Droomtijdloop 2006
(21,1 km in 17 minuten en 49 seconden)



Na 5 jaar afwezigheid stond zondagnacht 29 oktober 2006 in Delft weer de snelste halve marathon ter wereld op het programma.
Van 1983 tot 2001 werd deze loop georganiseerd onder de naam Verdonkeremaanloop, die start in de zomertijd en na een uur overgaat op de wintertijd, waardoor de lopers een uur ‘cadeau krijgen’ op hun eindtijd.
Omdat de plaatselijke atletiekvereniging De Koplopers dit jaar haar 20-jarig jubileum kent had men besloten om dat op te luisteren met een nieuwe (eenmalige?) uitvoering van die fameuze nachtloop, ditmaal onder de naam ‘Droomtijdloop’.
Voor mij was het de eerste keer dat ik me hiervoor had ingeschreven wetende dat het ongewone aanvangstijdstip een dito voorbereiding vergde; rond 11 uur zaterdagavond won de loomheid snel terrein bij me en zou een liggende houding op de bank, welke zeer verleidelijk was, ongetwijfeld tot de slaap hebben geleid. Op dat moment werd ik bepaald niet vrolijk van de gedachte nog 21 kilometer te moeten gaan rennen. Die negatieve instelling verbeterde nadat ik twee bruine boterhammen met zoet beleg naar binnen had gewerkt en het lichaam als een automaat acuut overschakelde van een sluimerende naar een actieve toestand.
Toch voelde het onwerkelijk aan om even voor één uur in het gezelschap van een sporttas in de auto te stappen. Na een minuut of 20 arriveerde ik bij de al drukke startlocatie rondom de sporthal van SV Wippolder, gelegen aan de oostkant van de A13. Het bevreemdende gevoel, ontstaan door de combinatie van nachtelijk tijdstip en hardloopwedstrijd, verdween eigenlijk reeds bij de inschrijvingsbalie als gevolg van de aanwezigheid van vele bekende hardloopgezichten. In totaal verschenen er deze nacht bijna 700 lopers en loopsters aan de start voor de individuele afstand en een kleine 100 voor de estafette.
Die start was gesitueerd pal naast een viaduct onder de A13 en kende door de aanwezigheid van extra kunstlicht (de gelijktijdige nationale actie Nacht van de Nacht was niet aan Delft besteed), de praatgrage, enthousiaste reporters en de toestromende massa een sfeer, die mij nog het meest deed denken aan die in een stadion vlak voor een avondvoetbalwedstrijd.
Stipt 2 uur werden de 800 loopgekken weggeschoten. Met de warme (het werd deze nacht niet kouder dan 15 graden Celsius) zuidwestenwind in de rug gingen zij de eerste kilometer richting Delfgauw om daarna noordwaarts af te buigen naar de Delftse Hout. Het tempo werd bepaald door twee estafettelopers waarachter ik beschutting kon vinden, in eerste instantie samen met Tom Pierik van de organiserende vereniging. Nadat we na een kilometer of drie het fraai met voetlantaarns verlichte parcours van de maandelijkse Kopjesloop bereikten besloot Tom het echter wat rustiger aan te doen en kon ik met behulp van de estafettelopers en de duisternis mooi uit het zicht van de concurrentie verdwijnen.
Bij het 5-kilometerpunt passeerden we een inspirerende groep trommelaars, die als zwarte schimmen afstaken tegen het oranjerode licht van een tiental fakkels. Het middeleeuwse tafereel stelde me in staat om als een ware cultuurbarbaar op mijn anachronistische stopwatch de doorkomst te klokken: 17.02. Even daarna vond de estafettewissel plaats, waardoor ik al snel alleen kwam te lopen omdat de nieuwe lopers resp. te hard en te langzaam gingen.
