Ontspan je

Het heeft een half jaar geduurd alvorens ik de oranjezwarte finaledag heb vast kunnen leggen:

Al sinds begin 2010 wisten we dat de eerste dag van onze vakantie in Frankrijk en de finale van het WK-voetbal in Zuid-Afrika elkaar zouden gaan kruisen op zondag 11 juli.
Waar we niet direct rekening mee hadden gehouden was de lange zegereeks van het Nederlands elftal die Oranje na 32 jaar weer een finaleplaats opleverde. Na de overwinning op Uruguay op de voorafgaande dinsdag legden we de verschillende reisopties nog eens naast elkaar; doorslaggevende factor werd uiteindelijk de dreigende verkorting van de vakantie die bij een overwinning en daaruit voortvloeiend feest wel eens op zou kunnen lopen tot 2 dagen.
Dus rijden we zondagochtend om 5 uur met volgeladen auto en gestoken in oranje kledij de met overhangende vlaggenslingers versierde Fenacoliuslaan uit op weg naar camping Beau Rivage in de Dordogne. Het belooft een hete lange dag te worden die we te lijf willen gaan met airco, cd's van K3, Mega Mindy en Kinderen voor Kinderen, puzzel- en kleurboeken, thermosflessen en broodjes pindakaas en hagelslag. Vooralsnog houden de kinderen zich gedeisd, half verdoofd als ze nog zijn na het afgedwongen vroege ontwaken.
Petra begint met rijden wat me bij Dordrecht al de gelegenheid geeft om de routebeschrijving van de camping nader te analyseren. Grofweg heb ik de afgelopen week al een route uitgestippeld van ongeveer 1100 km via Reims en Parijs maar voor het laatste gedeelte naar de camping in Cardet ben ik niet verder gekomen dan het maken van een printje vanaf de website. Met de gedetailleerde Michelinkaart van de Dordogne erbij kan ik dat ontbrekende deel van de route nu mooi helder krijgen.
'Eerst Cardet eens localiseren...'
'Hmm, moet wel een erg klein plaatsje zijn'.
'He, waarom hebben ze in vredesnaam Lyon op de beschrijving gezet, dat ligt niet echt in de buurt'.
Ongeloof begint dan langzaam plaats te maken voor begrip, gevolgd door een erg ongemakkelijk gevoel.
'Peet'.
'Ja?'.
'Volgens mij hebben we de verkeerde camping geboekt'.
'He, nee joh hoe kom je daar nou bij?'
'Nou, de routebeschrijving eindigt ergens in de Ardèche, een paar honderd kilometer oostelijk van de Dordogne'.
Het duurt even voor deze informatie vertaald is naar een bevredigende logische verklaring; via de campinggids hadden we camping Beau Rivage in de Dordogne gevonden waarna het url-adres blijkbaar net even anders werd ingetypt dan stond aangegeven en er dus een boeking plaatsvond op die andere camping Beau Rivage.
Hoe nu te handelen?
We hebben al gereserveerd en voorbetaald en het is de vraag of er nog plek is in de Dordogne. Aan de andere kant ligt de Ardeche ruim 100 km verder wat de tijd tot de finale nog krapper maakt. Donderju, hebben wij weer...
Bij Antwerpen kiezen we voor Brussel: op naar Cardet!
De eerste uren verlopen verder voorspoedig. Buiten de koele auto klimt de temperatuur rap naar dertig graden waar we slechts bij de tussenstops (soms gepland, soms voor meiden in nood) mee worden geconfronteerd. Dat geldt ook voor landgenoten die schijnbaar zonder uitzondering op 1 of andere wijze hun nationale kleur uitdragen. Het is een bevestiging van mijn beeld dat het WK na een lauwe start vooral na de miraculeuze overwinning op Brazilië tot een zeldzaam wij-gevoel in het land heeft geleid.
Er ontwikkelt zich gaande de dag zelfs een vorm van wedstrijdspanning bij me, waar meer mensen mee te kampen hebben getuige de toegestuurde SMS 'Ontspanje!'.
Zelfs de Franse douane laat zijn gezicht uit de plooi vallen; mogelijk brengt de aanblik van de vijf oranjes hem in gedachten terug naar 1998 toen 'les Bleus' nog niet de schande maar de eer van de natie waren...
Met het naderen van Lyon wordt het drukker op de weg en belanden we na een omleiding via de A39 (Franse Alpen) uiteindelijk in de onvermijdelijke vakantiefile.
'Shit, nee he, niet nu!'
'Ja, er staan niet voor niets paarse strepen op de routekaart, schat'.
'Maar t is al bijna vijf uur, we hebben hier helemaal geen tijd meer voor'.
'Mamma, mogen we een snoepje?'
'Pfff, kan die vreselijke muziek niet uit, die heb ik nou wel lang genoeg gehoord vandaag'.
'Norah, niet doehoennn!!!'.
Na 12 uur reizen krijgt een negatieve spanning vat op de Focusinzittenden; rond deze tijd hadden we idealiter moeten arriveren bij Beau Rivage in de Dordogne, nu staan ons nog zo'n 150 km te wachten, waarvan een groot deel niet-snelweg.
Die binnenwegen naar Alès geven weinig extra vertraging zodat we rond 7 uur Cardet binnenrijden, dat trouwens voorbij de Ardèche in het oosten van de Cévennes blijkt te liggen.
De camping is een Nederlandse enclave waar iedereen Nederlands spreekt en zelfs de twee grote tv-schermen rondom receptie en zwembad geluid en beeld van Nederland 1 geven.
