FEBRUARI 2007

Week 1
Zaterdag 3 Wollebrandcross 9+ km 35.50 8e
Zondag 4 6x1 km + duurloop 20 km tussen 3.25 en 3.30 + 4.05 min/km
Maandag 5
Dinsdag 6 4x8 min in dl van 20 km AVW 3.40 min/km
Woensdag 7 Veldloop 11 km Wisselend tempo , max. hartslag 153
Donderdag 8 12 km in dl van 19 km AVW 7 km in 4.10, laatste 5 km in 3.40 min/km
Vrijdag 9

Totaal week 1: 90 kilometer

Het is nog ruim 9 weken tot 15 april, de dag van de 27e marathon van Rotterdam.
Vorig jaar was er bij AVW uitgebreid aandacht voor dit loop-hoogtepunt van het jaar in de vorm van de sub-3-uur- en sub-3.30-groepen.
Door middel van een pittig trainingsschema van 13 weken werd geprobeerd om de snellere lopers van de vereniging naar een topprestatie op de klassieke lange afstand te leiden. De collectieve, zware voorbereiding verliep de eerste tien weken ogenschijnlijk naar wens, waarna het bij de sub-3-groep begon te kraken met o.a het afhaken van Lieuwe en Piet als gevolg.
De prestaties op de marathon waren tenslotte wisselend; de sub-3.30-groep behaalde zijn doelstelling volgens mij volledig, terwijl er bij de sub-3-groep slechts 3 lopers onder de gestelde grens bleven.
Zelf had ik 2.35 ten doel gesteld, zodat de 2.38.27 ook voelde als een maar ten dele geslaagde missie (wel derde Rijnmonder en derde H40 immers).
Edoch, een nieuw jaar, nieuwe kansen!
Die werden de afgelopen maand gedwarsboomd door een zware verkoudheid, maar inmiddels heb ik de eerste marathontrainingsweek (ca. 90 km) naar tevredenheid kunnnen afwerken; de ziekte lijkt na de anti-bioticakuur volledig uit het lichaam te zijn.
Primeur in de eerste week was de dubbele training op zondag, met 's ochtends interval (6x1 km in 3.30) en 's middags duur (20 km in 4.05 min/km). Het is 1 van de adviezen die ik van de snelste AVW'er ooit, Domien Brandsma, heb gekregen: train 5/6x per week en bouw 2 vaste rustdagen (in mijn geval maan- en vrijdag) in.
Ander verschil met vorig jaar zal zijn dat ik minder wedstrijden ga lopen. Vooralsnog wil ik ze beperken tot drie, te weten de halve marathons van Midden-Delfland en Den Haag en een 10,3 km in Naaldwijk.
Zeker de CPC (17 maart), tevens nationaal (veteranen)kampioenschap op de halve marathon, zal een goede graadmeter worden.
Daarnaast is de voorbereiding op de marathon dus 3 weken korter dan vorig jaar en zal het aantal kilometers wat lager liggen en de gemiddelde snelheid ervan hoger.

Week 2
Zaterdag 10 Duurloop 21,5 km tussen 3.55 en 4.00 min/km
Zondag 11 Duurloop 14 km (Peize) 4.00 min/km
Maandag 12
Dinsdag 13 6x1 km AVW tussen 3.15 en 3.20 min
Woensdag 14 Veldloop 11 km Wisselend tempo , max. hartslag 156
Donderdag 15 2x4 km in dl van 19 km AVW 3.50 en 3.40 min/km
Vrijdag 16

Totaal week 2: 80 kilometer

Geen dubbele training deze week, geen wedstrijd en geen dertiger.
Wel een hernieuwde activiteit van een (verkoudheids)virus en veel regen.
Ondanks het licht geirriteerde neusslijmvlies wilde ik het plan om zaterdag een halve marathon in 4-vlak te gaan lopen niet laten varen en tot halverwege, met de oostenwind in de rug, ging het probleemloos. Vanaf de Bonneweg begon het echter te druppelen, overgaand in gutsende regen na het Staelduinse Bos. De kou begon vat te krijgen op kwetsbare lichaamsdelen wat me, de verkoudheid in gedachten, niet bijster beviel. De 'moraal' bleef echter goed mede dankzij die soppende goedgemutste hardloper die ik vlak voor de manege passeerde en de al even natte tegemoetkomende Bert Eeuwijk en Linda Damme, beiden ongetwijfeld ook in training voor Rotterdam.
Ook dacht ik hier aan een ander advies van Domien: ga juist trainen als het hondenweer is; het maakt je sterker en de concurrentie zit thuis.
Hoe dan ook, het beoogde tempo werd vastgehouden.
Na zondag in Groningen een duurloop van 14 km in hetzelfde tempo te hebben afgelegd (misschien rustiger qua aantal auto's maar door het gebrek aan aparte fietspaden heb je wel meer last van ze) werd het dinsdag wel eens tijd voor een intervaltraining.
Bij weinig wind gingen de 6 kilometers allemaal tussen de 3.15 en 3.20.
Woensdag een blubbercross met een aantal tempoversnellingen afgewerkt, waarbij de hartslag een maximum bereikte van 156. Sint Frans had zijn loopschoenen ook weer eens aangetrokken; de marathon zal hij dit jaar niet lopen...
Gisteravond meegelopen met de MILA-jongens, die tegenwoordig ook langere afstanden op het programma hebben staan. Opvallend moment deze avond was de passage van een groep jeugdige fietsers, die pesterig hardop het aantal kale koppen in de AVW-jeugdgroep telde (60%).
Twee versnellingen van een kwartier (3.45 min/km) in een totale afstand van 19 km besloten deze relatief rustige week.
Zondag staat de 30 km op het programma (4 min/km) met hopelijk wat deelname uit Westlandse hoek en zal wat duidelijker worden hoe ik er conditioneel voor sta. De verkoudheid is iig overwonnen.
Pas over 2 weken volgt de eerste wedstrijd. Geduld is een schone zaak.


