Wedstrijden 2015 en 2016

Eerste halve triatlon een zware dobber
Norah op jacht naar Dafne Schippers
Goud op NK steeple senioren!
Eerste triathlon met TriFa


De ziekte die triatlon heet
10 september 2016
Na enkele 1/8 en 1/4 triatlons was het zaterdag 10 september tijd voor een nieuwe mijlpaal in mijn ‘triatloncarrière’ te weten de halve van Almere.
Reeds begin 2016 had ik me ingeschreven voor dit evenement en met mij een elftal Thoffers waarvan er vijf (Petra Sluiter, Ronald van Mil, Nancy de Kok, Arnold Bos en Sjoerd Ham) zich ook voor het eerst waagden aan 1,9 km zwemmen, 90 km fietsen en 21,1 km hardlopen en vijf op herhaling gingen (John van Marrewijk, Theo van Vliet, Ineke Halve, Hans Vermeer en Marlo Moedig) en 1 voor de hele ging (Dennis van der Worp).
Omdat de wedstrijd zaterdagochtend vroeg van start zou gaan vertrokken we reeds vrijdagmiddag naar Almere om aldaar de briefing bij te wonen, de fiets en de tassen in de Transition Area te plaatsen en te bunkeren bij de pastaparty. Voor het eerst ging ik bij een triatlon meemaken dat het omkleden bij de wissels niet bij de fiets gebeurde maar in een aangrenzende kelder waar iedereen een rode (fietsspullen) en blauwe (loopspullen) tas kon ophangen. Daarnaast was er nog sprake van een groene tas voor na afloop die weer op een andere plek moest worden ingeleverd. Voordeel van deze wat omslachtige procedure was dat de wedstrijd al goed op het netvlies kwam. Visualiseren van wat onvermijdelijk komen gaat zeg maar. Wat ook gold voor de keuze van de juiste voeding. Van Dennis (deze kanjer werd Nederlands Kampioen in de categorie M40-45!) had ik de tip gekregen om een aantal gels in een bidon te doen en aan te lengen met water en daarnaast een andere bidon mee te nemen met water en die bij elke verzorgingspost te vervangen door een nieuwe. Een uitgebreid ontbijt in het plaatselijke hotel van der Valk tenslotte moest voldoende zijn om gerust aan de drieslag te beginnen.
Om 8.20 uur doken de eerste jonge triatleten op de halve afstand het Weerwater in, tien minuten later gevolgd door de veertigplussers en om 8.35 door de vijftigplussers en alle vrouwen. De weersomstandigheden waren optimaal te noemen met vrijwel geen wind, zon en een temperatuur van rond de 20 graden. Er was dus nauwelijks golfslag in het meer wat een anti-zwemmer als ik uiteraard zeer verwelkomde. Desondanks keek ik bepaald niet uit naar de aanstaande 1,9 km. Weliswaar had ik de laatste maanden veel kilometers gezwommen in de Boonervliet en zelfs in het buitenland en behaalde ik kort geleden de mijlpaal om zonder te stoppen al crawlend 1500 meter af te leggen, maar dat was in afwezigheid van wedstrijdspanning. Nu bleek ik na 3 slagen borstcrawl al geparkeerd te staan en ging ik direct over op de vertrouwde schoolslag. Het hele veld nam vervolgens afstand met als positief gevolg dat ik in rustig vaarwater terecht kwam en voorzichtig aan mijn crawl kon wennen. Halverwege, met het zonnetje op kop, zag ik in een ooghoek een kanovaarder naderen. In eerste instantie bleef hij wat argwanend op een afstandje naar mijn gespartel kijken, maar toen ik uit koers dreigde te raken kwam hij langszij en bood vriendelijk aan om naast me te blijven varen. Het lukte inmiddels om een paar honderd meter crawl te doen gevolgd door een paar slagen school en een kort praatje met de kanovaarder, maar aan die 1900 meter leek geen einde te komen. Wat ik me verder nog herinner is het heldere water met vissen en planten, waarvan de begroeiing naar het einde toe steeds dichter werd. Proestend kwam ik na 55 minuten aan wal en bedankte ik mijn medepassagier voor bewezen diensten.
