Wedstrijden 2012

Kerstlopen
Bijzonder loopweekend
Leiden Marathon
Drie keer Berg boven
Trainingsdag op Papendal
Negende Midden Delfland Halve
Abdijcross Kerkrade


Eindsprint 2012
23/31 december
Op 4 november maakten Kristel en ik in Mol voor het eerst kennis met de Lottocrosscup, een sterk bezet Belgisch crosscircuit bestaande uit 8 wedstrijden door heel België. Toen bleek al dat men ook bij onze zuiderburen een strak startschema kan hanteren met wedstrijden van 11 tot 4 uur in alle leeftijdscategorieën wat herhaald werd in Brussel op zondag 23 december.
Een uur voor aanvang van de meisjeswedstrijd voor C-junioren arriveerden we in het park van Laken, waar zich ook het bekende Atomium bevindt. Centraal tussen de twee crossparcoursen in stond een grote witte tent voor inschrijvingen, versnaperingen en opwarming al was er van winterkou in het hart van België deze dag geen sprake. Wel had overvloedige regenval van de afgelopen periode het glooiende grasparcours bijzonder zwaar gemaakt wat de 60 gestarte C-juniores aan den lijve ondervonden.
De eerste ronde van 1000 meter gaf in het veld van 60 meisjes nog geen schifting tussen de eerste tien, met daarbij de EnergieRunningTeam-loopsters Ashley Melcherts, Lisa Kroon en Kristel. Halverwege de tweede ronde ging de turbo erop en viel ook de kopgroep helemaal uit elkaar. ERT scoorde uiteindelijk 3, 8 en 9 met bijgevoegde foto’s als mooi resultaat. Perfecte training voor de Sylvestercross in Soest op maandag 31 december.

Zoals te doen gebruikelijk sluiten we de Kerstdagen altijd af met de Derdekerstdagloop in Arnhem, waarbij 185 meter hoogteverschil en gedeeltelijk onverhard parcours moeten worden bedwongen. Sinds 1991 staat deze loop op het programma en voor de twintigste keer vond ie ook doorgang (in 2009 en 2010 zorgde sneeuw voor afgelasting). Bij de helft daarvan was ik deelnemer, 1x aan de 14 km in 2000 (voor mijn marathontijdperk..) en sinds 2001 negen keer aan de 21 km.
De loop combineren we altijd met een familiebezoek aan Syds en Tineke in Maarn, immer gezellig en soms wat emotioneel door de datum van 27 december (geboortedag van mijn in 1971 op 11-jarige leeftijd overleden broer Addy).
Van de winter geen spoor dit jaar (8 graden Celsius met een flauw zonnetje); er moest nu voor de verandering onderweg vooral afgerekend worden met de natte of blubberige ondergrond.
Bij aankomst in de Arnhemse sporthal leek het aanmerkelijk minder druk te zijn dan voorgaande jaren, welke indruk werd versterkt in de vrijwel lege kleedkamers. Buiten op de baan stonden er om 12 uur desalniettemin honderden lopers klaar voor de start van de 14 km, tien minuten later gevolgd door de 7 km. Aan de start daarvan ook Kristel, die vorig jaar als toeschouwster nog had verzucht dat ze ‘makkelijk’ die afstand had kunnen winnen (winnares had toen ruim 31 minuten nodig op het zware parcours). Die grootspraak mocht ze dit jaar dus waar gaan maken…
Ik zag haar in ieder geval zoals afgesproken behoudend starten voordat ik om 12.20 uur zelf mocht beginnen aan de halve marathon. Aan de start ook drievoudig Amerikaanse winnaar Zac Freudenburg en de Rotterdamse topmaster Patrick Kwist. Eerstgenoemde nam direct het initiatief met op de derde plek een ‘rustig’ gestarte Patrick. Rustig omdat ik hem, lopende op een vijfde plek over smalle vochtige bospaden, 5 kilometer lang in het zicht hield. Tussentijd daar was gelijk aan die van vorig jaar (17.45), toen ik finishte in 1.18.15. De soepele tred, mede in de hand gewerkt door het dalende parcours, veranderde daarna snel in een zwoegende, culminerend in een bijna-stilstaande op de beklimming naar de Brandtoren na 10 km (36.40). Michael Woerden bleek zijn race aanmerkelijk beter ingedeeld te hebben daar hij me kort na die heuvel passeerde om vervolgens langzaam uit beeld te verdwijnen. Het tweede deel van de wedstrijd raakte ik steeds iets verder verwijderd van mijn tijd van vorig jaar en vroeg ik me onthutst af hoe het mogelijk was dat ik 4 jaar terug nog 1.14 liep op dit parcours. Elk jaar een minuut langzamer?!
De gevreesde (onverharde) Geitenbult op 19 km deed flink pijn dit jaar en ook de laatste vlakke kilometer door de zachte blubber verloor ik veel tijd. De zesde plek kwam niet in gevaar maar met 1.19.25 was de missie om sneller te zijn dan vorig jaar ruimschoots mislukt. Zac Freudenburg was 10 minuten eerder als winnaar over de finish gekomen en Patrick had zich in een zeer gelijkmatige race opgewerkt naar een tweede plaats in 1.12.30.
Positieve nieuws van de dag kwam van Kristel, die inderdaad de winnares van de 7 km bleek te zijn geworden. Top!
Op de Geitenbult had ze afgerekend met de plaatselijke favoriete Sandra de Jonge om op de baan met 50 meter voorsprong te finishen in 30.25. Het leverde haar een cadeaubon van 75 euro op voor de PK-runningshop in Dodewaard en vertrouwen voor de Sylvestercross.

De bedoeling was dat ik de laatste twee dagen van het jaar een dubbel crossprogramma zou draaien met op zondag 9 km in Maassluis op maandag 8 km in Soest.
Helaas gooide zaterdag een opspelend spiertje in de liesstreek roet in het eten met als gevolg dat ik beide crossdagen noodgedwongen moest toekijken, zondag samen met Norah en maandag naar Kristel en Tamar, die beiden stonden ingeschreven voor de Sylvestercross.
