die met tapbiertje in de hand maande om toch vooral van dit soort dagen te genieten.
Werner is de bescheidenheid zelve als hij zegt niet zulke fraaie woorden en lange bijzinnen als Paul in zijn arsenaal te hebben maar is er wel direct verantwoordelijk voor dat het toetje een waterig bijsmaakje krijgt; Wout, Adrie, Petra en Carola worden met zoveel verve bedankt voor de organisatie van het Mont Venthofweekend dat Carola hierna in haar dankwoord tot niet meer in staat is dan een haperende slotzin gevolgd door een tranenvloed die bij meerdere Thofsters navolging vindt.
Ik ben verbaasd…
De bus rijdt om 18.30 uur weg bij hotel Moulin de César waarna het nog een lange zit is tot Maasland. Er is weer koffie, wijn, film en vanaf een uur of twaalf slaappogingen in de vreemdste houdingen. Van achter uit de bus klinken er nog lang twee zeer aanstekelijke, jaloersmakende lachjes, luisterende naar de stembanden van Trudy en Bart (die van mij waren het hele weekend in betreurenswaardige conditie door de combinatie van verkoudheid, alcohol en droge lucht).
Dinsdagmorgen negen uur bereiken we Boumare.
Een prachtige ervaring rijker!!