Week 3
Zaterdag 17 Tempoloop 10 km 36.30 (18.00 en 18.30)
Zondag 18 Testloop 30 km AVW 1.58.40 (3 x 39.30)/td>
Maandag 19
Dinsdag 20 Testloop 5km (+3 +1 km) AVW 17.10, 12.30 en 3.25
Woensdag 21 Duurloop 10 km 3.55 min/km
Donderdag 22 Duurloop 19 km AVW 10 km 4.35 en 4 km 3.50 min/km
Vrijdag 23

Totaal week 3: 90 kilometer

Een goede trainingsweek achter de rug, zonder dreigende blessures en verkoudheidssymptomen.
Na een tempotraining van 10 km (36.30) op zaterdag volgde zondag de eerste testloop over 30 kilometer. Er bleek weinig animo te zijn voor de snellere groepen en al helemaal niet voor de 4-vlak. Gelukkig had ultraloper Rut Zoutman (alias Scharminkel) deze dag uitgekozen voor een snelheidstraining zodat ik niet alleen de Waterweg-spoor-rondjes hoefde af te leggen. Rut vertelde in training te zijn voor de 120(!) van Texel en stond aan het begin van een trainingsweek van 180 km.
In aansluiting op de discussie over mentaliteit, elders op dit forum, kan ik hier 2 opmerkingen noemen die de ultraloper ergens halverwege de 30 km van de hand deed: (1) zie het te lopen rondje van 7 km niet als saai (Kaatje!) maar beschouw het als je vriend en (2) loop als voorbereiding op de marathon eens een keer de totale afstand of meer, zodat je wat minder op gaat kijken tegen die afstand van 42,2 km. Tekenend in dat verband was dat Rut het op gegeven moment over de kortere afstanden had als de (halve) marathon.
Voor hen die de zielenroerselen van deze ultraloper meer willen begrijpen, zie ook www.ultraned.org bij NIEUWS (en niet verslagen zoals eerder vermeld) en dan van 12 januari 2005. Scharminkel beschrijft daar zijn solo-loop van Den Helder naar Monster (100 EM) rondom Oud en Nieuw.
De 30 km ging me trouwens relatief gemakkelijk af; met z'n tweeën finishten we in 1.58.40.
Dinsdag was de 5-km testloop bij AVW, waar ik geen naweeën voelde van de zondag. Bij windstil weer werd het 17.10 in een constant tempo.
Woensdag en donderdag in totaal bijna 30 km gelopen, variërend in tempo van net onder de 4-vlak tot 4.35, zodat het weektotaal op zo'n 90 km uitkwam.
Morgen staat er een dubbele training gepland en het weekend erop volgt de MD-halve marathon. Dit keer (4e editie) hoogstwaarschijnlijk zonder winterse perikelen: een primeur.

Week 4
Zaterdag 24 4x2 km + duurloop 20 km 2x (7.00 en 7.15) + tussen 3.55 en 4.00 min/km
Zondag 25 Duurloop 15 km tussen 3.55 en 4.00 min/km
Maandag 26
Dinsdag 27 7x1 km AVW tussen 3.25 en 3.30
Woensdag 28 Veldloop 14 km >4 min/km, hartslag 140-145

MAART 2007

Donderdag 1 Duurloop 10 km 3.50 min/km
Vrijdag 2

Totaal week 4: 85 kilometer

Zwaartepunt van de training lag deze week op zaterdag op welke dag ik 's morgens op een voor mij ongewoon vroeg tijdstip (9.30 u) aan een snelheidstraining van 4x2 km begon. Ze gingen iets ingehouden, maar niet gemakkelijk, in 7.00 en 7.15, afhankelijk van wind mee of tegen.
Voor de middagduurloop een uurtje op de bank gelegen als een echte topsporter (of toch meer die oude man?). Bij dreigende donkere wolken ging ik in de namidddag op weg voor 20 km op een onderweg te bepalen tempo. Na enkele minuten kom ik nl. meestal in een stabiel ritme terecht dat zonder windinvloeden per kilometer bijna op de seconde gelijk blijft en varieert met de vorm. Zo liep ik 3 weken geleden tijdens de dubbeltraining nog 4.05 min/km, terwijl dat nu gezakt was tot onder de 4-vlak. Verschil met toen was ook dat de laatste kilometers me makkelijk afgingen; je scheldt dan automatisch ook minder op de aanhoudende regen.
Zondag op bezoek geweest in Gent, waar een indoormeeting voor de jeugd op het programma stond. AV Fortuna was er met een flinke delegatie actief waaronder Kristel (B-pupil) en de 2 zonen (A- en C-pupil) van die andere marathonloper, HarryZ. Verslagje ervan staat op mijn website onder actueel, al wil ik hier al vermelden dat alle 3 AVW-Fortunezen onder de 4 minuten op de 1000 meter bleven.
's Middags nog een (d)uurloopje van 15 km in de regen afgewerkt.
Ook dinsdagavond viel er weer water uit de lucht wat van de 7x1 km in combinatie met de wind een lastige training maakte. Gelukkig ligt ons intervalparcours (Oranjepolderweg) van NW naar ZO zodat de wind meestal van opzij komt en je vrij constante intervallen kunt afwerken.
Ze gingen alle tussen 3.25 en 3.30.
Woensdag gekozen voor een veldloop van 14 km met een hartslag van 140 aan het begin tot 145 aan het eind. Tempo zal iets van 4.15 min/km zijn geweest.
Met de 10 km (3.50 min/km) van gisteren erbij komt deze week op zo'n 85 km na eerdere van 90, 80 en 90, wat me benieuwd maakt naar het resultaat van morgen bij de halve van Midden-Delfland.
Er wordt een stevige wind voorspeld die eerst tegen zal staan.
Michel de Maat loopt niet mee, nummer 3 van de Biesheuvelloop Tom Pierik (Koplopers) mogelijk wel. In dat geval zal het zeker niet zo'n solorace worden als vorig jaar.