Reeds om 8 uur reden we op de nog rustige oudejaarsdag weg uit Maassluis om op tijd te kunnen zijn voor de wedstrijd van de A-pupillen (9-en 10-jarigen) over 1200 meter om 9.45 uur. Deze cross in Soest is waarschijnlijk de bekendste in het land en gaat over een selectief licht glooiend bosparcours met een paar honderd meter rul zand bij de start- en finishlocatie. Hoe zwaar 1200 meter hardlopen kan zijn voor een tienjarige toonde Tamar zo’n 100 meter voor de finish toen ze lopende op een keurige twaalfde plaats met tranen in de ogen opkeek naar de nog te bedwingen zandheuvel. Ze hield, inclusief enkele ‘verstappingen’, echter stand en liet zich na de finishpassage direct gewillig troosten door de organisatie en haar oom Syds, die ook vandaag een zeer betrokken toeschouwer was.
Ruim een half uur later was het de beurt aan zus en C-junior Kristel, die vlak voor de start van haar 2000 meter zichtbaar, en naar eigen zeggen zelfs belachelijk, nerveus was. Ondanks dat ze na het startschot werd vastgehouden door een medeloopster lag ze na 100 meter rond een nette tiende plaats en was het afwachten in welke volgorde de meiden na zo’n 1600 meter uit het bos zouden komen. Dat bleek een kopgroep van zo’n acht loopsters te zijn met in het midden het met de kleurloze omgeving contrasterende geelrood van Fortuna. Verrassend genoeg was het Susan van Weperen (Invictus), die daarna succesvol het initiatief nam en daarmee de eerstejaars Jasmijn Bakker (Triathlon) en de drie ERT-meiden Ashley, Lisa en Kristel in die volgorde de baas was. Alle vijf binnen tien seconden van elkaar. Vorig jaar werd Kristel al eerstejaars nog vierde met een tijd die tien seconden trager was en mede gezien haar sterke finish mocht ze dus tevreden terugkijken op deze wedstrijd.
Na afloop klonk het getergd dat de Abdijcross over 3 weken weer voor haar zal zijn! :-)


Rotterdam, Tilburg en Loon op Zand
20/21 oktober 2012
In het loopweekend dat vooral herinnerd zal worden als die waarin Michel Butter als derde Nederlander onder de 2.10 liep op de marathon, viel er ook buiten Amsterdam te genieten van atletiek.
Te beginnen op zaterdagmorgen bij Rotterdam Atletiek waar de 17e Joop Tournier Bokaal voor pupillen werd georganiseerd. Norah (mini) en Tamar (A1-pupil) konden hier de afgelaste clubkampioenschappen gedeeltelijk doen vergeten door op de valreep van het seizoen hun outdoorrecords nog aan te scherpen. Omstandigheden waren goed te noemen met een zwakke westenwind en een temperatuur van tussen de 10 en 15 graden.
Reeds bij het eerste onderdeel bleek dat de twee Fortuna-pupillen met een geheel verschillende instelling aan de start stonden. Nadat Tamar haar pr op de 60 m sprint had verpulverd met bijna drietiende (10.11) kon Norah dat op de 40 m niet herhalen, mede omdat ze na het startschot, ondanks herhaalde verzoeken van haar grote zussen, meteen opzij keek in plaats van in 1 rechte streep naar de finish te sprinten.
Tweede onderdeel herhaalde dat scenario zich. Tamar stootte de kogel voor het eerst over de 5 meter terwijl Norah de verspringadviezen liet voor wat ze waren en ver verwijderd bleef van haar beste sprong van 2 maanden geleden, zonder dat het trouwens ten koste ging van haar opperbeste humeur.
Vervolgens was het voor Kristel en mij tijd om naar Tilburg te rijden, waar om 2 uur een bijeenkomst begon voor de geselecteerde regiotoppers van 13 t/m 18 jaar. Aangekomen bij het terrein van de Warandecross bleken er slechts 2 medelopers te staan en begon een speurtocht naar de overige deelnemers. Een boswandeling, vele autokilometers en telefoontjes verder arriveerden we uiteindelijk gestresst om drie uur bij het juiste verzamelpunt, te weten de plaatselijke rugbyclub.
Ondertussen hadden we vanuit Rotterdam te horen gekregen dat Tamar ook bij het verspringen (3.57 m) en de 1000 m (3.55.36) enorm vooruit was gegaan. Die laatste prestatie kostte me 5 euro omdat ik ter motivatie had beloofd om elke seconde onder de 4 minuten te belonen met een euro, met de veilige gedachte dat haar pr op 4.08 stond. Samen met clubgenote Mara liep ze dus ineens in een constante race meer dan een seconde per 100 meter van haar snelste tijd af en kwam ze als winnares juichend over de finish. Leuk!
Kristel bleek tussen 2 en 3 o.a. een lezing te hebben gemist van Dennis Licht maar was precies op tijd voor de start van de training op het parcours van de Warandecross o.l.v. Grete Koens.
Er was sprake van zo’n 50 regiotoppertjes die in 5 groepen werden verdeeld voor rek- en strekoefeningen, rondjes door het bos en korte sprints. Voltallig werd daarna de officiële start van de Warandecross een keer of 5 geoefend wat voor de omstanders (voornamelijk ouders) klonk alsof er een kudde paarden over het gras voorbijtrok. Opvallend was het contrast als er tussen deze fanatieke lopers een verdwaalde trimmer terecht was gekomen...
Even na vijven keerden de meesten huiswaarts, uitgezonderd een groep van ruim 20 atleten die tot de topjunioren worden gerekend en de nacht gingen doorbrengen in een plaatselijk hotel om de ochtend daarna op de nuchtere maag weer een training uit te voeren en een paar uur later ook nog deel te nemen aan de Blauwe Meercross in Loon op Zand.
Kristel en ik brachten de nacht gewoon in Maassluis door en vertrokken om half tien weer richting Brabant. Ondanks een geslaagde actie om in de enige zondagochtendfile van Nederland te belanden (de Efteling) bereikten we het ietwat benevelde Blauwe Meer keurig op tijd.
Prachtige omgeving met bos en duin hier waarop gevarieerde crossparcoursen waren uitgezet.
Om kwart over 10 was de cross reeds begonnen met de jongste pupillen (600 m) en om 11.20u mocht Kristel van start (1800 m) tegelijk met de C-junioren jongens (2400 m).