De wissel naar het fietsen verliep moeizaam. De rode tas was moeilijk vindbaar en mijn wetsuit bood dapper tegenstand bij het uittrekken. Makkelijk vindbaar in al zijn eenzaamheid was mijn fiets zodat ik na ruim een uur eindelijk aan mijn inhaalrace kon beginnen.

‘Tik-tik-tik’. Direct bij het verlaten van de Transition Area hoor ik mijn snelheidsmeter irritant aanlopen en als dat na 3 km nog niet over is probeer ik het probleem te verhelpen. Zonder succes. Jammer dan. De eerste 10 km gaan tegen de wind in en heb ik moeite om het goede ritme te vinden. Net voor we de draai maken richting Lelystad passeer ik Petra en volgt een stuk meewind van 30 km over de dijk tussen het IJsselmeer, de polder en de windmolens. Om de 10 km neem ik een paar slokken van de bidon met aangelengde gels en tussendoor hou ik de watervoorraad op peil met de andere bidon. Dat daar niets mis mee is blijkt als ik na 25 km noodgedwongen een plasstop moet maken en constateer dat dat best lastig is met een verdoofd gevalletje. Na 41 km draaien we zuid(oost)waarts en blijken de wegen nog steeds kaarsrecht en weids te zijn. Goed zicht op de fietsers voor me derhalve maar ook continue de wind op kop. Gelukkig staat er slechts een licht briesje zodat de snelheid boven de 30 kan blijven. Na 50 km passeer ik Hans en na 80 km zie ik Ineke terug. Dankzij de op de rug gedragen startnummers met voornaam is het achteropkomend makkelijk de fietsers te traceren. De laatste 10 km voel ik dat de benen zwaar gaan worden en de rug heftiger gaat protesteren tegen de gebogen houding en verheugt het me zeer dat de wind in dat gedeelte weer in de rug staat. Twee kilometer voor de finish komen we parallel aan het loopparcours waar het al een drukte van belang is. Die liggen dus minimaal een rondje op me voor. Aangekomen bij de Transition Area staat mijn teller op ruim 92 km en blijk ik zo’n 34 km/u gemiddeld te hebben gereden.
De tweede wissel verloopt daarna een stuk soepeler dan de eerste en ook de eerste loopkilometers vallen mee. In totaal moeten er 3 rondes van 7 km om het Weerwater worden gelopen. De temperatuur is inmiddels opgelopen tot zomerse waarden zodat er bij de verzorgingsposten hard gewerkt moet worden om iedereen van sponsen, water en sportdrank te voorzien. Na een kilometer of drie zie ik Theo lopen die zichtbaar te kampen heeft met de warmte. In flagrante tegenstelling tot de nog fris ogende Nancy die ik een ronde later achterhaal precies op het punt waar Rick, Bart en Peter staan. Zo fris dat mijn passage hier compleet genegeerd wordt door de 3 heren :-). Overigens niets te klagen over de Thoffe ondersteuning: na 1 km staan ook nog Fred en Irene en na 6 Elly en Helma. Zeker de laatste ronde zakt het tempo namelijk in en is enige aanmoediging zeer gewenst. Desondanks ga ik nog veel lopers voorbij, die blijkbaar ook op het tandvlees lopen. De laatste kilometer zet ik weer wat aan en voel ik een enorme genoegdoening als ik de houten steiger met de rode loper op mag lopen en de eerste halve triatlon beëindig na 5 uur en 24 minuten (halve marathon in 1.36).