Week 5
Zaterdag 3 Midden Delfland 21,1 km 1.15.17 (16.45, 18.20, 17.55, 18.25) 2e
Zondag 4 Duurloop 20 km tussen 4.00 en 4.10 min/km
Maandag 5
Dinsdag 6 7x1 km AVW ca. 3.20
Woensdag 7 Veldloop 14 km >4 min/km, hartslag 140
Donderdag 8 Duurloop 18 km AVW 8 km 4.05 min/km en 5 km in 18.00
Vrijdag 9

Totaal week 5: 90 kilometer

Na de onstuimige Midden-Delfland halve marathon kon ik de dag erna zonder stijve benen en relatief gemakkelijk een duurloop van 20 km wegwerken (even boven de 4-vlak). Alleen de keel voelde nog wat 'rauw' aan, maar daar lijkt bij mij tijdens een marathonvoorbereiding geen kruid tegen gewassen te zijn.
Dinsdag was er 1 grote donkere regenwolk bijzonder loyaal aan Nederland (symboliek?) zodat ook de trainingsavond zonder een droog moment verliep. Er stond echter weinig wind waardoor de 7 intervallen van duizend meter wat sneller gingen dan vorige week: alle rond de 3.20. Het is wel opvallend dat er op zo'n regenavond maar weinig haakjes in de kleedkamer in gebruik zijn. Stelletje mooi-weer-lopers.
Woensdag waren de gevolgen van de natte dinsdag zichtbaar op het cross-parcours waarvan sommige gedeeltes nauwelijks meer beloopbaar waren. Met een hartslag van 140 baggerde ik zo'n 14 km weg.
Gisteren moest de A-groep, aangevuld met de mila's Gerard en Marco, dertien kilometer lopen in 4.10 min/km en zonder wegkapitein Kaatje bleek dat geen eenvoudige opgave. Piet raakte eerst verstrikt in zijn GPS-programma om vervolgens na 3 km uit de groep te lossen. Op dat moment was niet direct duidelijk dat dat niet lag aan Piet maar meer aan het tempo dat Paul en Marcel ontwikkelden. Dat bleek achteraf dicht bij de 4-vlak te liggen, wat uiteindelijk begon door te dringen toen Marco mopperend dreigde af te haken.
Zelf liep ik de laatste 5 km van de 13 in ongeveer 18 minuten rond, het beoogde marathontempo.
Opnieuw een week van 90 km.
Zondag is er weer een 30 km trainingsloop en wil ik eens uitproberen hoe ik op 'Born' reageer. Als de voortekenen niet bedriegen zal er deze keer ook echt een 4-vlak groèp zijn.
De week erna wordt het knallen in den Haag bij de CPC.

Week 6
Zaterdag 10 5x2 km tussen 6.55 en 7.00
Zondag 11 Testloop 30 km AVW 1.57.50 (40.00, 39.00 en 38.30), laatste 3 km in 11.15
Maandag 12
Dinsdag 13 10x400 m in dl 16 van km AVW 75/76 s
Woensdag 14 Veldloop 14 km >4 min/km, hartslag 140
Donderdag 15 Duurloop 10 km 2x4 km in 15.00, 500m versnellen in 1.40
Vrijdag 16

Totaal week 6: 85 kilometer

De dag voor de 30-km trainingsloop werkte ik 1 van mijn 'favoriete' intervallen af, te weten de 5x2 km. Voluit gelopen is dit een echt zware training en aangezien ik daar met het oog op de 30 km geen trek in had liep ik de intervallen dus iets ingehouden in 7 minuten.
Zondag stonden er 5(!) man aan de start voor het 4-vlak-tempo, waaronder de toen nog geen vader zijnde Marco Poot, die na 1 rondje een stapje terugdeed (thuis was Meike in aantocht; Marco en Judith proficiat!). Bleven over ultraloper Rut (10 meter erachter), Jelle Zwinkels en Marcel Flinterman. Laatste 2 trainen ook voor Rotterdam en richten zich op resp. sub-2.40 en sub-2.50.
Tot aan 27 km bleef de groep bij elkaar in een tempo van ca 3.55 min/km, op welk punt Rut even versnelde en daarmee Marcel loste. Sociaal als ultralopers zijn liet Rut zich vervolgens weer afzakken naar Marcel en liepen Jelle en ik verder in 3.45 min/km (finish in 1.57.50).
Ging relatief gemakkelijk al was ik de dag erna wat strammer dan na de eerste trainingsloop.
Dinsdag 10x400 meter op het 'snelheidsparcours' aan de Oranjepolderweg met onvolledig herstel tussen de intervallen. Door de marathonvoorbereiding lijk ik toch wat snelheid verloren te hebben; is normaal 72 sec geen probleem, nu bleef het hangen op 75/76 sec.
Woensdag volgde de inmiddels traditionele veldloop over 14 km bij hartslag 140, dit keer met naar voorjaar ruikende omstandigheden. Wolkenvrije lucht, weinig wind, bloesem, krokussen en korte broek plus t-shirt maken het lopen tot een inspirerende ervaring, die het effect van anti-depressiva volgens mij moet overtreffen.
Een makkie dus die cross.
Gisteren afgesloten met 10 km in ongeveer 16 km/u met aan het einde een versnelling van 500 meter in 1.40 om te 'wennen' aan het tempo waarmee ik morgen bij de CPC wil vertrekken.
Het wordt een ideale test om te zien of de trainingen van de afgelopen 6 weken resultaat hebben gehad.
Extra prikkel is natuurlijk ook het NK voor veteranen; zou leuk zijn om daar op het podium (H40-44) te komen!
Totaal deze week 85 km.