Eerste ronde liep ze samen met haar ERT (Energie Running Team)-genoten Lisa Kroon en Loïs Stokkers als voorste meisjes op ongeveer een tiende plek en leek het een spannende strijd te gaan worden. Halverwege de tweede ronde versnelde ze echter op het rulle zand en liep ze in no-time van haar concurrentes/clubgenoten weg. In de laatste ronde kwam ze nog dicht bij de jongenskopgroep en finishte ze opmerkelijk fris. Eerste opmerking die ze maakte: ik had nog wel een rondje zo door kunnen lopen!’. Lisa werd 2 en Loïs 3 waarmee ERT net als bij de D-junioren meisjes 100% scoorde.
Zelf mocht ik om 13:05 uur van start voor 3 grote rondes van 2,75 km om het meer heen.
Bekendste gezicht bij de start was van Greg van Hest, die bovendien zijn hele trainingsgroep leek te hebben meegenomen. Andere bekenden voor mij waren Norbert Veringmeier en Sonja Jansen (ex-AVW) die enthousiast vertelden over hun deelname van vorig jaar (een half uur voor de mannenwedstrijd liep Sonja vandaag naar een tweede plaats bij de vrouwen recreanten (2 rondjes)).
Natuurlijk vloog men er na het startschot meteen in en belandde ik in eerste instantie op een dertigste plek of zo. Langs het meer lagen enkele zandheuvels en waren er enkele modderige plekken maar over het algemeen viel er prima te lopen over de hele ronde en rukte ik in de eerste ronde gestaag op naar de twintigste plaats. Vooraf had ik berekend dat een totaaltijd van rond het half uur mogelijk moest zijn wat redelijk strookte met mijn eerste doorkomsttijd van 9.40. Ik hoorde de al hele dag zeer alerte speaker omroepen dat de eerste 45-plusser vlak voor me liep in de persoon van Jack van Avendonk. Aan de hand van de nummers was weliswaar te zien wie tot welke categorie behoorde maar meestal gaat dat aan de aandacht van de speaker voorbij.
De tweede ronde voelde ik dat ik een tandje terug moest doen al passeerde ik nog wel enkele verder terugvallende lopers, waar Jack helaas niet bij zat. Met 19.55 ging ik de laatste ronde in en veranderde aan mijn positie niets meer. Bijna drie minuten achter winnaar Tom Koetsenruijter van Thor, die Greg van Hest in de eindsprint aftroefde, en een minuut achter Jack kwam ik in 30.20 als zeventiende overall en 2e 45-plusser over de finish. Prettig vermoeid en meteen al met het (terechte) idee dat er geen terugslag middels een zware verkoudheid ging volgen.
’s Avonds volgde er in Barendrecht nog een wok-etentje met de ERT-groep (bijna 50 ouders, trainers en kinderen), waarmee werd aangetoond dat lopen ook sociale aspecten in zich herbergt :-).


Reünie en marathons
20 mei 2012
Na een marathonloos 2011 was het mijn bedoeling om met de Rotterdammarathon op 15 april 2012 weer in het goede ritme van 2 marathons per jaar te komen.
Tijdens de Midden Delfland halve marathon begin maart wist ik voor het eerst in 2 jaar weer onder de 1.15 te finishen, waarmee een streeftijd van 2.40 op de hele marathon een reëel uitgangspunt leek te worden.
Helaas speelde een week later bij de Halve van Oostvoorne na 14 km mijn linkerhamstring op, leidend tot een pijnlijk krampgevoel in de laatste 7 km.
Slecht moment natuurlijk maar in de week erna verdween de scherpste pijn en kon ik zelfs weer een 30-km duurloop door de Lunterse bossen afleggen in het mila-trainingsweekend. Dinsdagavond stonden er bij AVW een aantal snelle kilometers op het programma en begon ik in mijn enthousiasme met een ontspannen 3.10. Dacht ik. Het afremmen en indrukken van de stopwatch werd namelijk vergezeld door een ongenode scherpe pijn in de gekwetste hamstring. Einde training en begin van een revalidatieperiode.
De zondag erna (3 weken voor de Rotterdammarathon) testte ik bij de derde AVW-trainingsloop of er voldoende herstel was opgetreden en moest ik na 1 trekkenbenend rondje van 6 km vaststellen dat dat niet het geval was. Op dat moment werd het me duidelijk dat Rotterdam te vroeg kwam en dat ik me beter kon gaan richten op een latere voorjaarsmarathon.
Drie dagen later lag ik op de massagetafel bij fysiotherapeut Paul Husslage, die na enkele eerdere hardhandige massages nu besloot tot een alternatieve therapie in de vorm van dry needling. Met een simpele naald prikte hij op de goed aan te wijzen pijnlijke plek met als doel enige ontspanning te creëren in de geteisterde hamstring. Klinkt niet logisch om te prikken in een blessure maar feit is dat ik drie dagen verder voor het eerst weer, heel voorzichtig nog, pijnloos kon rennen.
Het herstel zette vervolgens zo goed door dat het volgende scenario in beeld kwam: 15 april toch de Rotterdammarathon lopen, maar dan als trainingsloop, en 5 weken later op 20 mei voluit de Leiden marathon.
Deel 1 van dat scenario verliep geheel naar wens; van begin tot eind kon ik 4-vlak aanhouden, resulterend in een eindtijd van 2.48.23. De hamstring sputterde even heel licht tegen bij de afdaling van de Erasmusbrug (26 km) maar hield zich verder koest. Nog nooit zo fit op de Coolsingel teruggekomen na 42,2 km hardlopen!
In het ‘intermarathon-tijdperk’ bleef de lentetemperatuur gematigd en kon ik rustig toewerken naar een persoonlijke topprestatie in de vorm van een eindtijd van 2.40 in Leiden.
Op Koninginnedag kreeg ik met de overwinning bij de Groene Oaseloop in Maasland de bevestiging van de vormstijging die ik in de trainingen al meende te bespeuren een week later gevolgd door een mindere ervaring in Delft. Gepland was een duurloop van 30 km waarvan de eerste 10 km in een hazenrol voor Marieke maar dat moest vanwege aanhechtingspijn bij de lies worden ingekort tot 20 km. Wel ging in het laatste pre-marathonweekend de traditionele duurloop van 21 km soepel en zonder kwaaltjes iets onder de 4-vlak waarmee het vertrouwen helemaal terug was.