Het betekent een 31e plaats bij de vijftigplussers maar voelt als een overwinning. Na afloop weet ik het overigens tijdelijk echt zeker: er gaat geen hele triatlon komen. Andere finishers (Ronald, John, Hans) laten zich op een soortgelijke wijze uit, terwijl Nancy doodleuk verkondigt dat ze alle onderdelen te kort vond duren.
Na afloop zien we Dennis naar zijn NK en pr lopen en evalueren we Almere later op de avond bij de Griek in Maassluis. Mooie afsluiting van een schitterend sportweekend (alleen jammer van die kwalijke garnaal?).
Voor mij moet de komende maanden de beslissing gaan vallen of ik doorga voor de hele triatlon (inclusief zwemlessen dus) of toch maar een overstap moet maken naar de Run Bike Run of de wintertriatlon.


Openingswedstrijd bij AV Passaat belooft een leuk baanseizoen
26 maart 2016
Er zijn van die wedstrijden die je als ouder nooit meer vergeet en 1 daarvan vond plaats op 26 maart 2016.
Norah zette op deze dag namelijk een fraaie zussentraditie voort; negen jaar geleden al weer liep Kristel in de indoorhal van Gent voor het eerst een 1000 meter onder de 4 minuten, in 2012 deed Tamar dat bij Rotterdam Atletiek en nu was het de jongste zus die in Papendrecht op een winderige baan voor het eerst onder de 4 minuten dook. Alledrie wonnen tegelijkertijd hun wedstrijd met deze mijlpaal.
Aan fanatisme in de atletiek ontbreekt het de jongste van den Berg niet getuige haar ambitie om op termijn de nieuwe Dafne Schippers te worden. Het moet haar nagegeven worden dat ze sinds haar lidmaatschap van AV Fortuna vier jaar lang clubkampioen werd en pas vorige maand haar indoortitel moest afstaan aan Lente.
De fraaie prestatie op de 1000 meter werd voorafgegaan door een meerkamp bestaande uit de 60 meter sprint, verspringen en balwerpen. Als A1-pupil sprint je voor het eerst geen 40 meter dus is een pr bij het eerste optreden een zekerheidje. Er stond op de baan van AV Passaat een stevige wind die precies van finish naar start was gericht. Snelle tijden waren dus uitgesloten en de indoortijd van 9,89 bleef buiten bereik. Wel wist Norah haar serie te winnen in 10,29 (zie einde film).
Verspringen gebeurde daarentegen juist met genoemde wind in de rug en leverde een record aan pr's op. Norah ging van 3,37 naar 3,50 en tenslotte zelfs 3,60 meter, waarmee ze vierde werd in het totaalveld van 25 en ook op de vierdeplaats kwam te staan in het tussenklassement.
Helaas is het balwerpen (nog?) niet haar ding en bereikte ze slechts met moeite de 10-metergrens waar haar concurrentes richting 20 meter wierpen. Betekende een terugval naar plek 9, maar toen moest het smakelijke toetje nog komen!
In tegenstelling tot bij haar 2 zussen was het bij Norah niet meteen duidelijk dat ze talent had voor de langere loopnummers. Sprinten zt er van meet af aan in maar rondjes lopen ging gepaard met grote tempowisselingen en lichaamsdelen die alle kanten opslingerden. Gaandeweg het afgelopen seizoen werd echter duidelijk dat er meer in zat met een 4.05 op de 1000 meter clubkampioenschappen. Maar ook die race was wisselvallig geweest. De verwachtingen voor deze eerste 1000 meter waren in ieder geval laag.
Wijselijk bleef ze in het begin achterin het altijd snel startende lopersveld hangen, onder meer bij haar 2 clubgenoten Natasja en Ersi. Halverwege de race begon de kleine Fortunees ineens aan een onverwachte opmars. Bij het ingaan van de laatste ronde liep ze al derde en zag ze er nog fris en vastberaden uit. Wat ging hier gebeuren? Na 800 meter kreeg ze zowaar aansluiting bij de koploopster maar die liet zich niet zo maar voorbijlopen en pareerde de aanval. 100 meter voor de streep versnelde Norah opnieuw en met haar sprintsnelheid bleek het pleit al snel beslecht. Kijkend op de klok en onder aanmoedigingen van de speaker perste ze er met wind tegen nog wat extra snelheid uit om voor het eerst onder de 4 minuten te duiken (3.59,92)!