Even verderop werd de Schie bereikt waarlangs we zuidwaarts richting oude centrum gingen. Aangekomen bij de Beestenmarkt wachtte de passage door cafè Vlaanderen en werd de loper de keus gelaten om er dwars door of omheen te gaan. Deze eerste ronde koos ik onbedoeld voor de omweg, maar ook buiten bleken genoeg enthousiaste kroegtijgers te staan die spontaan hun biertje aanboden. Nu had ik wel de drankpost op 5 km gemist maar een alcoholische versnapering als alternatief leek me behalve aanlokkelijk vooral onverstandig. Daarna werd het centrum verlaten via de Oostpoort en ging het verder langs de Schie, waar her en der wat vuurkorven brandden en omwonenden al dan niet vanaf hun balkon met aanmoedigingen de stilte van de nacht doorbraken. In een park in de TU-wijk kreeg de loop zelfs wat sprookjesachtigs dankzij de uitgezette brandende fakkels op het te lopen (soms onverharde) parcours, waarlangs de lopers dienden te slalommen. Hier ergens bevond zich ook het 10-kilometerpunt dat ik bereikte in 35.15.
De rechterkuit begon op dit moment wat op te spelen maar de dreigende krampaanval zette gelukkig niet door.
Na 10,5 km waren we terug bij het startpunt waar de vol in het kunstlicht staande speaker Peter Hallensleben verwoede pogingen deed om de naderbij komende schimmen te herkennen en van een bijpassende naam te voorzien.
De tweede passage door de Delftse Hout ging aanmerkelijk moeizamer dan de eerste. Het gebrek aan duurkilometers de laatste maanden deed zich hier waarschijnlijk gevoelen, zodat de derde vijf kilometer het gemiddelde tempo gezakt was naar 3.45 min/km.
Zowel achter als voor me was geen loper te bekennen en aangezien de ‘voorfietser’ bij de eerste estafetteloper zat kreeg het hardlopen door nachtelijk Delft voor mijn gevoel een extra ‘weirde’ dimensie.
Bij de tweede aankomst bij cafè Vlaanderen wist ik na een kleine hapering tenslotte wel de achteringang te vinden en kreeg ik bij binnenkomst een warm, rokerig onthaal van de cafébezoekers, die trouwens in meerderheid leken te prefereren om de lopers in de zwoele, nazomerse buitenlucht toe te juichen.
Daarna was het nog een kilometer of vier naar de finish en diende zich een netelig probleem bij me aan; het elastiek van de binnenbroek van m’n short bleek elke elasticiteit verloren te hebben zodat het onderliggende lichaamsdeel vrij spel had gekregen. Terugduwen bood slechts tijdelijk soelaas doch was wel noodzakelijk om ten eerste het lopen aangenaam te houden en ten tweede geen aanstoot te geven aan nietsvermoedende toeschouwers. In de duisternis had ik in deze fase een ware bondgenoot, want de aanblik van het fenomeen zou zeker bij daglicht enorm lullig zijn geweest...
Een kilometer voor het einde kwam er een nieuwe tegenstander bij in de persoon van Bas van Zijp, die na een knappe inhaalrace plotseling achter me opdook. Met moeite wist ik bij hem aan te haken, me onderwijl afvragend of hij misschien aan de estafette meedeed en dan geen bedreiging voor me vormde.
Toen ik echter het viaduct van de A13 in het vizier kreeg, en de finish zeer nabij moest zijn, hervatte ik moed en zette bij het bordje ‘NOG 300 METER’ de eindsprint in. Tot mijn grote opluchting en verrassing wist Bas niet aan te pikken en liep ik bijgevolg onbedreigd de sporthal binnen wat niet onopgemerkt bleef bij Peter H:
‘en daar is de winnaar van de Droomtijdloop 2006: Ron van den Berg van AV Waterweg uit Maassluis!’
Hij droomde niet maar liep wel een droomtijd: 17 minuten en 49 seconden.
Daarna bleef het nog lang prettig toeven in de sporthal daar iedere finishende atleet ruime aandacht van de speaker kreeg, wat aanstekelijk leek te werken op lopers en publiek. Hier binnen ontging het me volledig dat er sprake was van een nachtelijk uur, ongetwijfeld in de hand gewerkt door de bewustzijnsverhogende 21 km hardlopen.
Na de prijsuitreiking om 3.15 wintertijd verplaatste de drukte zich naar de kantine van de sporthal waar ervaringen, bier en frisdrank onbevangen werden uitgewisseld.
Hardlopers kunnen namelijk, in weerwil van enkele bevooroordeelde en beklagenswaardige niet-lopers, ook ‘reuzegezellig’ zijn!
De Koplopers mogen mijns inziens terugkijken op een geslaagde heruitvoering van de Droomtijdloop.

De grote vraag is nu natuurlijk: komt er nog een volgende??