Resteerde er 1 maar. Op zaterdag 19 mei moest ik nog even langs bij een reünie van mijn lagere schoolklas, waarvan ik het merendeel al ruim 30 jaar niet meer had gezien. Trainen hoeft op zo’n dag natuurlijk niet meer maar bij voorkeur hou je je ‘the day before’ zo koest mogelijk en dat viel moeilijk te realiseren zo bleek deze indrukrijke dag. Ellen Zeegers van Thof Running had beloofd me een beetje in de gaten te houden qua alcoholconsumptie :-), maar dat voorkwam niet dat ik tussen 3 en 9 uur te veel stond en te weinig at. Het ophalen van de herinneringen en het aanhoren van de levenslopen domineerden bij mij al gauw de gedachten aan de marathon, niettegenstaande de vele oud-klasgenoten die ik op mijn aanstaande marathondeelname attent maakte.
Toen was het ineens zondag 20 mei.
Omdat alle drie de dochters dit weekend bij het pupillenkamp van AV Fortuna zijn kan Petra deze keer zonder extra geregel als begeleidster mee naar Leiden. Rond half 9 rijden we met Focus en ontwielde omafiets de Fenacoliuslaan uit; drie bruine boterhammen verorber ik opvallend gemakkelijk en zonder omwegen of vertraging stappen we om half tien de Pieterskerk in het centrum van Leiden binnen. Vreemde gewaarwording om in deze plechtige omgeving de stoffige kerkgeur op te snuiven en tegelijkertijd over de grafmonumenten op zoek te moeten gaan naar je startnummer maar al gauw verdwijnt dat gevoel van contrast en geraak ik helemaal in de marathonsfeer, gepaard gaande met zenuwachtig gedrentel, toiletbezoek en geslurp aan een fles. Nog even op de foto met de Maaslandse medekerkgangers Fred en Frans Louter en Angeli de Koning, die vandaag de halve marathon lopen, en dan op naar de Breestraat voor de start om 10:30u.
Petra fietst vast door naar het 13-km-punt waar ik een halve literdrankfles van haar aangeboden zal krijgen en ik begeef me in het wedstrijdvak waar vooral groene startnummers (halve marathon) te zien zijn. Oranje is schaars. Blijkbaar is 42,2 km hardlopen in mei geen populaire bezigheid en als ik in de warme lentezon loop begrijp ik ook waarom. Helaas is na een lange koele aanloopperiode net een paar dagen te vroeg de temperatuur omhoog geschoten al staat er deze ochtend gelukkig nog wel een vrij koele wind. Vlak voor de start heb ik even een enorm motivatieprobleem. Voel me moe en ben bang voor wat komen gaat. Dat gebeurt vaker en zal de meeste wedstrijdlopers niet onbekend in de oren klinken, maar deze keer is het gevoel vrij sterk.
Net voor half 11 hoor ik staande op de tweede startrij het Wilhelmus aan dat rondom mij geen vocale instemming krijgt en mij doet afvragen wat Leiden eigenlijk met Oranje heeft. Daar gaan we.
Eerste kilometer is normaal een vrij betrouwbare indicatie voor de rest van de marathon dus kijk ik bij het eerste bordje met belangstelling naar mijn bijna 20 jaar oude stopwatch om teleurgesteld vast te stellen dat deze 3.45 aangeeft. Op zich een goede opening maar gevoelsmatig leek het iets sneller te gaan. Een stukje verderop hoor ik links van me mijn naam roepen en zie ik een bekend gezicht aan komen fietsen en snel langszij komen. Het behoort toe aan clubgenoot Paul Wolters, ook al eens meefietsend bij 1 van mijn 2 overwinningen in Etten-Leur, en nu zelf helaas geblesseerd aan zijn kuit. Ik deel hem meteen mee dat er vandaag geen snelle tijd in zit vanwege het benauwde weer, daarmee uiting gevend aan mijn vrij moeizame start. Al snel lopen we het centrum van Leiden uit richting Zoeterwoude-Dorp waar het 5-km-punt ligt. Met 18.50 lig ik bedrieglijk op schema omdat ik al weet dat het niet mijn dag is vandaag. De negatieve gedachten krijgen echter geen kans om post te vatten omdat ik een enorme druk op m’n blaas voel. Dat was ook het geval bij mijn recordmarathon in Rotterdam (2.34) en toen verdween het vanzelf na een kilometer of 10, dus beschouw ik het vooralsnog als een positief signaal. Goed gedronken RonB!
De druk neemt deze keer echter al gauw onaanvaardbare vormen aan en na 8 km grijp ik bij een parkje mijn kans om het overtollige vocht te lozen. In die kleine heerlijke halve minuut word ik door zo’n 4 lopers gepasseerd en heb ik dus weer mooie richtpunten. Net na Voorschoten bereik ik de 10 km in 38.05 en geven die andere bordjes eindelijk dertigers aan. Dat is namelijk de consequentie van 2 rondjes lopen, dat je weet dat je 21 km verder weer op deze plek loopt in een veel minder frisse toestand…
Ver voor het 13-km-punt zie ik Petra al staan in opvallende oranje broek met in haar hand een fles aanmaaklimonade, die ik, na enkele minder bemoedigende woorden geuit te hebben, helemaal leegdrink want zweten doe ik als een otter.
De 15 km (West-Leiden) bereik ik net boven de 57 minuten waarna een lang stuk tegenwind volgt. Daar krijg ik het (te) zwaar en meld ik de gelukkig zwijgzame Paul (wanneer het moeizaam gaat kan ik erg weinig hebben) dat het een helse tweede ronde belooft te worden. Onderwijl bedenk ik me hoe het in vredesnaam mogelijk is dat ik na 15 km in dit tempo al zonder energie zit terwijl de vorm de afgelopen weken toch echt veelbelovend leek. Behalve de tegenwind zitten in deze laatste zes kilometer ook veel bruggen, dijkjes, bochten en klinkers wat het totale rondje tot een lastig parcours maakt. Op de Vissteeg passeer ik de halve marathon als zesde in 1.21.04 en ben ik aan het piekeren of ik niet beter kan stoppen met deze marathon omdat ik weet wat er de komende kilometers gaat gebeuren. En dat is niet iets om naar uit te kijken.