Week 7
Zaterdag 17 Den Haag 21,1 km 1.12.53 (16.55, 17.05 en 17.20, 17.40) 63e
Zondag 18 Duurloop 14 km 4.15 min/km
Maandag 19
Dinsdag 20 Duurloop 10 km 17.00 en >3.50 min/km
Woensdag 21 Duurloop 10 km tussen 3.55 en 4.00 min/km
Donderdag 22 Duurloop 19 km AVW iets onder 5 min/km, 2 km wat sneller
Vrijdag 23

Totaal week 7: 75 kilometer

De dag na de CPC stond er een krachtige noordwestenwind, die de scherpe tijden in Den Haag ongetwijfeld in de weg hadden gestaan.
Met een 'rondje Maasland' (Laan 40-45, Trekkade, Kwakelweg, Gaagweg, Westgaag, Parallelweg, Noordvliet: 14 km) probeerde ik het stramme gevoel kwijt te raken, want de CPC bleek toch meer naweeën te hebben opgeleverd dan de Midden-Delfland halve marathon van 2 weken eerder.
De rest van de week wat gas teruggenomen, enerzijds gedwongen door mijn prive/werkschema, anderzijds bewust met het oog op de zwaarte van voorgaande en komende weken.
Zowel dinsdag als woensdag hield ik het bij een duurloop van 10 km, waarvan de eerste soepel ging in 3.50 min/km en de tweede, in de Broekpolder, moeizaam in een iets lager tempo. Even vreesde ik voor de opkomst van een griepje, maar de vaccinatie in november geeft toch wel vertrouwen dat die me niet gaat vellen.
Harry liep op dat moment (de kinderen hadden hun trainingsuurtje bij AV Fortuna) ook zijn rondje en straalde na afloop dat vertrouwen niet uit, zoals ook te lezen in zijn Forum-bijdrage. Als je dan ook nog een dokter hebt, die je aanraadt om minder te gaan lopen maakt dat er niet beter op . Kom op Harry, je hebt nog meer dan 3 weken om te herstellen van dat verkoudheidje.
Gisteren een rustige duurloop afgewerkt bij de vereniging.
We liepen het Kraaiennest 'andersom', waarbij Piet de woonerven inspecteerde, lange Siem smeekte om 5.30 (gemiddelde snelheid van hemzelf en deze jongen, nl 8 en 3 min/km), Ton zijn hamstring ontzag, Marcel het koud had, Paul tot tempovastheid maande, Martin bij zichzelf op bezoek ging en RonB zich afvroeg of de MD-halve marathon nu 20,9 of 21,1 km was, en kregen onderweg mooi zicht op de Boogschutter die als 'de ster van het Oosten' ons de weg wees. Na een km of 15 viel de groep in 2 delen uiteen om tenslotte na 19,27 km gezevenen bij het clubgebouw (nog steeds naamloos) te arriveren.
De benen voelden zwaar aan; 5 min/km is niet zo fijn...
Een week van 75 km, waarvan het zwaartepunt duidelijk op zaterdag lag.
Ook komende week zal dat het geval zijn.
Morgen ga ik nl. samen met Gerard op weg voor 38 km in een nog te bepalen tempo (4.15-4.30?) om qua tijd toch eens de hele marathon te lopen. We worden daarbij ondersteund door fietser Carry;
zie volgende week voor het resultaat.

Week 8
Zaterdag 24 Duurloop 38 km 2.42 u (4.15 min/km)
Zondag 25 Duurloop 12 km 4 min/km
Maandag 26
Dinsdag 27 3x3 km in dl van 17 km AVW tussen 3.30 en 3.35 min/km
Woensdag 28 Veldloop 14 km ca. 4,15 min/km, hartslag 140-145
Donderdag 29 Duurloop 18 km AVW begin 5.00, ca 5 km in 4.00 min/km
Vrijdag 30