Reporter enthousiast, trainer Rob en vader Ron eveneens.
Kinderatletiek kan erg leuk zijn. Hoor wat de hoofdpersoon er over te zeggen heeft:

Norah vertelt over haar motivatie voor de atletiek. Afsluitend haar eerste 60 meter sprint in de buitenlucht.

Miss steeple chase
30 juli 2015
Voordat Kristel zich een jaar of 3 geleden ging toeleggen op de steeple chase en er mede door haar turnverleden veel aanleg voor bleek te hebben kende ik dit spectaculaire looponderdeel vooral vanwege de prestaties van Siem Vroemen, die in zijn toptijd zelfs de Kenianen serieus partij bleek te kunnen bieden. Helaas kwam hij in die periode ook in opspraak vanwege doping. Dankzij de (zilveren) medailles die Kristel de afgelopen jaren op de nationale jeugdkampioenschappen wist te behalen raakte ik uiteraard ook meer thuis in de hardloopwedstrijd met de befaamde waterbakpassages. Hoogtepunt vorig jaar was haar bronzen medaille op het NK senioren op 15-jarige leeftijd. Dit seizoen verliep wisselend met als positieve uitschieter de wedstrijd in Oordegem (België) waar ze met 10.30,49 een pr en de negende tijd ooit neerzette voor een Nederlandse atlete. Helaas bleef ze met deze toptijd ook een halve seconde boven de limiet voor de Europese jeugdkampioenschappen in Zweden over welke teleurstelling ze zich moeilijk heen kon zetten.
Concurrente Veerle Bakker wist de limiet wel te halen (10.20) en liep vervolgens op het EJK op één schoen naar een vierde plaats. Die schoen verloor ze reeds bij de eerste waterbak zodat bijna zeker gesteld kan worden dat ze daarmee een medaille misliep. Het betekende wel dat Kristel op donderdag 30 juli bij het NK senioren met de snelste seizoenstijd van het deelnemersveld als favoriete aan de start stond bij de finale van de 3000 meter steeple. Die favorietenrol was een primeur en bracht in het Olympisch Stadion ongetwijfeld extra spanning met zich mee. In opdracht van Herman Vrijhof (ERT-coach) startte ze de eerste ronde behoudend waardoor de eerste waterbakpassage nog met een vijftal loopsters tegelijk ging. Judi Becx (Atilla) verstapte zich bij het neerkomen en bleef kermend van de pijn half in het water liggen zonder dat er een EHBO’er aanstalten leek te maken. Net op tijd werd ze weggedragen voordat Kristel weer bij de waterbak was en hier haar versnelling in zette. Vanaf dat moment liep ze langzaam uit en was alleen de strijd tussen zilver (Jolanda Verstraten van Atletiek Helden) en brons (Irene van der Reijken van RA) nog spannend.
Tsja, wat roep je dan als trotse vader als je dochter weer passeert in die winnende positie?
‘Kom op Kristel, ziet er goed uit, nog maar 2 rondes, je gaat winnen!’.
Achteraf meldt ze je dan ontnuchterend dat ze zelf ook wel kon zien hoeveel rondes ze nog moest…
Om 10 voor 6 is de eerste Nederlandse kampioen atletiek 2015 bekend: Kristel van den Berg uit Maassluis!
Eindtijd 10.50,34 met de nummers 2 en 3 op 11.18,88 en 11.26,95.
Een bijzondere overwinning op een bijzondere dag in een bijzonder jaar.