Op 23 km staat Petra met de volgende fles klaar wat een prima punt zou zijn om dat verleidelijke voornemen tot uitvoer te brengen. Mijn afkeer tegen uitstappen, of iets maar half uitvoeren in het algemeen, blijkt echter zoals verwacht veel groter te zijn. Bovendien krijg ik, ter versterking van die karaktertrek, ongeplande ondersteuning van Petra die in haar wijsheid besluit om na het 23-km-punt met me mee te gaan fietsen. Ze had mijn afgetekende gezicht blijkbaar goed geïnterpreteerd. Tussen 23 en 33 km zie ik het meeste af en volg ik de oranje broek als een zombie. Berekeningen van mijn eindtijd gaan tegen de 3 uur aanlopen en langzaam maar zeker zak ik verder weg in het deelnemersveld (van 6 naar 10). Het tempo ligt in deze periode op 4.20 min/km en zou gezien de normale marathonwetten nog wel eens verder weg kunnen zakken.
Gek genoeg treedt er net voor de 35 km echter een omslagpunt op en kan ik juist op het zware gedeelte tegenwind weer versnellen naar 4.10 min/km. Moet gezegd dat ik daarbij profijt heb van mijn voorfietsster, maar daal maal ik niet meer om gezien mijn kansloze plek in de wedstrijd. Na 40 km (2.41.05) voel ik dat een tijd van onder de 2.50 weer tot de mogelijkheden behoort daar 4-vlak vanaf dat moment volstaat. De laatste kilometer gaat zonder fietser door het drukke centrum van Leiden waarvoor ik nog precies 4 minuten de tijd heb. De laatste paar honderd meters zit er nog een lichte versnelling in en houd ik tenslotte 9 seconden over: 9e man in 2.49.51.
Met een dubbel gevoel wandel ik de fuik in. Een zwaar teleurstellende tijd ten eerste (1 minuut langzamer dan mijn testmarathon in Rotterdam immers) maar een mooie wederopstanding na 35 km ten tweede. Reden genoeg om de gratis bierpomp na de finish niet ongebruikt links te laten liggen.
Na tien minuten krijg ik te kampen met krampaanvallen in kuiten en bovenbenen en kan ik slechts stapvoets op zoek naar de Pieterskerk. De 42,2 km hebben er flink ingehakt.
Na afloop schuiven we nog aan bij Angeli, Frans en Fred op een terras in de zon bij de finish van de marathon en mag met recht gesproken worden van ‘quality time’.
De analyse is snel gemaakt: nooit een reünie bezoeken een dag voor de marathon…


Zonnige Oranjedag
30 april 2012
Na 1 jaar afwezigheid vanwege vakantie bij het meer van Lugano waren we Koninginnedag 2012 zoals vanouds weer present in Maasland voor het hardlopen, de pannenkoeken, het rondje om de kerk en het feest op het Pynasplein. Met als uitvalsbasis het ouderlijk huis aan de Doelstraat. Echt warm wil het dit voorjaar nog niet worden maar juist op deze Oranjedag piekte de temperatuur en het aantal zonne-uren.
De familiedeelname aan de Groene Oaseloop bereikte eveneens een piek met drie deelnemers aan de 1 km (tot en met 9 jaar), een aan de 2 km (10-14 jaar) en twee aan de 10 km. Dat was behalve aan onze eigen inbreng te danken aan neef Theo en zijn dochter Judith, B-pupil bij PAC.
Om 12:30u startte de jongste jeugd vóór het gemeentehuis aan de ’s-Herenstraat voor 1 rondje over de brug naar de Doelstraat, rechtsaf de Kluisweer op, voor ‘die andere’ kerk langs over de Hammerdreef, Hofsingel en terug de ’s-Herenstraat op. Staande op de Hofsingel zag ik eerst 3 jongens de hoek omgaan bij de Hammerdreef, op 50 meter gevolgd door het gele Fortunatopje van Tamar met in haar kielzog het tweede meisje. Later vertelde ze dat ze dacht dat nicht Judith achter haar liep waarmee ze impliciet aangaf het omkijken afgeleerd te hebben :-). Op de ’s-Herenstraat lukte het Tamar om meer afstand van haar achtervolgster te nemen en zo haar eerste Groene Oase-overwinning in de wacht te slepen. Judith maakte het familiefeestje compleet met een derde plek.
Norah maakte er op deze fraaie dag een rustig kilometertje van en bereikte grijnzend de finish waar ook haar een medaille werd omgehangen.
Een kwartier later schoten de jonge tieners er vandoor voor twee rondjes van 1 km. Kristel liet zich in eerste instantie terugzakken naar een tiende plaats maar bleek aan het einde van het eerste rondje al een flink gat te hebben geslagen naar de eerste mannelijke belager. Lachend kwam ze voorbij met opvallend soepele tred. Mooi om te zien hoe groot het verschil op deze leeftijd wordt tussen een wedstrijdatleet en een (geoefende) andere sporter. Weer een overwinning dus voor van den Berg!
Resteerden de 6 en de 10 km, waarvoor ruim 200 lopers om 13:10u gespannen klaarstonden.
Al voor de scheiding van de 2 afstanden bij het kruispunt Doelstraat-Hofsingel tekende de kopgroep van de langste afstand zich af in de personen van Gerard de Lange en Sjaak de Bloois, met kort daarachter Maarten de Jong en Berg 4. Op de smalle Commandeurskade haakte Maarten al snel af en kwam een trio aan de leiding dat op de Gaagweg en de Duifpolder in waaiervorm tegen de matige wind in bij elkaar bleef.
Na een gevoelsmatig zware, hijgrijke eerste twee kilometer kwam ik langzaam in een goede cadans terecht en merkte ik bij het keerpunt op vier kilometer dat het beste bij Gerard er af leek. Op de terugweg zagen we dat Marc Meeder inmiddels aansluiting had gevonden bij Maarten en nog fris oogde. Niet ver daarachter de eerste vrouw, Marieke B-B, die de wedstrijd ging winnen in 40.29.