Totaal week 8: 100 kilometer

Zaterdag 11 uur vertrokken vanaf de Fenacoliuslaan twee fietsers (Leen en Carry) en twee lopers (Gerard en ik) voor een marathon-testloop van 38 km. Er stond een matige vrij frisse noordoostenwind die we in eerste instantie op kop hadden. Carry had een fraai parcours uitgezocht dat eerst naar de brug van Schipluiden en daarna door een voor mij nieuw recreatiegebied langs Delft-Zuid via Vitesse Delft onder de spoorrails door naar de Schie leidde.
Vanaf het begin pakten Gerard en ik een tempo van ca. 4.15 min/km op onder de goedkeurende dan wel misprijzende blikken van het koppel Vlaardingen/Wilmink, dat keuvelend op een tiental meters volgde.
Bij de afslag vanaf de Schie richting Schiedam (MD-route) waren we ongeveer halverwege en nam ik de eerste slokken Born Energy, waar Gerard het bij AVW onderhand immens populaire Fantomalt naar binnen goot. Via Schiedam en de Broekpolder belandden we na zo'n 30 km in de buurt van AV Fortuna en begon eigenlijk pas de echte test.
Daar waar ik verwacht had het na ruim 2 uur moeilijk te gaan krijgen bleef de terugslag echter achterwege. Na 38 km (2.42 uur) had ik het gevoel nog wel een paar km door te kunnen lopen om de marathon nog net binnen de 3 uur te voltooien. Niet gedaan natuurlijk; test geslaagd.
Met dank aan de verzorging van de fietsers en meeloper Gerard, want gezamenlijk lopen is wel zo prettig.
Zondag toch wel wat stijfjes en me beperkt tot 12 km in iets hoger tempo dan zaterdag.
Na de CPC was het intervalwerk stil komen te liggen, dus werd het daar dinsdag wel weer eens tijd voor. Geen korte meer (pas vanaf volgende maand) maar drie stuks van drie kilometer iets onder het beoogde marathontempo (3.30 a 3.35 min/km).
Die gingen vrij gemakkelijk maar werden woensdag gevolgd door, jawel, een verkoudheid . Lijkt gelukkig beperkt te blijven tot een lichte keelpijn. Het is volgens mij ook onmogelijk om in de marathonvoorbereiding met drie verkouden kinderen thuis NIET besmet te raken.
De veldloop van 14 km (hartslag 140-45) op woensdag en de rustige duurloop van 18 km op donderdagavond, waar Paul toch nog even op zijn gemak de 4-vlak opzocht, brachten mijn weektotaal voor het eerst op 100.
Komend weekend is nog pittig met een 10,3 km wedstrijd en een 30-km duurloop, maar daarna gaat het afbouwen zowaar al beginnen.
Nog maar 16 dagen....

Week 9
Zaterdag 31 Naaldwijk 10,3 km 34.54 (16.22 en 17.20) 2e

APRIL 2007

Zondag 1 Testloop 30 km AVW 1.57.35 (39.25, 39.00 en 39.10)
Maandag 2
Dinsdag 3 3/2/2 km in dl van 17 km AVW 3.35/3.40 min/km
Woensdag 4 Veldloop 11 km Wisselend tempo, max. hartslag 154
Donderdag 5 3x3 km in in dl van 17 km AVW 10.45 en 2x10.30
Vrijdag 6

Totaal week 9: 90 kilometer

De 10,3 km van Naaldwijk werd zondag gevolgd door de derde en laatste trainingsloop bij AVW.
Ondanks de concurrentie van de CAI halve marathon was de opkomst bij deze marathontraining vrij goed te noemen (140) met dank aan de anonieme verzekeringsgroep. Dat gold echter niet voor de snellere groepen; zelf had ik 1 ronde gezelschap van Marco Poot, waarna ik als eenzame haas op jacht kon naar de 6.15-groep. Er stond een stevige noordoostenwind, oftewel richting de Hoek schuin achter en richting Vlaardingen wegvallend achter de bomenrijen.
Gunstig dus, maar de warmte en de lage luchtvochtigheid in combinatie met de wind maakten van de 30 km toch een pittige onderneming, die velen deed besluiten er vooortijdig de brui aan te geven.
Zelf kon ik tot het einde toe zonder veel moeite een tempo vasthouden van gemiddeld 3.55 min/km (zo'n 15 sec boven marathontempo), al was het meefietsen van Jaco Sprong het laatste rondje een welkome afwisseling.
Bij de finish (1.57.35) stond de familie, waarvan Kristel de eerste prijs bij DwarsDoorDordt bleek te hebben behaald bij de loop van 6-8 jarigen over 1 km (4.11).
Na afloop schoot bij het schoenen uittrekken de kramp in mijn hamstring: een bekend fenomeen bij eerdere marathons. Uitdroging dus.
Dinsdag nog licht stijf gevoel in de bovenbenen maar dat verdween gaandeweg de training. In de duurloop van 17 km versnelden we onderweg 3x (3,2,2 km) richting marathontempo wat inmiddels op souplesse moet kunnen natuurlijk.
Woensdag volgde een veldloop met intervallen (max. hartslag 154) van dik 10 km en donderdag een soortgelijke training als dinsdag bij de vereniging.
Het weer was deze avond zeer loopvriendelijk en de 3x3 km gingen daardoor iets sneller dan verwacht in ca 3.30 min/km. Opvallendste zaken deze avond waren de expliciete aanwezigheid van Piets darmenstelsel en de afwezigheid van Paul, die kampt met een overbelastingsblessure bij zijn heup. Dinsdag trainde hij nog mee maar kwam het euvel al duidelijk aan de oppervlakte.
Haalt Paul de marathon nog? Wij twijfelen.
Na deze laatste lange trainingsweek (bijna 90 km) volgt nog 1 week van weinig trainen, veel naar het weerbericht kijken (daar word je nu idd niet vrolijk van Eric...), veel eten, spanning opbouwen en dan vanaf 11 uur zondagochtend vlammen. Deze week kreeg ik bericht van de organisatie dat ik, als prijswinnaar bij de vorige marathon, welkom ben in het Technikon waarvandaan ik om 10.35u met de andere genodigden naar starvak A begeleid word.
Aan de start zal het dus niet liggen!