De Atletiekunie maakte een filmpje van alle kampioenen op het NK, beginnende met Kristel:
Kampioenen op het NK atletiek van 30 juli tot en met 2 augustus 2015

Kramp in kwart triatlon
30 mei 2015
Na de Westland Marathon in 2014 miste ik even een uitdagend nieuw sportief doel.
De voorbereiding en de uitvoering van mijn 17e marathon waren bijna ideaal verlopen en met Abraham in zicht wist ik dat het een hele opgave zou worden om deze prestatie van 2.43 te herhalen, laat staan om nog ooit in de buurt te komen van mijn pr uit 2008 (2.34).
In de zomer combineerde ik het lopen zoals gebruikelijk met racefietsen en ontwikkelde zich het idee om me aan een nieuwe sport te gaan wagen: de triatlon. In het kader daarvan verruilde ik in de herfst mijn tien jaar oude aluminium Target van 11 kg voor een carbo Cube Agree van 8 kg en reed ik al in januari 2015 mijn eerste trainingskilometers in de heuvels van Limburg.
Meeste aandacht moest echter uitgaan naar het derde onderdeel, dat me altijd heeft weerhouden om me te gaan toeleggen op de triatlon. Zwemmen dus en dan met name de borstcrawl. De eerste lessen van Peter Fortuin (goed zwemmende AVW'er) waren confronterend te noemen. Allereerst moest ik de schoolslag gaan leren met uitblazen en hoofd onder water, zodat ik na mijn eerste les meteen een brilletje bij Biesheuvel kon gaan aanschaffen.
Het kostte me al gauw een maand alvorens ik die ademhalingstechniek enigszins onder controle had, waarna er wat serieuzer kon worden gesleuteld aan mijn crawl. Links ademhalen bleek mijn voorkeur te hebben maar langer dan 25 meter hield ik het niet vol. Conditie genoeg zou je zeggen maar het gebrek aan techniek deed me binnen de halve minuut letterlijk naar adem happen. Vooral mijn benen spartelden hulpeloos in het rond. Dat er wat dat betreft structureel iets mis was met mijn zwemcoördinatie bleek wanneer ik met een plankje in mijn uitgestrekte armen vooruit probeerde te komen door de benen op en neer te bewegen. Geen centimeter voortgang. Stijfheid in de heupen schijnt het euvel te zijn. Vandaar ook mijn befaamde danskwaliteiten waarschijnlijk...
Met behulp van lange zwemvliezen lukte het me wel om een fatsoenlijke baan te zwemmen maar veel langer volhouden was er nog niet bij. De eerste buitenwatertrainingen in mei met wetsuit waren ook nog onwennig al voelde ik wel een aangename opwaartse kracht waardoor mijn benen automatisch wat hogerin het water bleven liggen.
En dan staat op zaterdag 30 mei plots de eerste (Trifa-) kwart triatlon voor de boeg, zijnde een wedstrijd voor de derde divisie van de NTB.
Samen met teammaten Theo van Vliet en Dennis Noordzij togen we naar Weert in Noord-Limburg om onze kwaliteiten te testen op 1 km zwemmen in buitenwater, 43 km fietsen en 10 km hardlopen. De sfeer bij het Parc Fermee, dat voor dit NK het hele weekend midden in de stad was gestationeerd, kwam wat minder gemoedelijk over dan ik bij hardloopwedstrijden gewend ben. Zal te maken hebben met de dure karretjes die er stonden opgesteld, wat meer regeltjes en verboden met zich mee zal brengen, maar ik miste bijvoorbeeld ook een makkelijk bereikbare kantine/café om te verkleden en/of koffie te nuttigen.

Kwart voor 12 staat alles gereed: fiets hangend in het rek met helm op het stuur, fietsschoentjes en reeds gestrikte loopschoenen in de bak, trisuit aan onder het wetsuit en zwembril op het hoofd. Op naar het water! En terug omdat ik die vervloekte badmuts vergeten ben. Daar sta je dan tussen al die rubberen mannen en vrouwen en is de zin niet aanwezig.