Terug op Kwakelweg (5 km in 17.25) plaatste ik een eerste versnelling en was het alleen Sjaak die wist aan te haken. Ook een tweede versnelling een paar minuten later wist hij ogenschijnlijk gemakkelijk te pareren, waarna ik besloot het voorlopig maar bij een gelijkmatig tempo van 3.30 min/km te houden. Hoe sterk was de jonge Maaslandse triatleet?
Langs de Trekvliet voelde het warm aan met de wind schuin in de rug en de zon links op kop maar echt kapot leek hij nog niet te zitten. Niet vertrouwend op mijn gebrekkige eindschot waagde ik na 8 km een nieuwe poging, die meteen succes had. Een snelle kilometer van 3.25 volgde, genoeg voor een geruststellende voorsprong op Sjaak bij de bocht voor het bolbruggetje. Het bracht me de laatste kilometer over de Trekkade in een prettige overwinningsroes eindigend in de ’s-Herenstraat waar speaker Fred Louter enigszins verrast klinkend de naam van de winnaar bekendmaakte: 35.09.
Een halve minuut later volgde een trio achtervolgers waarvan smaakmaker Sjaak uiteindelijk zelfs nog naast het podium viste. Marc en Gerard kwamen vlak voor hem vrijwel tegelijk over de finish.
Resumé: een heerlijke wedstrijd, gevolgd door een heerlijke nazit met vele (on)bekenden.
Topdag!


Grete Koens inspireert jeugd
14 april 2012
De derde plaats in het eindklassement van het nationale crosscircuit bij de C-junioren leverde Kristel als prijs een training op in Papendal van Grete Koens, bondscoach talentontwikkeling bij de Atletiekunie.
Zaterdag 14 april was het zover en mocht ze in gezelschap van vijf D-junioren en 3 C-junioren kennismaken met de oefeningen die de atletiektop van Nederland krijgt voorgeschoteld.
Zowel voor Kristel als voor mij was het het eerste bezoek aan hét sportcentrum van het land waar vele nationale toppers van vele takken van sport dagelijks actief zijn, vaak in combinatie met een studie. Zodra we het terrein om 10 uur waren opgereden geraakten we in sportsferen door de aanwezigheid van een club wielrenners, die zich waarschijnlijk voorbereidden op een zonnige training door bos en heuvels rondom Arnhem, en het uitzicht op de ruime atletiekbaan naast de sporthal en het ‘Olympisch Trainingscentrum’.
In laatstgenoemde gebouw ving Grete Koens de talentvolle lopers en loopsters met hun mogelijk even talentvolle ouders (…) op. De nog steeds afgetraind ogende meervoudig Nederlands kampioene op de middenafstand (jaren negentig) maakte direct een ontspannen indruk en dirigeerde met losse hand ouders en kinderen respectievelijk naar de koffie en de blauwe atletiekbaan.
Onder het toeziend oog van zes vaders (de moeders hadden blijkbaar belangrijkere verplichtingen?) werden de kinderen anderhalf uur lang onder handen genomen met rek-, strek- en loopoefeningen. Bekende attributen als de speedladder, de horde en de pilon kwamen tevoorschijn evenals de uitvalpas en andere varianten op de loopscholing. Nieuw was ‘het diagonaaltje’, een run dwars over het middenterrein dat is overgewaaid uit het loopland bij uitstek Kenia.
Een filmpje over een trainingsstage in dat land kregen we tijdens de lunch te zien in de vaste vergaderruimte van de Atletiekunie, waarvan de gangen waren behangen met fotoposters van huidige topatleten als Dafne Schippers en Rutger Smit. In de kamer zelf werden we gadegeslagen door de moeder van de Nederlandse atletiek Fanny Blankers-Koen. Grete bood hier de gelegenheid om vragen te stellen en vertelde uitgebreid over haar pupillen, het leven op Papendal en de ambitie om te wedijveren met de Afrikaanse toplopers. Belangrijke factor in dat laatste is natuurlijk het scouten en opleiden van toptalent zoals de hier aanwezige C/D-junioren.
In de belendende sporthal werd het middagprogramma afgewerkt. Naast een 100-meterbaan was hier een groot krachthonk en een fitnessruimte gesitueerd.
De junioren kregen er een uur lang een scala aan oefeningen voor rompstabiliteit te verwerken waarbij waarschijnlijk zelden gebruikte spieren moesten worden aangewend. Met ‘skippyballen’, stokken en bosuballen tastte Grete de grenzen van de lichaamsvaardigheden van de jeugd af, waarbij ze geruststellend meedeelde dat dit eigenlijk seniorenoefeningen waren.
De gegeven informatie werd bijna stilzwijgend opgezogen en pas na de afsluitende sprintoefeningen met gewicht in de hand kwamen de tongen los toen de trainster vroeg naar de plannen die de meisjes en jongens deze zomer hadden op loopgebied. Kristel was niet de enige die als ambitie een snellere 1000m uitsprak en in haar geval dan 3.07 waarmee ze zou voldoen aan de limiet voor de KNAU-regioselectie. Nog 7 seconden te gaan…


Poldergevoel
3 maart 2012
Fietsend door het polderlandschap van Maasland naar Schipluiden met de zwakke zuidwestenwind in de rug kregen geest en lichaam alle gelegenheid om in de juiste stemming te komen voor de negende Midden Delfland Halve marathon.
Pas drie weken terug schaatsten hier op Trekvliet en Bommeer nog duizenden toerrijders over het matige sneeuwijs om café Jachthaven aan een absolute toprecette te helpen met onverantwoorde hoeveelheden Jägermeister en Beerenburg. Zelf was ik dat weekend met neef Theo naar Stolwijk gereden om bij de plaatselijke Landsingtocht vier rondjes van ruim 20 km te schaatsen over zwart, scheurvrij ijs. Er hing een typische natuurijssfeer waarbij iedereen elkaar plotseling lijkt te kennen en je meer nog dan bij hardlopen 1 bent met je omgeving. Nu kondigde zich echter al overduidelijk het voorjaar aan bij een temperatuur van 12 graden Celsius en ontluikend groen. Rechts van het fietspad stonden de bekende roodwitte kilometerbordjes waarmee ik over een slordige 2 uur met bezweet, hijgend hoofd opnieuw kennis zou gaan maken.