Week 10
Zaterdag 7 Veldloop 10 km 4.15 min/km
Zondag 8 Duurloop 15 km 3.50 min/km
Maandag 9
Dinsdag 10 5 km in dl van 12 km AVW 17.30
Woensdag 11 Duurloop 9 km 3.55 min/km
Donderdag 12
Vrijdag 13
Zaterdag 14 Inlopen 5 km

Totaal week 10: 50 kilometer

Overmorgen dus bijltjesdag.
De voorbereiding op die 15e april 2007 is eigenlijk ideaal geweest; afgelopen weekend een 10 km veldloop en een 15 km duurloop afgewerkt, waarvan de laatste bijna fluitend in 3.45/3.50 min/km ging. Dinsdagavond nog 1 snelheidstest gedaan met 5 km in precies 17.30, woensdagochtend me (preventief) laten masseren door Paul Husslage en in de middag wat doelloos een half uur rondgebanjerd in de Broekpolder.
Nu het fysieke deel van de voorbereiding, op een half uur inlopen morgenochtend na, voorbij is, zijn we nu in het mentale deel beland. Dat wordt natuurlijk grotendeels beheerst door de weersvoorspelling, die zelfs heeft geleid tot een advies van de organisatie om je ambities bij te stellen.
Kijkende naar het temperatuurverloop vanaf 11 uur zondagochtend mag ik dus concluderen dat we zo snel mogelijk bij de finish moeten arriveren om de ergste warmte voor te blijven.
Wilde mijn ambities echter beperkt houden tot de genoemde 2.35.
Onderweg wil ik 4x een aangereikte bidon van 1/3 liter leegdrinken; op 10 en 27 km gevuld met Isostar (koolhydraten en mineralen) en op 23 en 32 km met Born Energy (koolhydraten). Verder zal ik bij elke drankpost een graai doen naar een kartonnen beker met spons en lijkt het me heerlijk om door de douchegordijnen te rennen.
Een ding lijkt zeker; het wordt zondag een bijzondere marathon met veel publiek dat een zwetend en lijdend peloton lopers naar de Coolsingel zal moeten schreeuwen en dus ook 1 waarover nog jaren nagepraat gaat worden.
Zelf hoop ik net als vorig jaar weer een podiumplaats te halen bij de Born To Run Trophy en/of de M40-44 en overall bij de eerste 70 te finishen (beste plaats ooit 72e). Die prestaties zijn gelukkig minder afhankelijk van het warme weer dan de eindtijd.
Alle andere 31 AVW'ers: SUCCES!
O ja, voor evt. geinteresserden voor de SMS-service: mijn startnummer is 5502.

Een historische marathon
15 april

Reeds een dag of tien vantevoren liet de KNMI-weersvoorspelling een temperatuurexplosie zien in het weekend van de 27e editie van de Rotterdammarathon.
De trend in die meerdaagse verwachting is tegenwoordig redelijk betrouwbaar hetgeen bevestigd werd naarmate 15 april dichterbij kwam; slechts de hoogte van de warmtepiek werd af en toe aangepast in de voor atleten ongunstige richting.
Op het AVW-forum verschenen in die laatste week angstige reacties van de marathondeelnemers, die hun ambitieuze doelstellingen al zagen vervliegen en op donderdag 12 april kwam er een waarschuwing van de organisatie overheen, die de deelnemers er via website, e-mail en oudere media van op de hoogte stelden dat ze er verstandig aan deden hun ambities aan te passen.
Bovendien beloofde men de volgende extra maatregelen te zullen treffen:

Er zullen voorafgaand aan de start waterflesjes worden uitgedeeld aan alle marathon-deelnemers. Drink het flesje 5-10 minuten voor de start leeg. Langs de route zijn er verzorgingsposten en sponsposten opgesteld waar voldoende water en Extran beschikbaar is. Er zullen 2 extra verzorgingsposten worden opgesteld, namelijk op de 27,5 km en 32,5 km. Sla geen drinkpost over. Tevens zal er op de 25,5 km en 38 km, ter verfrissing, een watersprinklerinstallatie worden neergezet.

Op de site verscheen ook een staatje met de te verwachten temperatuur per uur, die aangaf dat het op het starttijdstip van van 11 uur al bijna 20 graden Celsius zou zijn, oplopend tot 25 graden Celsius binnen 3 uur. De luchtvochtigheid zou in de middag naar zo’n 40% dalen en de wind uit het (zuid)oosten zou maximaal kracht 3 bereiken.
Vrijdagavond praatte het leeuwendeel van de AVW-marathon-delegatie (in totaal 32 atleten groot) elkaar moed in tijdens de traditionele pasta-party in het clubhuis aan de Albert Schweitzerdreef. Het inleveren van de bidons en flesjes voor de verzorgingsposten op 13, 23 en 32 km kreeg ineens extra aandacht, omdat het nuttigen van de inhoud ervan nu ècht van cruciaal belang leek te worden. Ex-marathonloper Carry wees de eters er tussen twee pastaborden door nog eens op hoe bevoorrecht ze waren dat ze zondag 42,2 km mochten, konden en wilden (ook geen onbelangrijke factor...) gaan hardlopen.
Er resteerde hen nog 1 dag om spanning en koolhydraat- en vochtvoorraad op te bouwen.