De zon schijnt echter en om 12 uur beginnen 115 atleten aan hun wateravontuur van 1000 meter. In aanvang is er sprake van een enorm gedrang waar ik me vrijwillig aan onttrek daar de (langzame) schoolslag dus nog steeds de enige slag is die ik voldoende beheers. De eerste 400 meter gaan met de stroom mee nog relatief gemakkelijk al lukt het me niet om onder water uit te blazen. De extra spanning van de wedstrijd heeft tot gevolg dat ik de ademhaling niet rustig krijg en het hoofd ouderwets boven water moet houden.
De afstand tot de snelste zwemmers net voor het keerpunt valt me dientengevolge mee maar het tweede gedeelte tegen de stroom in gaat me veel moeizamer af. De eerste gele boei bij de finish komt maar niet dichterbij terwijl daarchter nog een tweede ligt waar we omheen moeten. Heel even kom ik dan toch in het ritme met hoofd onder water en zwem ik tijdelijk van de langzaamste crawlzwemmer (Theo) weg doch uiteindelijk finish ik als 1 na laatste net binnen de 25 minuten. Waggelend stap ik de veilige wal op en probeer zo goed en kwaad als het kan naar m'n Cube te rennen, onderwijl het wetsuit losritsend. De wissel gaat redelijk soepel. Wetsuit in de bak, schoentjes aan, nummer om, helm op en fietsen maar. Zes rondjes van 7 km moeten worden afgelegd met op de eerste helft een stevige tegenwind. Pittig, zeker wanneer het begint te regenen en het harder gaat waaien. Na 1 ronde warmdraaien kom ik desondanks redelijk in het fietsritme al is het ontmoedigend te moeten ervaren hoe hard sommige fietsers me nog voorbij komen. De laatste twee rondes ben ik dermate verkleumd geraakt dat ik niet meer in staat ben om mijn bidon te pakken. Trappen blijft geen probleem en met gemiddeld 35 km/u mag ik na zeven rondes best tevreden zijn.
De tweede wissel verloopt echter dramatisch. De hardloopschoenen blijken veel te strak te staan en ik kom er met geen mogelijkheid in. Wanhopig kijk ik naar een organisatielid maar die mag/wil niet helpen. Na enkele (?) minuten besluit ik op blote voeten door te lopen naar de trifa-mannen van de tweede divisie die me uit de brand of in de schoenen helpen. Helaas gaat dat gepaard met een stevige krampaanval in mijn linkerkuit, die er met moeite is uit te krijgen. Om het allemaal nog wat memorabeler te maken glijd ik vervolgens in de eerste hardloopbocht onderuit met her en der wat schaafwonden tot gevolg. Lopen gaat daarna totaal niet meer (10 km in 43 min): de linkerkuit doet zeer en de longen lijken te worden afgeknepen.
Uiteindelijk haal ik de eindmeet in 2 uur en 34 minuten. Vooraf wenste ik 2.15 te gaan halen maar na vandaag weet ik dat daarvoor sowieso de crawl benodigd zal zijn. Verder valt er veel winst te behalen uit de tweede wissel (zeven minuten), het hardlopen (5 minuten) en toch ook wel een paar minuten bij het fietsen (was nu 43 km met harde wind en koude regen). Wie weet; richttijd is in ieder geval gezet.

'S Middags zien we Trifa 1 naar een tweede plek zwemmen, fietsen en lopen. Een topteam met Martijn van Prooijen, Mark Wilson, Dennis van der Worp en Erik van der Linden (winnaar overall!). Net als Trifa 2 overigens met Dennis Noordzij, Theo van Vliet en Ton V Vliet (zie eerste 2 foto's ). Een bijzondere sportdag, die naar meer smaakt!