Dit visualiseren van naderend afzien mag als een serieuze mentale warming-up worden gezien. Tsjoee..
Rond kwart voor 1 arriveerde ik aan de Tiendweg in Schipluiden, waar Jacob van der Spek (de Hardloper) me bij de start/finish locatie warm welkom heette door me er fijntjes op te wijzen dat ik veel te laat was. Na zes keer tweede en twee keer eerste te zijn geworden heb ik een speciale band opgebouwd met deze Midden Delfland Halve, mede omdat het een soort van thuiswedstrijd betreft en de kleinschalige opzet erg sympathiek aandoet.
Dit jaar viel de wedstrijd voor het eerst onder het Allround Computer Service circuit dat uit nog drie halve marathons bestaat, te weten de Venéco Run in Monster, de Halve van Fortuna en de Ruitenburg Halve. Vandaag stond dus de afsluitende loop van het circuit op het programma met bijbehorende prijsuitreiking.
Vanwege de verwachte grotere toeloop was de organisatie voor de inschrijving uitgeweken van de handbalkantine naar de ruimere sporthal wat, niet alleen naar mijn mening, ten koste ging van de gemoedelijke sfeer die deze wedstrijd kenmerkt. Buiten was er gelukkig niets veranderd: op het kunstgrasveld van VV Schipluiden lieten voetballers zien waarom ik nog steeds niet rouwig ben daar tien jaar geleden mee gestopt te zijn, bij de start waren de bekende Hardloper-organisatoren in de weer met microfoon, tijdwaarneming en spandoeken, waaromheen het schijnbaar voor 90% uit het Westland, Maassluis en Vlaardingen komende deelnemersveld zich keuvelend inliep en 5 minuten voor half twee gereed stond voor het startschot dat toch pas stipt half twee klonk.
Tijd genoeg voor mij dus om een inschatting te maken van mijn kansen om de reeks top-2 plaatsen vandaag voort te kunnen zetten. In eerste instantie leek plaats 1 al onmogelijk te zijn omdat Mike Barsayan aan de start stond, maar hij bleek de kwart marathon te gaan lopen als voorbereiding op de Arcade Halve op 24 maart, zo wist de net van een kuitblessure herstelde Jan vd Meer mij geruststellend mede te delen. Resteerden Michel de Maat en de winnaar van vorig jaar Gerard de Lange zo leek het (ook de top-3 in 2010 in de volgorde R,G.M).
Met de wind op kop werd er direct hard vertrokken. Mike en Sjoerd van Marrewijk voerden het veld aan en Sjaak de Bloois en Gerard bleven in hun spoor. Kort daarachter volgde een trio met Michel, RonB en Ruben Stittelaar. De eerste 2 km gingen in 6.40, waar Gerard nog een seconde of 10 voor zat.
Na de karakteristieke Schipluidense spoorbrug zakte het tempo wat en viel de kopgroep uit elkaar. Eerst Sjaak en later Gerard vielen terug naar groep 2 waar voornamelijk Michel het tempo bepaalde. Net voor het 5-km-punt (17.15) bij het Peet Jansenbruggetje splitsten de kwart (Mike, Sjoerd en Ruben) en halve marathon en betaalde Gerard stevig tol voor zijn snelle start. Tot in Maasland (8 km) liep ik met Michel kop over kop in ca. 3.30 min/km en kon ik nog niet echt hoogte krijgen van de kracht van Michel. Bij de baantrainingen van Fortuna ben ik hem op het ogenblik de baas maar het inmiddels 50-jarige lange-afstands-fenomeen (ooit 1.01 op de halve!) heeft zo zijn eigen wetten. Zelf liep ik in ieder geval dicht tegen mijn max aan wat niet gek was met tussentijden die op een 1.13 eindtijd wezen en mijn moeizame 1.16.28 op de Ruitenburg Halve van 7 weken eerder. In Maasland-centrum liet ik bij de waterpost voor de Schilpen, waar pa en ma van den Berg geïnteresseerd toekeken, een gaatje vallen waarna Michel verder uitliep om blijk te geven van een nog sneller gestegen vorm na zijn 1.19 op de Ruitenburg Halve.
Met 34.45 op de 10 km langs de Trekvliet en de wind in de rug rekende ik uit dat er nog steeds een puike tijd voor me inzat. Lastig stuk zat nog tussen 14,5 en 16 km met tegenwind op de Kapteinlaan, waar ik een 52.40 op 15 km klokte, toch 15 seconden sneller dan de eindtijd bij de 7-heuvelenloop van november 2011.
Terug naar Schipluiden lukte het me helaas niet meer om 3.30 min/km te blijven lopen, zodat de 1.13 uit beeld verdween (die liep in het geel voor me) maar niet de sub 1.15. Een paar honderd meter voor de finish aan de Tiendweg kon ik Petra en de breed lachende Norah dus al gerust gedag zwaaien in de wetenschap dat ik na 2 jaar eindelijk weer een 1.14 kon laten noteren. Plus 50 seconden om precies te zijn. Maal 2 plus 10 minuten is sub 2.40 zegt de theorie…
Michel was binnen na 1.13.34 en Gerard liep wat ontredderd naar de derde plaats in 1.17.05.
Na afloop lagen de vertrouwde Midden Delflandpakketten (mandje met stro, kaas, mosterd, jam, honing) weer klaar voor de podiumlopers en gaf de prijsuitreiking van het ACS-circuit de volgende top vijf te zien: Michel de Maat, Maarten de Jong, Gerard, Cees Wubbe en RonB. Goed om te weten dat het circuit volgend jaar wordt uitgebreid met de Arcade Halve wat dan meteen de afsluitende loop zijn. Dan kan de sporthal bij de tiende Midden Delfland Halve gewoon weer dicht blijven :-).
Voor mij de uitdaging om bij dat lustrum voor de tiende keer bij de eerste 2 te eindigen...


Sportweekendje weg
22 januari 2012
Na de zilveren medaille op het NK-cross bij de Warandeloop in Tilburg en de vierde plaats (derde Nederlandse) op de Sylvestercross in Soest stond Kristel dermate goed geklasseerd in het nationale KNAU-crosscircuit voor C-junioren (geboortejaar 1997 en 1998) dat we haar ook de twee resterende crossen van het circuit niet wilden onthouden. De Abdijcross in Kerkrade (zondag 22 januari) was de derde in de rij.