De dag
Even voor tienen ben ik in luchtige kledij op weg van Rotterdam CS naar het Technikon, waar voor genodigden een kleedgelegenheid is ingericht. Daar ik vorig jaar derde was geworden in de M40-categorie en het Rijnmond-klassement (Born To Run Trophy) behoor ik dit jaar ook tot die groep, die naast de prijswinnaars van 2006 tevens alle regiotoppers bevat.
Ook op deze plek houdt de vroege zomerse warmte de gemoederen verhit en vang ik flarden op van gesprekken waarin de loopvloek ‘uitstappen’ uitgesproken wordt, gevolgd door ‘een week later in Enschedé’. Geen haar op m’n hoofd die dat nu overweegt.
Een klein half uur voor aanvang begeven de invité’s zich groepsgewijs naar startvak A, waar ze na binnenkomst meteen onthaald worden op flesjes koud water. Die worden voornamelijk gebruikt voor uitwendige koeling, want de meesten hebben zich al volgegoten met koolhydraatdrankjes en nog meer vocht zou slechts ongewenste extra druk op de blaas betekenen. Zo staat aan de overkant (startvak C) iemand ongegeneerd door het hek heen te wateren met zijn leuter vol in het vizier van zijn snellere collega’s.
Zelf neem ik de laatste slokken van mijn Isostar-oplossing en constateer dat het contrast met vorig jaar wel erg groot is, toen de koude wind het kippevel op m’n armen zette en de warmte van de groep weldadig aanvoelde.
Het stemgeluid van Lee Towers is daarentegen bestand tegen alle omstandigheden en ook de laatste muzikale seconden voor het kanonsschot klinken me na vijf achtereenvolgende deelnames inmiddels zeer vertrouwd in de oren.
Daar gaan we.

You never walk alone
Ten aanval!

De hele week was ik al in gedachten met die start bezig en dan voelt het als een bevrijding als je eindelijk bent ‘losgelaten’. De eerste honderden meters schuiven de lopers en loopsters in en uit elkaar op zoek naar het juiste aanvangstempo. Zelf passeer ik een paar atleten van RA en zie ik links van de weg dat Jelle Zwinkels van Olympus’70 rap is vertrokken vanuit startvak B. Op de Erasmusbrug is er nog steeds geen sprake van een georganiseerde groep en geniet ik van het massaal aanwezige klappende en roepende publiek. Heel bewust houd ik de ‘handrem erop’, wetende dat de winst die ik nu zou pakken aan het einde dubbel zal moet inleveren.
Op de ‘Laan op Zuid’ kom ik terecht in een groep met Nadja Wijenberg, die gehaasd wordt door een Wit-Rus met nummer 155. Dit tempo (3.35 a 3.40 min/km) bevalt me prima en ik besluit zo lang mogelijk van deze luxe haas te gaan profiteren.
De warmte is in het eerste uur goed te verdragen al wijzen de tussentijden er al op dat de gewenste eindtijd van 2.35 vandaag absoluut te hoog gegrepen is.
Halverwege de 10 en 15 km staan Petra en Kristel klaar met een bidon Isostar (330 ml), die ik itt tot eerdere jaren tot de laatste druppel ledig. Op het 15-kilometerpunt (54.55) begin ik me te verbazen over het gemak waarmee Nadja dit tempo vasthoudt. Aangezien ik haar in de CPC nog anderhalve minuut voor bleef verwacht ik eigenlijk elk moment dat ze haar haas het signaal zal geven om te temporiseren maar niets is minder waar. Als ze bij de 15-km post bijna met elkaar in botsing komen en de Wit-Rus haar verloren bidon moet ophalen lijk ik nog bevestigd te worden in die gedachte, maar na hereniging gaan ze alleen maar sneller.
Met enige tegenzin moet ik de twee laten gaan.

Nadja met haas
en zonder RonB

Na een korte inzinking voel ik me op het halve marathonpunt (1.17.40) eigenlijk nog redelijk fris en kan ik het tempo van 3.45 min/km goed aan. Op de Stadionweg (23 km) staan nabij de Kuip 020-adept (hoe ironisch) Alex en Harry langs de kant om een bidon Born Energy van 330 ml aan te reiken, welke weer bewust volledig wordt geconsumeerd.
Dan begint de beklimming van de Erasmusbrug en verdwijnt het gevoel van frisheid onmiddellijk.
De hitte is ineens goed voelbaar, herinneringen aan eerdere ‘fysieke ineenstortingen’ komen bovendrijven en ik zie door de ogen van het publiek een loper die worstelt en voorlopig niet boven komt. In de afdaling van de brug staan Petra en Kristel weer klaar met een Isostar-bidon èn, tot mijn verrassing, een flesje ijskoud water dat bij het uitsprenkelen over het hete hoofd tot sissende geluiden en aangename koude rillingen leidt.
De 180 graden-bocht op de Blaak met daarachter het viaduct weet ik nog redelijk te verteren maar na het 30-kilometerpunt zakt mijn tempo terug van 4-vlak naar 4.15 min/km.
De slijtageslag is nu echt begonnen; ik heb niet meer de energie om een blik te werpen op de toeschouwers die mijn naam roepen, al het aangereikte water pak ik gretig aan om te koelen of te drinken, ik probeer me telkens in te prenten dat het nog maar een kilometer of tien is en ik weiger te accepteren dat al die training van de afgelopen maanden voor niets is geweest.
Net voor ik aan het rondje om de Kralingse Plas begin zie ik nog een flits van de nummers 1 en 2 van de marathon (een Keniaan en een Japanner), die de Plas al gerond hebben.
Bij de 32-km post van AVW, waar ik nieuwe Born Energy tank, informeert een clubgenoot hoe het gaat, waarop ik een antwoord geef dat zal hebben geleken op het werpen van de handdoek.
Steenkapot zit ik hier.