Daarmee contrasterend is de oranjeversiering op het campingterrein nogal sober. Je proeft hier helemaal niet dat er binnen twee uur voor Nederland een historische wedstrijd van volkssport nummer 1 gaat beginnen. Nou ja, geen tijd om daar bij stil te staan, de tent moet worden opgezet!
Het is alweer twee jaar geleden dat we dat kunstje verricht hebben wat geen gunstige uitgangspositie is al je hongerig en vermoeid onder tijdsdruk staat. Het eerste struikelblok is de traditioneel vergeten hamer die we uitgerekend gaan lenen bij de waarschijnlijk enige niet-Nederlands sprekende campinggast. De irritatie neemt toe als blijkt dat het bijzettafeltje (bewust) door mij vergeten is zonder Petra daarvan in kennis gesteld te hebben. Echt onaangenaam wordt het als het snoer voor de elektriciteit wordt uitgerold.
'Wat voor snoer heb je nou meegenomen?'
'Jahaa, wat is er, ik ben met de haringen bezig!'
'De stekker past niet!'
'Verdomme, niet weer, dat hebben we vorige keer toch al aan laten passen?'
'Nee, kijk maar!'
Zuchtend moet ik erkennen dat stekker en ontvanger niet matchen en na een korte, bij voorbaat verloren, heftige discussie ('we kunnen voorlopig toch wel zonder elektriciteit?') been ik driftig naar de receptie waar ze uiteraard geen kant en klaar snoer hebben, maar waar ik wel een losse stekker krijg die ik zelf mag gaan bevestigen aan het snoer. Lekker vooruitzicht met die lonkende finale en de half opgezette tent...
De 'elektricien' van de camping heeft het te druk met pizza's bakken maar levert me na dure minuten wachttijd wel wat bruikbaar gereedschap.
Bevend en vloekend lukt het me uiteindelijk de stekker op de juiste wijze aan te brengen, waarna de meiden aan komen zetten met het avondeten, dat noodgedwongen beperkt blijft tot droge patat omdat we, ook al traditioneel, met veel te weinig contant geld op de camping zijn aangekomen.
Op de achtergrond begint het publiek in Johannesburg zich te roeren en zorgt de stem van Frank Snoeks voor extra onrust. Net als ik eigenlijk naar de bron van die geluiden wil lopen kom ik tot de stressvolle ontdekking dat er ook nog een kleine tent moet worden opgezet. Slik, nog maar 10 minuten met als extra handicap dat het daglicht langzaam aan het verdwijnen is. De volksliederen klinken. Toch slagen we er op miraculeuze wijze in om precies op tijd bij de schermen te arriveren.
Helaas zijn alle zitplaatsen al bezet en moeten we aan de zijkant een staanplaatsje zien te vinden. Dat is makkelijker gezegd dan gedaan zodat na twee minuten al het verwijtende 'wil Kwintsheul opzijgaan?' klinkt wat zonder twijfel naar mijn Oranjeloopshirt zal verwijzen.
Norah geeft inmiddels heel duidelijk aan dat ze aan slaap toe is en kan alleen nog maar worden stilgehouden door haar op te tillen. We zitten daarmee in een duivels dilemma want wie gaat haar naar bed brengen en vervolgens bij de tent 'de wacht houden'? Zo lang mogelijk uitstellen dus.
De wedstrijd kabbelt onderwijl voort en laat zoals te verwachten viel bepaald geen oogstrelend voetbal zien. Ergeren doe ik me vooral aan het publiek dat nauwelijks meeleeft en zich op de verkeerde momenten wel laat horen; juichen en toeteren bijvoorbeeld als een Spanjaard een gele kaart krijgt. Aan alles merk je dat hier geen echte voetballiefhebbers zitten wat me meer dwarszit dan ik vantevoren bedacht had. Een ongunstig voorteken.
Spanje begint overdonderend, de Jong geeft karateles en Robben mist een enorme kans. Rust 0-0.
In de pauze hebben we nog geld voor twee cola en proberen we te achterhalen of er hier gepind kan worden. Een campinggast kijkt me wazig aan als ik er naar vraag en weet te melden dat hij op vakantie alleen met contant geld betaalt. Als ik bij de bar dezelfde glazige blikken ontvang ga ik me vertwijfeld afvragen of ze hier misschien nog guldens zullen accepteren.
In de tweede helft gaat definitief het licht uit bij de kleinste en brengt haar moeder haar foeterend naar bed. Kristel loopt als vredestichter een paar keer heen en weer van scherm naar tent, Tamar gaat in de klaagstand ('hoe lang duurt het nog pappa') en niets in de wedstrijd wijst op een vroegtijdige beslissing.
Na 90 minuten besluit ik Petra af te gaan lossen en moet ik het de eerste verlenging doen met het stemgeluid van Frank Snoeks en de vuvuzela's van het campingpubliek. Als er in het tweede gedeelte een rode kaart wordt uitgedeeld (voor wie?) wordt de lokroep van live-beelden te groot en sprint ik terug naar de massa. Het was Heitinga.
Wat de immer positief ingestelde Petra al de hele avond heeft geroepen gebeurt dan tenslotte toch in de 117e minuut: Spanje scoort. Eerst lijkt het buitenspel, daarna volgt de domper.
Na het laatste fluitsignaal van Webb vluchten we naar de tent. Niets zo erg als feestende Spanjaarden. Alhoewel, van feestende Nederlanders had ik hier vermoedelijk ook geen warme gevoelens gekregen.
Om met wijlen Herman Kuiphof te spreken: we zijn er vandaag dubbel ingetuind!