Gezien de afstand leek het ons een goed idee om reeds op zaterdagmiddag per auto naar Z-Limburg af te reizen om daar met het hele gezin in een hotel de nacht door te brengen. Onderweg liet januari zich opnieuw van zijn herfstachtige kant zien met striemende regenbuien en een stormachtige westenwind, wat de zwaarte van het crossparcours vast ten goede zou komen, zo stelden wij verheugd vast.
De reis verliep verder voorspoedig zodat we al om half vier bij Hotel ‘de Zevende Hemel’ arriveerden, waar we de bagage op de eerste verdieping in kamer vier dumpten en meteen weer in de auto stapten om koers te zetten naar klooster Rolduc, waar morgen de 48e Abdijcross zou worden afgewerkt. Een jaar of 20 geleden had ik op dezelfde plek als onderzoeker aan de TU Delft een memorabel meerdaags koolhydraatcongres gehad, dus verwachtte ik dat de omgeving me nog wel bekend voor zou komen.
Dat viel tegen; pas in de gangen van het klooster kwam mijn geheugen synchroon te lopen met de hedendaagse werkelijkheid en volgde er een sterke déjà vu in de bar ‘de verloren zoon’. Net voor de schemering keken we rond bij de start/finish locatie op een grasveld achter het klooster, waar enkele lopers het parcours verkenden en de tent en het podium al een prettig wedstrijdgevoel gaven. De eerste wedstrijd werd een prooi voor de zusjes van den Berg in leeftijdsvolgorde, zodat ze ongeveer tot gelijke hoogte op het podium reikten.
De avond brachten we achtereenvolgens door in het hotel-restaurant, waar getracht werd pizza’s te stapelen voor de wedstrijd van morgen (‘getracht’, omdat met de restanten ook een flinke stapel gemaakt kon worden :-) ), en de hotelkamer, waar een stapelbed en 3 eenpersoonsbedden de lege ruimte bijna geheel vulden.
Na enkele gymnastische hoogstandjes en een spelletje ‘Party en Co’ wilden/moesten de kinderen naar bed en begon Studio Sport; een ongelukkige combinatie in een kleine kamer waarbij de spanningen hoog opliepen en de zin van de Kerkrade-exercitie mij even volledig ontging.

Zondag om 11.15u was het eerst de beurt aan Tamar (A1-pupil) die twee kleine rondes zonder veel hoogteverschil mocht lopen (1,3 km). De start lag achter op het grasveld buiten de beschutting van het fraaie kloostercomplex zodat de harde wind en de miezerregen er vrij spel hadden en de jassen tot zo kort mogelijk voor het startschot werden aangehouden. Tamar moest het als decemberkind opnemen tegen soms bijna 2 jaar oudere tegenstandsters en presteerde naar behoren met een vijftiende plaats in het midden van het deelnemersveld.
Om 12 u ging Kristel (C1-junior) van start die 1 kleine en 2 grotere rondes voor de kiezen kreeg (2,45 km). In die grotere ronde zat ook een flinke heuvel met zandgrond die de cross zeer selectief maakte.
Alle bekende concurrentes waren van de partij waaronder een aantal zeer rappe C2-junioren die op de 1000m pr's hebben staan van onder de 3 minuten.
Die gingen dan ook navenant van start waarachter Kristel zich rond plaats vijf wist te handhaven. Na de eerste grote ronde liep ze daar nog steeds en passeerde ze me met een gezicht dat zware vermoeidheid en wanhoop uitstraalde. Dat gold echter ook voor haar voorgangers.
Eenmaal uit mijn zicht kreeg ik van de speaker te horen dat ze zich aan het begin van de tweede grote ronde had aangesloten bij het vierde meisje, haar grote concurrente Ashley Melcherts van Energie (ook C1-junior). Daarna was het wachten. Een paar honderd meter voor de finish kreeg ik de meiden weer in zicht met nog een laatste beklimming over gras te gaan. Daar sloeg Kristel haar slag. Ze stootte door naar plek 3 en 2 en ging tenslotte aanjager Dagmar Smit voorbij, die helemaal instortte. Met de zelfverzekerde tred van de winnares nam ze extra afstand en bracht ze de speaker even flink in verwarring, die haar naam niet direct paraat had. 'Hee, er heeft zich een verrassende verschuiving in het veld voorgedaan (2x)'.
Na 10.06 min schreef Kristel uit Maassluis dus de nationale Abdijcross bij de C-junioren op haar naam, zes seconden voor Rosalie Wijnker, wat meteen de mooiste overwinning in haar hardloopcarrière genoemd mag worden en waarmee ze en passant de leiding overnam in het tussenklassement van de C-junioren in het nationale crosscircuit. Ze heeft een minimale voorsprong op Ashley (vandaag derde en overgevend na de finish) en zal bij de afsluitende Mastboscross in Breda op zaterdag 4 februari voor haar moeten eindigen om eerste te blijven.
Deze dag mocht Kristel dus op de plek van Norah plaatsnemen. Top! :-).
Om kwart voor twee ging ik zelf van start in de mastercross over 7,3 km met 1 kleine en 3 grote rondes. Aan de start namen als Siem Vroemen en Armand vd Smissen, die ook geen slecht figuur zouden slaan in de hoofdcross.
Het werd een heerlijke cross met lange afdalingen en dito beklimmingen waar m'n dijbenen dik in de verzuring kwamen om vervolgens wonderlijk snel weer te herstellen. Begonnen rond de twaalfde plek finishte ik uiteindelijk als achtste overall en 2e M45 (27.34). Winnaar met 1 minuut voorsprong op nummer 2 werd Siem Vroemen (24.53).
Daarna nog gezien hoe Khalid Choukoud de lange cross naar zich toetrok voor Ronald Schroer en zich na afloop liet ontvallen nog nooit zo'n mooie cross te hebben gelopen. Ik kon het met hem eens zijn...
Leuk detail deze dag: de ‘Westlandse’ families de Jong en van den Berg namen 5 prijzen mee uit het diepe zuiden van Nederland: Melle de Jong won bij de jongens pupillen C, Elvera werd derde bij de vrouwen recreantenloop en Maarten werd 2e M50 in de mastercross.