Tijd speelt geen rol meer
Water wil ik!
Tekstballon bij zonnebril: 'wat een malloot'

Enkele kilometers verder staat mijn neef die me een bidon water aanbiedt en een stukje meerent. Het gaat dan even wat makkelijker, zeker als hij zegt dat het tempo nog redelijk in de buurt van de 15 km/u ligt. Ik weet niet of hij de waarheid spreekt, maar na de 35-km-post (laatste 5 km in 21.10) krijg ik met een nieuwe inzinking te maken.
Desondanks word ik niet of nauwelijks achterhaald door andere lopers wat impliceert dat het vandaag voor vrijwel iedereen een extreem zware 42 km moet zijn. Hoe gaat de grote massa dit verteren? Ongetwijfeld zullen er velen bevangen gaan raken door de hitte.
Rondom het 38 km-punt word ik voorbij gelopen door Sander Bron van AV Gouda, een concurrent voor het Born To Run Trophy-klassement. Even loopt hij uit maar dan merk ik dat ik het gat weer dicht begin te lopen. Links van de weg zie ik een loper die tijdens de CPC voor me zat en nu helemaal is stilgevallen, ten prooi aan hittestuwing dan wel uitdroging.
Dit is ongeveer het moment waarop ik ten volle ga beseffen dat er vandaag sprake is van een historische editie van de Rotterdammarathon en keert de spirit van halverwege de marathon helemaal terug.
Ik loop Sander voorbij alsof die stilstaat en word extra geprikkeld door Leen en Han, die aan het einde van het rondje Kralingse Plas staan te schreeuwen dat ik in een prima positie in de wedstrijd lig. Aan de andere kant van de weg zie ik nu zonaanbidders in het park liggen, waar ik op de heenweg totaal geen oog voor had.
Door het hogere tempo krijg ik zicht op een klein groepje lopers voor me en passeer een kilometer voor de finish een Keniaanse, die hele stralen water staat uit te kotsen. Het inmiddels spreekwoordelijke nadeel dat bij elk voordeel hoort is dat de versnelling zijn weerslag heeft op m’n kuiten, die tegen de kramp aan zitten. Bij het opdraaien van de Coolsingel zet die kramp zich door in het rechteronderbeen en zie ik even een zeer ongewenst scenario opdoemen.
Op een geforceerde manier weet ik er gelukkig doorheen te lopen en na de aanmoedigingen van vrouw en kind opgevangen te hebben bereik ik in 2.43.18 solo de meet, zodat mijn naam en die van de vereniging ook eens over de Coolsingel schallen.
Hoera!



Vijf minuten langzamer dan vorig jaar, maar nu wèl met een tevreden gevoel aan de finish. Daarmee is de marathon voor mij nog niet teneinde want uit ervaring weet ik dat ik sowieso het eerste kwartier voorzichtig door moet wandelen, daar zitten of stilstaan onherroepelijk heftige krampen zullen opleveren.
Bij het Hofplein komen twee trotse dames me tegemoet, waarmee ik verder loop naar het Technikon. Daar moet ik vijf treden op en schiet de kramp onbarmhartig in m’n rechterhamstring. Pijnlijke momenten die angstig worden gadegeslagen door dochterlief.
Binnen kijg ik thee met suiker en een staande massage gericht op de kuiten. Dat helpt. Hans Bos, de snelste Rotterdammer vandaag, verschijnt en meldt dat ik waarschijnlijk tweede Rijnmonder ben geworden achter Danny in ’t Veen.
Met die prettige wetenschap vertekken we naar het Hilton waar alle AVW’ers zijn gehuisvest.
Daar wordt me al snel duidelijk dat de vroegzomerse marathon (het werd vandaag liefst 27 graden) inderdaad een slagveld is geworden. Enkele uitstappers zijn al terug in de hotelkamer en weten te melden dat drie uur na de start iedereen vanaf de Erasmusbrug rechtstreeks wordt doorgestuurd naar de finish.
Later blijkt dat ook de verder gevorderde lopers van de organisatie te horen hebben gekregen dat de wedstrijd gestaakt is en dat men de marathon maar uit moet wandelen. Dat lijkt me geen fijne mededeling en ik denk/hoop dat velen daar ook geen gehoor aan hebben gegeven.
Je kunt ook tè voorzichtig zijn natuurlijk!
Goed, een pr loop je op zo'n dag natuurlijk niet, maar als je die hete 42 kilometers eenmaal hardlopend hebt weten te overbruggen dan is de genoegdoening dubbel zo groot en is het genot van een heet (!) bad en koud bier werkelijk hemels.
’s Avonds zie ik op de AD-site tot mijn verrassing dat ik bij de eerste 50 (49e) in het overall-klassement ben geëindigd, verreweg de beste klassering ooit.
Op maandag word ik gebeld door Folkert vd Krol, loper èn verslaggever van het AD, die mededeelt dat ik opnieuw derde Rijnmonder ben geworden (de in Hellevoetsluis woonachtige Duitser Ralf Preibisch was er ook nog) en daarom dinsdagavond, eventueel met partner, mag op komen draven in de Euromast voor een lopend buffet en de prijsuitreiking.

Resumerend: elke marathon schijnt een litteken na te laten; zondag 15 april 2007 zullen het er meerdere geweest zijn.

Overzicht:

Ron van den Berg
AV Waterweg
Categorie M40
Totaal plaats 49 / 4340
Categorie plaats 6 / 878
Snelheid 15,510 km/uur

Netto tussentijden (verschil)
5 kilometer 18:06 (18:06)
10 kilometer 36:29 (18:23)
15 kilometer 54:55 (18:26)
20 kilometer 1:13:37 (18:42)
Halve marathon 1:17:39
25 kilometer 1:32:36 (18:59)
30 kilometer 1:52:21 (19:45)
35 kilometer 2:13:32 (21:11)
40 kilometer 2:34:40 (21:08)
Bruto tijd 2:43:18
Netto tijd 2:43:14 (8:34)